2019Z15262
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Staatssecretaris van Financiën
over de verbijsterende CAF-affaire met de kinderopvangtoeslag (ingezonden
19 juli 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de nieuwe berichtgeving over de Combiteam Aanpak
Facilitators (CAF)-affaire inzake de kinderopvangtoeslag? 1)
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Waarom heeft u op 4 juli 2019, tijdens het algemeen overleg over stopzetten
kinderopvangtoeslag, de CAF 16-zaak in Rotterdam verzwegen, terwijl
Kamerleden u daar wel naar gevraagd hebben?
Antwoord op vraag 2
In het AO Stopzetten kinderopvangtoeslag van 4 juli 2019 heb ik onder meer
aangegeven dat ik niet kan uitsluiten dat er meer toeslaggerelateerde
CAF-zaken zijn buiten het CAF 11-dossier waar hetzelfde is gebeurd. Daarom
heb ik de Adviescommissie uitvoering toeslagen (hierna: de Adviescommissie)
en de ADR gevraagd het handelen van Belastingdienst/Toeslagen (hierna:
Toeslagen) te onderzoeken.
Vraag 3
Klopt het dat in de rechtbank Rotterdam op 8 juli 2019 is gebleken dat ook
daar kinderopvangtoeslagen onrechtmatig zijn stopgezet en teruggevorderd?
Antwoord op vraag 3
Naar aanleiding van de situatie rondom het CAF 11-dossier is deze zaak
voorafgaand aan de behandeling op zitting door Toeslagen nogmaals
bestudeerd. Hierbij is ruimhartig gekeken naar het dossier. Ook is tijdens
de zitting van de zijde van de Belastingdienst, in navolging van een
uitspraak van de Raad van State, inderdaad gemeld dat in deze zaak het
besluit tot stopzetting van het voorschot onrechtmatig is geweest. Mede om
deze reden heeft Toeslagen de vrijdag voorafgaand aan de zitting een nieuwe
beslissing op bezwaar genomen.
Vraag 4
Neemt u de Kamer nog wel serieus, nu u de Kamer opnieuw onvolledig en
onjuist hebt geïnformeerd?
Antwoord op vraag 4
Ik informeer de Kamer altijd naar eer en geweten en zo juist en volledig
mogelijk.
Vraag 5
Bent u op hoogte van het grondwettelijke recht van de Kamer (art. 68
Grondwet) om alle inlichtingen te ontvangen? Waarom leeft u de wet niet na?
Antwoord op vraag 5
Ik informeer de Kamer altijd naar eer en geweten en zo juist en volledig
mogelijk.
Vraag 6
Heeft u de Belastingdienst nog wel onder controle? Hoe reageert u op de
berichtgeving dat het kerndepartement en de Belastingdienst elkaar niet
meer vertrouwen? Hoe reageert u op de berichtgeving dat de Belastingdienst,
en met name de afdeling Toeslagen, zijn eigen gang gaat, en een staat in de
staat vormt, die denkt aan niemand verantwoording schuldig te zijn?
Antwoord op vraag 6
Ik laat de kwalificaties voor rekening van de vragensteller. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 2 juli jl. [1], sta ik een open en veilig klimaat voor, waar medewerkers in hun kracht gezet worden, zich veilig voelen en fouten kunnen maken. Dilemma’s moeten worden besproken en van fouten moet worden geleerd. Alleen zo kan ruimte ontstaan voor de menselijke maat. Daarom is cultuur de vierde pijler van beheerst vernieuwen. De kern van de pijler cultuur heeft een deels gedifferentieerd programma dat gericht is op alle medewerkers van de Belastingdienst. Het programma is niet vrijblijvend en maakt gebruik van kennis en expertise van buiten de Belastingdienst. De pijler cultuur is heeft tot doel het gedrag en handelen van medewerkers echt te veranderen.
Vraag 7
Kunt u toezeggen dat de algemeen directeur Toeslagen bij de Belastingdienst
als gevolg van de CAF- affaire strafontslag zal krijgen, de leidinggevenden
binnen Toeslagen voorwaardelijk strafontslag, en alle andere medeplichtige
ambtenaren van de Belastingdienst een waarschuwing of berisping?
Antwoord op vraag 7
Ik doe geen uitspraken over individuen en individuele casussen.
Vraag 8
Vindt u het niet schokkend dat ambtenaren willens en wetens de wet hebben
overtreden? Welke sancties heeft u ter beschikking? Welke sancties gaat u
opleggen?
