Antwoord op vragen van het lid Van Raak over “exorbitante salarissen aan de top van overheidsbedrijven op Curaçao”

Hierbij zend ik u de antwoorden op de aan mij gestelde vragen van het lid Van Raak (SP) over “exorbitante salarissen aan de top van overheidsbedrijven op Curaçao” (ingezonden 5 augustus 2019, met kenmerk 2019Z15535).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,


drs. R.W. Knops


2019Z15535

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over “exorbitante salarissen aan de top van overheidsbedrijven op Curaçao” (ingezonden 5 augustus 2019)

Vraag 1

Klopt het dat salarissen aan de top van overheidsbedrijven op Curaçao heel veel hoger zijn dan het inkomen van de minister-president?1

Vraag 2

Waarom zijn de inkomens van de top van deze overheids-nv’s, die overwegend publieke taken uitvoeren en betaald worden met publiek geld, niet openbaar?

Vraag 4

Bent u op de hoogte van de topinkomens bij de overheids-nv’s op Curaçao en Sint Maarten?

Antwoorden vragen 1, 2 en 4

Volgens de Code Corporate Governance Curaçao moet in het jaarverslag worden gerapporteerd over de bezoldiging per bestuurder. Naleving van deze code is belegd bij de Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten (SBTNO). Ook Sint Maarten heeft een Code Corporate Governance. Naleving van die code is belegd bij de Corporate Governance Council.

De bezoldiging van bestuurders van overheids-nv’s op Curaçao en Sint Maarten en het toezicht daarop is een aangelegenheid van de desbetreffende landen. Niettemin ben ik van mening dat als een land stevige maatregelen moet treffen om de overheidsfinanciën op orde te krijgen en daarbij assistentie vraagt van Nederland, daarbij ook gekeken moet worden naar de bezoldiging van bestuurders van overheids-nv’s. Ik heb de minister-president van Curaçao hier al eerder op aangesproken.

Vraag 3

Heeft de financieel toezichthouder Cft ondertussen inzicht in de financiën van de overheids-nv’s op Curaçao en Sint Maarten?

Antwoord vraag 3

Toezicht op overheidsentiteiten is niet mogelijk op grond van de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Echter, overheidsentiteiten vervullen vaak een belangrijke maatschappelijke functie. Het functioneren daarvan kan verstrekkende gevolgen hebben voor de landsbegroting. Financiële verplichtingen via rechtspersonen die behoren tot een land kunnen immers van veel belang zijn voor de financiële positie van het land. Bij het financieel toezicht op die landsbegroting wordt derhalve de gehele collectieve sector in de beschouwing betrokken. Het Cft verzoekt de besturen van de landen regelmatig om inlichtingen over de collectieve sector die het voor de uitoefening van zijn taken nodig acht.

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat mensen die een publieke functie hebben nooit meer zouden mogen verdienen dan de minister-president?

Antwoord vraag 5

In Nederland hebben we hiervoor de Balkenendenorm afgesproken. Ik begrijp uit een reactie in de media dat de minister-president van Curaçao vindt dat normen moeten worden vastgesteld en dat er transparantie moet zijn over de vergoeding die overheidsdirecteuren genieten. De manier waarop Curaçao dit wil implementeren is een autonome aangelegenheid van het land Curaçao. Ik moedig de regering van Curaçao aan dit voortvarend op te pakken.

1 https://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/19905-aangifte-voor-lek-salaris

Indiener(s)