Antwoord opvragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra over het bericht 'Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde containers?’


Geachte voorzitter,

Op 12 september 2019 ontving ik vragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra (beiden VVD) over het bericht 'Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde containers?’. Hierbij ontvangt u de beantwoording van deze vragen.

Vraag 1

Wat vindt u van het bericht 'Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde containers?' [1]

Antwoord 1

Ik onderschrijf het standpunt dat MSC verantwoordelijk is voor het vergoeden van de schade en snel tot betaling moet overgaan.

Vraag 2

Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de afhandeling en uitkering van de schadevergoeding door MSC Zoë?

Antwoord 2

Wat betreft de geclaimde schadevergoedingen kan ik u het volgende melden.
De claims die via het schadeloket van Rijkswaterstaat namens de overheden en terreinbeherende natuurorganisaties bij MSC zijn ingediend bedroegen op 15 april 2019 in totaal 3,33 miljoen Euro. Sinds die tijd zijn er nog voor enkele tienduizenden Euro’s aan nieuwe claims ingediend bij het schadeloket.
Eind juni van dit jaar heeft MSC 0,6 miljoen Euro vergoed.
Ook heeft MSC 0,32 miljoen Euro aan claims rechtstreeks uitbetaald aan de betreffende bedrijven. Verder is door claimanten voor nog eens circa 0,48 miljoen Euro aan claims ingetrokken, omdat deze kosten onterecht waren opgevoerd.

Het totaal aan openstaande claims bedraagt nu nog 1,93 miljoen Euro. Dit bestaat uit circa 1,5 miljoen Euro claims van het Rijk en 0,43 miljoen Euro van gemeenten en terreinbeherende organisaties.

Rijkswaterstaat coördineert de afhandeling van de schade voor alle betrokken overheden en de terreinbeherende natuurorganisaties. Op 9 september jl. heeft MSC het aanbod gedaan om op korte termijn de resterende claims van de Waddeneilandgemeenten onder voorwaarden deels te voldoen. Met de Waddengemeenten wordt overlegd over de vraag of kan worden ingestemd met deze voorwaarden. Daarnaast wordt met MSC onderhandeld over de snelle afwikkeling van alle andere claims.

Naast de afwikkeling van de schadeclaims wordt er met MSC ook gesproken over de afronding van de bergingsoperatie op zee, het opruimen van lading die mogelijk in de toekomst nog aanspoelt en het onderzoek naar de ecologische effecten. Afspraken over al deze onderwerpen zouden moeten worden opgenomen in een met MSC te sluiten minnelijke overeenkomst. Alleen zo is de Staat bereid om de aansprakelijkheidsstelling van MSC te beëindigen. Om te komen tot een dergelijke overeenkomst moet MSC voldoende inspanningen hebben verricht om alle verloren lading te bergen, moeten de overheden en terreinbeherende natuurorganisaties schadeloos zijn gesteld en de te verwachten toekomstige opruimkosten in voldoende mate zijn afgedekt. Rijkswaterstaat voert intensieve gesprekken met MSC om een dergelijke overeenkomst vast te stellen.

Ook vissers hebben schade opgelopen als gevolg van verloren lading van de MSC Zoe. De afhandeling van deze schades heeft plaatsgevonden in goed overleg met het ministerie van LNV. Ik kan u melden dat nagenoeg alle vissers met aantoonbare schade door de verloren lading, inmiddels een regeling hebben getroffen met MSC voor de vergoeding van deze schade.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de rederij MSC de schade als gevolg van de overboord geslagen containers volledig moet vergoeden?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Wat vindt u van het feit dat direct gemaakte opruimkosten nog maar slechts deels vergoed zijn door rederij MSC, negen maanden na het verliezen van de 342 containers?

Antwoord 4

MSC heeft – door de aansprakelijkheidsstelling van de Staat - voor eigen rekening een bergingsoperatie op zee georganiseerd waarvan de kosten op circa 35 miljoen Euro worden geschat. Bovendien heeft MSC in de eerste weken verschillende ondernemers rechtstreeks betaald die door gemeenten en terreinbeherende natuurorganisaties waren ingehuurd. Ik vind het zeer teleurstellend dat MSC voor de betaling van het restant van de claims – een relatief klein bedrag afgezet tegen de voornoemde kosten – zoveel tijd neemt.

Vraag 5

Kunt u aangeven waarom de volledige opruimkosten nog niet zijn vergoed door de rederij? Hoe moet dit gezien worden in het licht van eerdere uitspraken die u deed in de brief (Kamerstuk 29684, nr. 184, d.d. 10 juli 2019), waarbij u blijft inzetten op snelheid?

Antwoord 5

De beweegredenen van MSC zijn mij niet bekend. Na de eerste betaling van 0,6 miljoen EUR door MSC in juni van dit jaar is door MSC op 2 juli een lijst met vragen ingediend over het resterende deel van de claims. Deze vragen zijn door Rijkswaterstaat, samen met de betreffende claimanten, in augustus beantwoord. Dit heeft geleid tot een aanpassing van sommige claims (zie ook het antwoord op vraag 2). Van de zijde van Rijkswaterstaat wordt bij MSC steeds aangedrongen op een snelle betaling.

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe het contact met de rederij en de verzekeraar van de rederij verloopt?

Antwoord 6

Er is vrijwel dagelijks contact tussen vertegenwoordigers van MSC en Rijkswaterstaat over de afhandeling van de claims en de verdere afhandeling van de gevolgen. Er wordt in deze gesprekken op bepaalde onderwerpen nog steeds voortgang geboekt. Maar, gelet op waar we nu staan, zullen de komende weken door MSC nog wel belangrijke stappen moeten worden gezet om te kunnen komen tot een goede en verantwoorde, minnelijke afwikkeling.

Vraag 7

Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dan de rederij spoedig overgaat tot betaling van de kosten als gevolg van de schade?

Antwoord 7

Mijn voorkeur gaat nog steeds uit om er langs minnelijke weg met MSC uit te komen. Als onverhoopt mocht blijken dat een minnelijke overeenstemming met MSC niet mogelijk is, dan rest alleen nog de inzet van juridische instrumenten om te proberen de resterende kosten op MSC te verhalen.







Vraag 8

Deelt u de mening dat er grote verantwoordelijkheid bij de rederij ligt en dat er meer tempo gemaakt moet worden om wrevel in de regio, bij de gemeenten maar ook bij de vissers zoveel mogelijk te voorkomen?

Antwoord 8

Ja.

Vraag 9

Wat gaat u de komende tijd doen richting de rederij om de afhandeling van de schade voortvarender te laten verlopen?

Antwoord 9

Zie mijn antwoord bij vraag 7.

Vraag 10

Kunnen deze vragen worden beantwoord voor het VAO Wadden?

Antwoord 10

Ja.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,




drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga



[1] Trouw,d.d. 11 september 2019, Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde

containers?( https://www.trouw.nl/binnenland/natuurorganisaties-willen-weten-waar-blijft-de- schadevergoeding-voor-de-aangespoelde-containers~b0bbe0e4/ )