Antwoord op vraag 8
De Adviescommissie en de ADR heb ik gevraagd het handelen van Toeslagen te
onderzoeken. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van de onderzoeken.
Als de onderzoeken zijn afgerond, zal ik met een reactie komen. Verder
verwijs ik u naar de antwoorden op vraag 6 en vraag 7.
Vraag 9
Klopt het dat het niet om incidenten ging, maar dat het om staand beleid
ging, en de top van Toeslagen op de hoogte was? Waren ook de
secretaris-generaal en de toenmalige staatssecretarissen en ministers van
Financiën op de hoogte? Kunt u dit uitsluiten?
Antwoord op vraag 9
Ik heb de Adviescommissie en de ADR gevraagd het handelen van Toeslagen te
onderzoeken. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van de onderzoeken.
Vraag 10
Waarom zijn de interne signalen in 2015 genegeerd? Klopt het dat hier
intern overleg over is gevoerd? Klopt het dat er instructies zijn
uitgewisseld en welke waren dat?
Antwoord op vraag 10
In mijn brief van 2 juli 2019 ben ik hierop ingegaan. In september 2015 is een overdrachtsdocument gewisseld tussen behandelaars van bezwaarschriften bij Toeslagen. Ik heb geen aanwijzingen dat dit document binnen de Belastingdienst is besproken.
Vraag 11
Vindt u ook dat, net als de Nationale ombudsman, de overheid een
meewerkende overheid moet zijn, die het volk dient? Hoe kwalificeert u het
hysterische optreden van de Afdeling Toeslagen in dit licht?
Antwoord op vraag 11
Ik deel de stelling dat de overheid zijn burgers moet faciliteren.
Vraag 12
Is de klokkenluider inmiddels weer aan het werk? Kunt u deze klokkenluider
voordragen voor promotie en salarisopslag, en daarnaast voordragen voor een
lintje, nu deze persoon een heldenrol heeft vervuld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 12
Ik doe geen uitspraken over individuen of individuele casussen.
Vraag 13
Bent u nog wel de juiste persoon om de CAF-affaire op te lossen? Of groeit
deze affaire u boven het hoofd? Bent u bereid op te stappen, als deze zaak
niet uiterlijk op 1 januari 2020 volledig opgelost zal zijn, inclusief het
uitbetaald hebben van alle schadevergoedingen, met de volledige
genoegdoening van alle slachtoffers?
Antwoord op vraag 13
Ik ben vastberaden deze zaak goed en zorgvuldig op te lossen.
Vraag 14
Klopt het dat er in de nasleep van de Bulgarenfraude in de jacht op fraude
zorgvuldig onderzoek en bewijsvoering zijn overgeslagen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord op vraag 14
Zoals ik eerder heb aangegeven, heeft, ingegeven door de tijdgeest gericht
op het voorkomen en aanpakken van fraude, de focus gelegen op de
bestrijding van fraude en is de menselijke maat uit het oog verloren. [2] Dit
heeft in voorkomende gevallen vervelende consequenties gehad voor
goedwillende ouders van wie de toeslag is stopgezet, terwijl later bleek
dat zij er wel recht op hadden.
Vraag 15
Wat is de achtergrond van het nieuwe onderzoek van de Auditdienst Rijk
(ADR) dat u op 9 juli jl. heeft gelast? Bent u ervan op de hoogte dat de
Kamer op 9 juli nieuwe vragen heeft gesteld, die in grote lijnen
overeenkomen met het gelaste ADR-onderzoek?
Antwoord op vraag 15
Zoals ik tijdens het plenaire debat van 21 maart jl. heb aangegeven, laat
ik de ADR onderzoeken of de problemen in het CAF 11-dossier ook in andere
zaken hebben gespeeld. De Auditdienst Rijk (ADR) kijkt naar het handelen
van Toeslagen in toeslaggerelateerde CAF-zaken. In het debat over dit
onderwerp op 4 juli jl. heb ik aangegeven de onderzoeksopdracht aan de ADR
zo snel als mogelijk aan uw Kamer te doen toekomen. De vragen van uw Kamer
voor het ADR onderzoek van 9 juli jl. heb ik mee laten nemen in de
onderzoeksopdracht. Op diezelfde datum heb ik u over de opdracht
geïnformeerd. Naar aanleiding van een verzoek van de leden Lodders en
Omtzigt en de Adviescommissie is het ADR onderzoek uitgebreid en nader
gespecificeerd, hierover heb ik u 5 september jl. een brief gezonden. [3]
Vraag 16
Wanneer denkt u het bredere CAF-onderzoek van de ADR te hebben afgerond? Is
dat voor het einde van de week? Of is het bredere CAF-onderzoek van de ADR
een nieuw rookgordijn dat u opwerpt?
