Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het beïnvloeden van persberichten van de Raad voor Rechtsbijstand door het ministerie van Justitie en Veiligheid

In antwoord op uw brief van 2 augustus 2019 deel ik u mee, dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP) over het beïnvloeden van persberichten van de Raad voor Rechtsbijstand door het ministerie van Justitie en Veiligheid, worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister voor Rechtsbescherming,

Sander Dekker

2019Z15501

(ingezonden 2 augustus 2019)

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de minister voor Rechtsbescherming over het beïnvloeden van persberichten van de Raad voor Rechtsbijstand door het ministerie van Justitie en Veiligheid

1

Klopt het dat u bemoeienis heeft met de totstandkoming en de inhoud van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand van de Raad voor Rechtsbijstand? Hoe ver strekt die bemoeienis en waar heeft die precies betrekking op?

Antwoord op vraag 1

Het ministerie van Justitie en Veiligheid was betrokken in het totstandkomingsproces van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand in de vorm van deelname aan de begeleidingscommissie, die toeziet op de kwaliteit van de monitor. Het ministerie was niet betrokken bij de totstandkoming en de inhoud van de Monitor. De Monitor is tot stand gekomen onder de inhoudelijke verantwoordelijkheid van de Raad voor Rechtsbijstand (verder: de Raad).

2

Is het waar dat inmiddels uit een WOB-verzoek blijkt dat de Raad voor Rechtsbijstand contact heeft gehad met u over het conceptpersbericht van de Raad voor Rechtsbijstand bij de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2017? Waarom zijn door u opmerkingen over het concept-persbericht gemaakt waarna door de Raad voor Rechtsbijstand een andere, definitieve versie is gepubliceerd?

3

Welke opmerkingen zijn er door u gemaakt? Kunt u deze correspondentie openbaar maken of in ieder geval inhoudelijk weergeven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 2 en vraag 3

De Raad heeft in oktober 2018 op ambtelijk niveau een conceptpersbericht over de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2017 voorgelegd aan het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het is staande praktijk om persberichten over en weer af te stemmen. De kop van het concept-persbericht luidde: “Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2017: Nederland kent relatief stabiel en evenwichtig stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand”. In het kader van de afstemming is opgemerkt dat de kop de lading van het persbericht niet dekte en bovendien ongelukkig was. Er lagen op dat moment drie kritische rapporten over de gesubsidieerde rechtsbijstand en het kabinet stond aan de vooravond van het presenteren van een nieuw stelsel voor rechtsbijstand, mede op basis van die rapporten.

Het is de verantwoordelijkheid van de Raad om, al dan niet op basis van gemaakte opmerkingen, een definitieve tekst van zijn persberichten vast te stellen. De Raad heeft uiteindelijk een persbericht uitgebracht met als kop: “Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2017 gepubliceerd”.

Ten aanzien van openbaarmaking van de correspondentie merk ik op dat die onderdeel uitmaakt van de ambtelijke interne beraadslagingen tussen het ministerie en de Raad, persoonlijke beleidsopvattingen bevat en derhalve niet gepubliceerd kan worden.

4

Is dit ook het geval bij de Monitor van het jaar 2018 en de jaren voor 2017? Zo ja, welke inhoudelijke wijzigingen zijn door u of vanuit het ministerie gesuggereerd en/of aangebracht?

Antwoord op vraag 4

Ook in andere jaren is het ministerie van Justitie en Veiligheid in de vorm van deelname aan de begeleidingscommissie, die toeziet op de kwaliteit van de monitor, betrokken geweest in het totstandkomingsproces van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand.

5

Waarom bemoeit u zich met de persberichten van de Raad voor Rechtsbijstand? Met welk doel? Waar is dit voor nodig?

Antwoord op vraag 5

Het is staande praktijk dat over en weer afstemming plaatsvindt over persberichten. Het is immers niet de bedoeling elkaar voor verrassingen te plaatsen en bovendien kan op die manier gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en inzichten.

Indiener(s)