Antwoord op vraag 16
Het onderzoek van de ADR is naar verwachting eind 2019 afgerond, zoals ook
gemeld in mijn Kamerbrief van 11 juni jl. [4]
Vraag 17
Kunt u ervoor zorgdragen, dat er een volledig overzicht komt van alle (170)
CAF-zaken, met daarin een overzicht van de hoeveelheid stopzettingen, de
hoeveelheid terugvorderingen, de hoeveelheid gastouders, de hoeveelheid
gastouderbureaus (en een lijst hiervan) en de totale bedragen die hiermee
gemoeid zijn? Bent u in deze bereid om art. 68 van de Grondwet na te leven?
Antwoord op vraag 17
Alle relevante informatie over de zaken wordt op dit moment
geïnventariseerd ten behoeve van de Adviescommissie en de ADR. Nadat deze
onderzoeken zijn afgerond zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten
hiervan.
Vraag 18
In hoeveel zaken wordt er nog geprocedeerd? In hoeveel zaken hebben burgers
gelijk gekregen en in hoeveel zaken heeft Toeslagen gelijk gekregen?
Antwoord op vraag 18
Alle relevante informatie over de zaken wordt op dit moment
geïnventariseerd ten behoeve van de Adviescommissie en de ADR. Nadat deze
onderzoeken zijn afgerond zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten
hiervan.
Vraag 19
Hoeveel hebben de lopende rechtszaken inmiddels gekost aan griffie- en
advocaatkosten? Hoeveel heeft de Staat inmiddels aan kosten gemaakt bij de
Landsadvocaat?
Antwoord op vraag 19
Tot medio augustus 2019 is er in CAF 11 zaken circa € 4.600 griffierecht
vergoed. De kosten van de Landsadvocaat tot en met de maand juni 2019
bedragen € 405.000. Het gaat om het totaal van inzet van de Landsadvocaat
bij de verschillende afgesloten en nog lopende bestuursrechtelijke
procedures, de lopende procedure inzake de civiele schadeclaims en algemene
advisering in het kader van CAF 11. Dit bedrag is afgerond op duizenden
euro’s en omvatten honoraria, kantoorkosten, verschotten en BTW.
Vraag 20
Bent u bereid niet alleen de kinderopvangtoeslagenzaken vanaf 2013, maar
vanaf 2010 opnieuw te beoordelen? Kunt u de juridische verantwoordelijkheid
hierin onderzoeken?
Antwoord op vraag 20
Omdat het CAF-team in 2013 is opgericht, is dat het startmoment van het
onderzoek. In de CAF 11-zaak is van een groot aantal ouders de
kinderopvangtoeslag stopgezet terwijl onderzoek naar het recht hierop nog
niet was afgerond. Een dergelijke stopzetting is niet in overeenstemming
met de systematiek van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Ik
kan niet uitsluiten dat deze handelswijze ook in andere toeslaggerelateerde
CAF-zaken bij een groot aantal personen tegelijk is toegepast. Mede daarom
laat ik de ADR toeslaggerelateerde CAF-zaken onderzoeken.
Vraag 21
Hoeveel ouders zijn door het ingrijpen van Toeslagen in de bijstand of een
andere uitkering terechtgekomen?
Antwoord op vraag 21
Dit wordt niet bijgehouden. Er zijn mij dan ook geen cijfers bekend over
ouders die door het ingrijpen van Toeslagen in de bijstand of een andere
uitkering zijn terechtgekomen.
Vraag 22
Bent u het eens met de uitspraak van de minister van Financiën, op 9 juli
2019 in het programma Jinek, dat het stilleggen van alle rechtszaken niet
ver genoeg gaat? Om hoeveel van deze rechtszaken gaat het?
Antwoord op vraag 22
Ik heb de minister horen zeggen dat hij hetzelfde vindt als ik. Op het
moment van verzenden van deze antwoorden gaat het om 10 procedures in het
kader van CAF 11 en om 20 rechtszaken die betrekking hebben op de overige
CAF-zaken.
Vraag 23
Klopt het dat al in 2012 gebleken was dat de signalen van de GGD uit 2011
niet klopten?
Antwoord op vraag 23
Nee, dat klopt niet. In de brief van 11 juni jl. ben ik uitvoerig ingegaan
op deze materie.
Vraag 24
Waarom heeft Toeslagen hier niets mee gedaan? Deelt u de mening dat de
overheid niet in zichzelf gekeerd moet zijn, maar ontlastende signalen
serieus moet nemen?
Antwoord op vraag 24
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 23.
Vraag 25
Hoe reageert u op de uitspraken van de Algemene Rekenkamer, in Nieuwsuur
van 10 juli jl.? 2)
Antwoord op vraag 25
Francine Giskes van de Algemene Rekenkamer constateert in de uitzending van
Nieuwsuur van 10 juli onder meer dat op het toeslagendossier sprake is van
grote politieke druk. Bij de invoering van het toeslagensysteem werd van de
Belastingdienst gevraagd “snel de voorschotten te betalen en pas later te controleren”,
waardoor veel terugvorderingen ontstonden. Daarna is de Belastingdienst
juist gevraagd om “heel goed te controleren alvorens uit te keren.”
Francine Giskes stelt in genoemde uitzending verder dat “het beter moet met de interne coördinatie binnen de Belastingdienst, maar ook in de regelgeving.” Deze conclusies onderschrijf ik grotendeels. Daarom kondigde ik in oktober vorig jaar als maatregel aan dat de vaktechnische inbedding van Toeslagen verbeterd wordt. Dit moet de interne coördinatie verbeteren. Daarnaast is mijn beeld dat ook de wetgeving op onderdelen rigide is en soms te weinig mogelijkheden biedt om tegemoet te komen aan het maatschappelijk rechtvaardigheidsgevoel in deze zaken. Dit kan soms disproportionele gevolgen hebben en tot schrijnende situaties leiden. Ik ben daarom met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nader aan het onderzoeken of in dergelijke situaties tot een meer proportionele benadering kan worden gekomen. Daarnaast wordt op dit moment een IBO Toeslagen uitgevoerd, waarbij onder meer verdergaande opties van het stelsel van toeslagen worden bezien. De uitkomsten van dit IBO worden aan het eind van 2019 verwacht.
Vraag 26
Deelt u de mening dat de toeslagenwetgeving te complex is, maar ook de
inrichting van de Belastingdienst chaotisch is, en dat deze dienst in
zichzelf gekeerd is? Wat gaat u hieraan doen?
Antwoord op vraag 26
Zoals ik in mijn brief van 11 juni jl. heb aangegeven, is het mijn beeld dat de wetgeving op onderdelen rigide is. In mijn brief van 3 juli jl. ben ik ingegaan op mijn aanpak ‘beheerst vernieuwen’ om de Belastingdienst te vernieuwen en toekomstbestendig te maken.
Vraag 27
Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat er al vele onderzoeken van de
Algemene Rekenkamer geweest zijn, en bijvoorbeeld ook de
commissie-Joustra/Borstlap, maar dat er heel weinig met deze onderzoeken
wordt gedaan?
Antwoord op vraag 27
Ik deel het beeld dat in de vraag geschetst wordt niet. Met de aanbevelingen van de Commissie Joustra/Borstlap is de Belastingdienst bijvoorbeeld voortvarend aan de slag gegaan. Ik verwijs uw Kamer naar de voortgangsrapportage van 5 december 2017, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de dertien aanbevelingen van de Commissie.
Vraag 28
Is de stelling gerechtvaardigd te stellen dat de Belastingdienst een
onbestuurbare en onverbeterlijke organisatie is en vergelijkbaar met een
stuurloze en zinkende olietanker, die niet meer is bij te sturen?
Antwoord op vraag 28
Nee.
Vraag 29
Is de stelling gerechtvaardigd dat we eigenlijk rechtstreeks op een
parlementaire enquête afstevenen, waarin alle verantwoordelijken in de loop
der jaren op het matje zullen moeten komen?
Antwoord op vraag 29
Het instellen van een parlementaire enquête is een recht van uw Kamer.
Vraag 30
Bent u bereid om alle beschikbare documenten zeker te stellen, om een
dergelijke parlementaire enquête effectief te laten verlopen? Welke rol
kunnende politie en de Fiscale Inlichtingen-en Opsporingsdienst (FIOD)
hierin spelen?
Antwoord op vraag 30
Indien de Kamer besluit tot het instellen van een parlementaire enquête
verleen ik vanzelfsprekend alle medewerking.
Vraag 31
Deelt u de mening dat het structureel kwakkelen van de Belastingdienst niet
alleen begonnen is in 2006, met de invoering van de Toeslagen, maar dat de
neergang van de dienst eigenlijk al begonnen is bij de brede
belastingherziening in 2001?
Antwoord op vraag 31
Nee, die mening deel ik niet.
Vraag 32
Klopt het dat in 2001 begonnen is met het veel meer gebruik maken van
steekproeven, in plaats van 100%-controle?
Antwoord op vraag 32
Volledige controle was en is niet mogelijk. De Belastingdienst moet daarom
risicogericht werken. Ook voor 2001 was dit al het geval. Het toepassen van
steekproeven en deelwaarnemingen is een gebruikelijke werkwijze.
Vraag 33
Klopt het dat veel mensen en bedrijven gebruik maken van de grote mazen in
de wet, die door deze steekproefcontroles zijn ontstaan?
Antwoord op vraag 33
Eventuele mazen in het wettelijke kader staan los van de wijze waarop
toezicht en handhaving is ingericht en dienen door aanpassing van dit kader
te worden opgelost.
Vraag 34
Klopt het bijvoorbeeld dat een gemiddelde controle bij een mkb'er gemiddeld
31.000 euro aan te weinig betaalde belasting oplevert? Dit kan toch niet?
Wanneer gaat u hier eindelijk eens wat aan doen?
Antwoord op vraag 34
De Belastingdienst controleert grotendeels risicogericht. Een gemiddelde
opbrengst van een controle bij een MKB-bedrijf zegt daarom niets over de
mate waarin deze sector wet- en regelgeving naleeft.
Vraag 35
Klopt het dat er zwarte lijsten bestaan, waarop toeslaggerechtigden staan,
die in beginsel afgewezen worden voor de kinderopvangtoeslag, of die voor
stopzetting of terugvordering in aanmerking komen? Kunt u uitsluiten dat
deze zwarte lijstenbestaan?
Antwoord op vraag 35
Zoals ik in het debat van 21 maart 2019 heb aangegeven, bestaan er geen
zwarte lijsten binnen Toeslagen. Wel bestaan er lijsten voor handmatige
beoordeling. Toeslaggerechtigden die op een dergelijke lijst staan worden
handmatig gecontroleerd. Plaatsing op deze lijst heeft geen gevolgen voor
het recht op kinderopvangtoeslag.
Vraag 36
Op basis van welke criteria zijn deze zwarte lijsten samengesteld? Wie nam
hierin beslissingen? Zijn dit besluiten in de zin van de Algemene wet
bestuursrecht (Awb), waar bezwaar en beroep tegen mogelijk is? Waarom is
niemand hierover geïnformeerd? Kunt u dit alsnog doen?
Antwoord op vraag 36
Er bestaan binnen Toeslagen geen zwarte lijsten. Verder verwijs ik u naar
het antwoord op vraag 35.
Vraag 37
Hoe kan iemand van een zwarte lijst afkomen? Welke procedure gaat u
hiervoor inrichten?
Antwoord op vraag 37
Er bestaan binnen Toeslagen geen zwarte lijsten. Verder verwijs ik u naar
het antwoord op vraag 35.
Vraag 38
Hoeveel van de benadeelde ouders in de CAF 11-zaak hebben een dubbele
nationaliteit?
Antwoord op vraag 38
Bij de start van het CAF 11-onderzoek hadden 196 vraagouders een dubbele
nationaliteit.
Vraag 39
Hoeveel van de benadeelde ouders in de andere CAF-zaken hebben een dubbele
nationaliteit? Kunt u per CAF-zaak aangeven welk percentage van de ouders
een dubbele nationaliteit hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 39
Op dit moment worden toeslaggerelateerde CAF-zaken geïnventariseerd en
verstrekt aan de Adviescommissie en de ADR. Nadat de onderzoeken zijn
afgerond zal ik uw Kamer nader informeren.
Vraag 40
Kunt u uitsluiten dat er bij het samenstellen het criterium van etniciteit
is gehanteerd? Zo ja, op basis waarvan? Zo nee, waarom niet en wat gaat u
hieraan doen?
Antwoord op vraag 40
In mijn brief van 11 juni jl. ben ik uitgebreid ingegaan op het verwerken
van nationaliteit in de CAF-zaken:
“Vanaf de startperiode van het CAF maakte Toeslagen na het ontvangen van een signaal een uitdraai uit de systemen. Hiervoor werd vanaf 2013 door een medewerker een uitgebreid queryverzoek gedaan om gegevens uit de systemen te kunnen combineren. In dit queryverzoek werd gevraagd om specifieke gegevens over vraagouders. Naast naam, adres, en woonplaats, werden bijvoorbeeld ook gegevens over (eerste en tweede) nationaliteit, de startdatum van de toeslag en een eventuele immigratiedatum opgevraagd. In de opgeleverde gegevensset zijn alle gevraagde gegevens opgenomen.
Wanneer de analyse van een query aanwijzingen geeft van mogelijk georganiseerd misbruik, worden bezoeken aan gastouders en/of een gastouderbureau uitgevoerd. Bezoeken worden in het geval van CAF-zaken afgerond met een intern verslag van bevindingen.
Vanaf 2014 worden de analyses van de queries vastgelegd in een intern document om een overzichtelijk beeld te geven van de situatie. Dit interne document bevat een samenvattend overzicht van het aantal vraagouders, het soort toeslag, de woonplaatsen van de vraagouders, en de totale financiële omvang. Ook de nationaliteit van aanvragers was opgenomen in dit interne document. Sinds 2016 wordt specifiek op basis van dit document besloten of verder onderzoek nodig is, bijvoorbeeld in de vorm van een actualiteitsbezoek. Informatie over de (tweede) nationaliteit is geen selectiecriterium geweest bij de starten van CAF-zaken, dat waren immers steeds signalen van buitenaf. Recent is besloten dat nationaliteit ook geen onderdeel meer is van het queryverzoek.”
Ik keur etnisch profileren ten strengste af. De Autoriteit Persoonsgegevens doet onderzoek bij Toeslagen naar de verwerking van persoonsgegevens en bekijkt of sprake is geweest van etnisch profileren. De uitkomsten van dit onderzoek wacht ik af.
Vraag 41
Deelt u de mening dat de Discriminerende Overheid heel ver af staat van de
Dienstbare Overheid, die ons voor ogen zou moeten staan?
Antwoord op vraag 41
Zoals ik eerder heb aangegeven in mijn brief van 11 juni jl., keur ik
etnisch profileren ten strengste af.
Vraag 42
Bent u bereid om, naast het al lopende onderzoek, een diepgaand onderzoek
te gelasten naar het gebruik van etniciteit als criterium, oftewel het
discrimineren op etniciteit?
Antwoord op vraag 42
De Autoriteit Persoonsgegevens doet reeds onderzoek bij Toeslagen naar de
verwerking van persoonsgegevens en bekijkt of sprake is geweest van etnisch
profileren. De ADR is tevens gevraagd te onderzoeken of nationaliteit een
bepalende rol heeft gespeeld in de CAF-onderzoeken. Ook heeft op 7 juni jl.
de Nationale ombudsman een onderzoek aangekondigd om een indruk te krijgen
van de aard van de klachten bij de overheid als het gaat om etnisch
profileren en hoe overheden daar vervolgens mee omgaan. Daarnaast heb ik de
Adviescommissie gevraagd hoe het in algemene zin met de praktische
rechtsbescherming van de toeslaggerechtigden is gesteld, en welke
verbeteringen zijn hier wenselijk zijn. Bij het advies wordt ook betrokken
de aanwezigheid van bijzondere categorieën persoonsgegevens – meer in het
bijzonder [tweede] nationaliteit – bij Toeslagen. Ik wacht de uitkomsten
van deze onderzoeken af.
Vraag 43
Bent u bereid om, indien discrimineren op etniciteit inderdaad het geval
blijkt te zijn geweest, strafrechtelijke aangifte te doen van
discriminatie?
Antwoord op vraag 43
Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van de onderzoeken die in het
antwoord op vraag 42 zijn genoemd.
Vraag 44
Wanneer verwacht u dat het onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens
naar o.a. etnisch profileren afgerond zal zijn? Wanneer zal de Kamer
hierover geïnformeerd worden?
Antwoord op vraag 44
Ik kan daar geen uitspraak over doen omdat de Autoriteit Persoonsgegevens
zelf haar agenda vaststelt.
Vraag 45
Kunt u nader ingaan op de zelfmoord, die in de media wordt genoemd (1), en
die gerelateerd zou zijn aan het terugvorderen van kinderopvangtoeslag?
Vraag 46
Kunt u een causaal verband uitsluiten tussen de zelfmoord en het
terugvorderen van kinderopvangtoeslag door Toeslagen? Zo ja, waar blijkt
dit uit? Zo nee, waarom niet en wat gaat u hier mee doen?
Vraag 47
Wat doet dit met u? Deelt u de mening dat dit verbijsterend is?
Vraag 48
Op welke manier kunt u de 2-jarige wees royaal compenseren, indien blijkt
dat het leven van dit kind door toedoen van de Belastingdienst verwoest is?
Antwoord op vraag 45, 46, 47 en 48
Zelfdoding is een bijzonder trieste gebeurtenis, in het bijzonder voor alle
betrokkenen. Dat behoeft geen enkele nadere toelichting. Bij de
Belastingdienst komen incidenteel meldingen binnen, waarbij nabestaanden
aangeven dat sprake is van zelfdoding. De Belastingdienst heeft mij
desgevraagd laten weten dat een melding over de zelfdoding van een
vraagouder in Rotterdam niet in de organisatie geregistreerd staat.
Vraag 49
Hoe hoog zullen de schadevergoedingen zijn? Deelt u de mening dat dit hoger
zal moeten zijn dan de 15.000 euro, die de Q-koorts patiënten hebben
gekregen? Wat vindt u van een schadevergoeding van 15.000 euro per verpest
jaar?
Antwoord op vraag 49
Ik heb de Adviescommissie gevraagd te adviseren over een passende
oplossing. Ik wil niet op dit advies en de uitwerking daarvan vooruitlopen.
Vraag 50
Waarom bent u eerder met de schaamteloze fooi gekomen van 500 euro per half
jaar? Dit kan toch niet?
Antwoord op vraag 50
Het bestuursrecht kent op basis van jurisprudentie kort gezegd een
vergoeding van € 500,- voor ieder (deel van een) half jaar dat de
behandeling van het bezwaarschrift en beroep langer heeft geduurd dan twee
jaar. Ik heb Toeslagen de opdracht gegeven deze vergoeding in CAF 11-zaken
proactief en ruimhartig toe te kennen. [5]
Deze vergoeding ziet uitsluitend op de overschreden termijn. Om een
passende oplossing te vinden voor gedupeerde ouders, heb ik de
Adviescommissie om advies gevraagd.
Vraag 51
Hoe breed is de CAF-affaire inmiddels? Klopt het dat er 170 CAF-zaken zijn?
Kunt u uitsluiten dat, gezien de 302 gevallen in CAF 11, het hier wel eens
om ca. 50.000 (302*170) toeslaggedupeerden zou kunnen gaan? Hoe gaat u deze
mensen compenseren?
Antwoord op vraag 51
In totaal zijn er inderdaad circa 170 toeslaggerelateerde CAF-zaken. Op dit
moment worden deze zaken geïnventariseerd en verstrekt aan de
Adviescommissie en de ADR. Nadat de werkzaamheden van de commissie en de
ADR zijn afgerond zal, ik uw Kamer nader informeren.
Vraag 52
Deelt u de mening dat het hele toeslagensysteem op de schop moet?
Antwoord op vraag 52
Op dit moment wordt een IBO Toeslagen uitgevoerd, waarbij onder meer
verdergaande opties van het stelsel van toeslagen worden bezien. De
uitkomsten van dit IBO worden aan het eind van 2019 verwacht. Daarnaast is,
zoals ik in mijn brief van 11 juni jl. heb aangegeven, mijn beeld dat de
wetgeving op onderdelen rigide is en soms te weinig mogelijkheden biedt om
tegemoet te komen aan het maatschappelijk rechtvaardigheidsgevoel in deze
zaken. Dit kan soms disproportionele gevolgen hebben en tot schrijnende
situaties leiden. Ik ben daarom met de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid nader aan het onderzoeken of in dergelijke situaties tot
een meer proportionele benadering kan worden gekomen.
Vraag 53
Kunt u beleidsopties uitwerken waarbij toeslagen alleen nog maar toegekend
worden op basis van vaststaande feiten, waardoor er later geen
terugvordering meer nodig is?
Antwoord op vraag 53
Terugvorderingen zijn inherent aan de huidige systematiek. Op dit moment
wordt een IBO Toeslagen uitgevoerd, waarbij onder meer verdergaande opties
van het stelstel van toeslagen worden bezien. De uitkomsten van dit IBO
worden aan het eind van 2019 verwacht. Ik wil niet vooruitlopen op de
resultaten van dit onderzoek.
Vraag 54
Klopt het dat er aan de terugvordering op basis van nieuwe inkomensgegevens
geen eindtermijn zit (op basis van art. 20 en 21 Algemene wet
inkomensafhankelijke regelingen)? Klopt het dat dit erg afwijkt van de
hoofdregel, waarin de eventuele vorderingen van de Belastingdienst verjaren
na vijf jaar?
Antwoord op vraag 54
Ook voor de toeslagen geldt in principe een verjaringstermijn van 5 jaar.
Binnen deze termijn kan een reeds vastgestelde toeslag naderhand in
bepaalde gevallen nog in het voordeel of in het nadeel van de
belanghebbende worden herzien. De mogelijkheid tot herziening van een
vastgestelde toeslag in verband met een wijziging van het inkomensgegeven
op grond van artikel 20 Awir heeft echter geen verjaringstermijn, maar is
gekoppeld aan het moment waarop het nieuwe inkomensgegeven is vastgesteld.
Dat heeft als reden dat de Belastingdienst/Toeslagen voor wat betreft dit
inkomensgegeven afhankelijk is van de inspecteur van de Belastingdienst en
het bij langlopende procedures in de sfeer van de inkomstenbelasting,
bijvoorbeeld in geval van navordering door de inspecteur, langer dan 5 jaar
kan duren voordat het inkomensgegeven definitief vaststaat. Mede daarom
schrijft artikel 20 Awir voor dat de Toeslagen, als dat inkomensgegeven
eenmaal wijzigt, binnen 8 weken tot een herziening moet overgaan.
Vraag 55
Waarom is voor deze afwijkende regel gekozen? Kunt u overwegen om de
uiterste terugvorderingstermijn voor de Afdeling Toeslagen eveneens op
vijfjaar te zetten? Kunt u een voorstel hiertoe opnemen in het
Belastingplan 2020? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 55
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 54. Ik ben niet voornemens om nu een
voorstel in het Belastingplan 2020 op te nemen waarin een verjaringstermijn
aan artikel 20 van de Awir wordt verbonden.
Vraag 56
Klopt het dat de afdeling van de Belastingdienst die de Inkomstenbelasting
uitvoert de inkomensgegevens van bijna iedereen heeft?
Antwoord op vraag 56
De Belastingdienst is houder van de Basisregistratie inkomen (art. 21
Algemene wet inzake rijksbelastingen). In dit register wordt het inkomen
vastgelegd van alle burgers. Daarnaast krijgt de Belastingdienst
bijvoorbeeld actuele inkomensgegevens van het UWV. Dat betekent echter niet
dat van iedereen de actuele inkomensgegevens beschikbaar zijn. Het komt
bijvoorbeeld voor dat personen om uiteenlopende redenen uitstel vragen en
krijgen voor de aangifte inkomstenbelasting of dat er wordt nagevorderd,
waardoor definitieve inkomensgegevens pas later bekend zijn.
Vraag 57
Klopt het dat deze inkomensgegevens vaak pas na vele jaren bij de Afdeling
Toeslagen terechtkomen, die dan vervolgens tot terugvordering overgaat, tot
grote ergernis van de toeslaggerechtigden?
Antwoord op vraag 57
Nee, dat klopt niet. Toeslagen verkrijgt gedurende het jaar doorlopend
inkomensgegevens. Op basis van deze gegevens kan Toeslagen voor een aantal
toeslaggerechtigden bijvoorbeeld al gedurende het toeslagjaar het voorschot
aanpassen. Daarnaast kan belanghebbende zelf de inkomensgegevens aanpassen,
zodat het voorschot op het actuele inkomen gebaseerd is. Zo kunnen (hoge)
terugvorderingen worden voorkomen. Het komt echter voor dat
inkomensgegevens pas later bekend zijn. Hierbij verwijs ik naar het
antwoord op vraag 56. Voor de volledigheid wijs ik erop dat ook andere
factoren een rol kunnen spelen bij terugvorderingen. Zo kan het (wisselend)
aantal opvanguren bij de kinderopvangtoeslag ook een belangrijke rol
spelen.
Vraag 58
Hoe kunt u bewerkstelligen dat deze inkomensgegevens veel sneller tussen de
beide delen van de Belastingdienst worden gedeeld? Het is toch bizar dat de
ene hand van de Belastingdienst niet weet wat de andere hand doet?
Antwoord op vraag 58
Ik verwijs u naar de antwoorden op vraag 56 en 57.
Vraag 59
Is de Belastingdienst inmiddels de slechtst functionerende overheidsdienst
van Nederland?
Antwoord op vraag 59
Deze appreciatie laat ik aan de vragensteller.
Vraag 60
Kunt u een vergelijking maken met het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV), de Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND),
het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) en de Defensie Materieel
Organisatie?
Antwoord op vraag 60
Nee, dat kan ik niet. Bovendien vallen de genoemde diensten niet onder mijn verantwoordelijkheid.
1) RTL4, Een ongekende heksenjacht, Pieter Klein, 8 juli 2019
2) Nieuwsuur, 10 juli 2019
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Leijten (SP), ingezonden 15 juli 2019 (vraagnummer 2019Z15127)