Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Slootweg (CDA) over de uitzending van Nieuwsuur 'Zorg voor complexe gehandicapten nog steeds niet op orde' (2019Z15316).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Hugo de Jonge
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Slootweg (CDA) over de uitzending
van Nieuwsuur 'Zorg voor complexe gehandicapten nog steeds niet op orde' (2019Z15316)
1.
Kent u bovengenoemde uitzending van Nieuwsuur van 20 juni 2019? 1) Zo ja, wat vindt u hiervan?
1.
Ja. Ik vind het zeer onwenselijk dat er nog steeds mensen met complexe
zorgvragen zijn voor wie geen juiste ondersteuning en zorg beschikbaar is.
Ik zie dat zorgaanbieders, zorgfinanciers, cliënten en naasten dag in dag
uit bezig zijn met het vinden van oplossingen op maat, ook in heel complexe
situaties. Er zijn en komen her en der heel mooie oplossingen om zo goed
mogelijke passende zorg te kunnen bieden, ook voor mensen in zeer complexe
situaties. Maar tegelijkertijd zie ik ook dat die nieuwe plekken snel
“vollopen” en dat mede daardoor mensen soms te lang op een voor hen niet
passende plek moeten blijven. Met mijn programma Volwaardig leven wil ik
aan de sector een extra impuls geven waardoor deze meer toekomstbestendig
wordt. Een belangrijk onderdeel daarvan is het realiseren van voldoende
plekken met passende zorg voor cliënten in de allermoeilijkste situaties.
2.
Bent u in overleg met organisaties zoals VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland), KansPlus (belangennetwerk verstandelijk gehandicapten) en
Ieder(in) (netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte) om
te inventariseren wat voor soort zorgplekken precies nodig zijn?
3.
Kunt u aangeven hoe ver het met deze inventarisatie staat?
2. en 3.
Bij het inventariseren en realiseren van een passend aanbod voor complexe
zorgvragers vanuit de “Werkagenda Passende Zorg is Maatwerk” en mijn
Programma “Volwaardig Leven” zijn alle relevante stakeholders betrokken.
Zorgkantoren en zorgaanbieders werken toe naar o.a. 100 maatwerkplaatsen
voor mensen met een complexe zorgvraag voor wie om allerlei redenen niet
(voldoende) passende plekken beschikbaar zijn en maatwerk geboden is.
Zorgkantoren organiseren daarvoor in alle regio’s in de tweede helft van
2019 een regionale taskforce met zorgaanbieders, (onafhankelijke)
cliëntondersteuners en het CCE. Daarbij inventariseren zij welke regionale
tekorten er zijn en welke zorgplekken er precies nodig zijn in de regio.
Deze inventarisatie is uiterlijk voor maart 2020 afgerond. Met deze
uitkomsten zullen zorgkantoren in 2020 bij geselecteerde zorgaanbieders
maatwerkzorg gaan inkopen. Over de uitkomsten daarvan zal ik uw Kamer via
de voortgangsrapportages van programma Volwaardig Leven informeren.
4.
Kunt u aangeven hoeveel plekken voor gehandicapten met complexe problemen
er zijn bijgekomen sinds maart 2017, toen bleek dat er honderden cliënten
met meerdere complexe aandoeningen zijn die niet de zorg krijgen die ze
nodig hebben?
5.
Kunt u aangeven hoeveel van de 100 extra plaatsen die eind 2020
gerealiseerd moeten zijn er thans zijn bijgekomen?
4. en 5.
Zoals bij mijn antwoord op vraag 1 is aangegeven realiseren zorgaanbieders en zorgkantoren, op grond van het landelijk inkoopkader 2018-2020, continu nieuwe plekken in de gehandicaptenzorg en aanpalende sectoren, ook voor de meest complexe problematiek. De zorgplicht van zorgkantoren en zorgverzekeraars is hier leidend. Deze gerealiseerde extra plaatsen vormen geen onderdeel van de zogenoemde 100 plekken.
De 100 extra plekken moeten worden gezien als een extra impuls voor de allerzwaarste cliëntengroepen, bovenop de andere gerealiseerde initiatieven voor cliënten met complexe zorgvragen die er nu al zijn.
Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 2 en 3 heb aangegeven is door Ieder(in), ZN en VGN eind 2018, in nauw overleg met VWS en andere partijen, een traject gestart om uit die 100 extra plekken zoveel mogelijk rendement voor cliënten, naasten en de sector te halen. Zorgkantoren hebben uiterlijk in maart 2020 op basis van bovengenoemde regionale inventarisaties een duidelijk beeld van vraag en aanbod rond complexe zorgvragers en zullen op basis daarvan gericht 100 extra plekken neerzetten in 2020 en verder.
6.
Kunt u aangeven of de financiële middelen over de zorgkantoorregio’s
verdeeld worden en hoe de 100 extra plaatsen over de verschillende
zorgkantoorregio’s worden of zijn verdeeld?
6.
Gezien de hierboven toegelichte procedure voor selectie van de 100 plekken
kan ik u nog geen concreet antwoord geven op deze vraag. Ik heb er alle
vertrouwen in dat de gezamenlijke zorgkantoren met deze afgesproken
procedure tot een goede verdeling zullen komen. Uiteraard zal ik de Kamer
daar uitgebreid over informeren via de voortgangsrapportages van programma
Volwaardig Leven wanneer hierover meer bekend is.
7.
Bent u het eens met de stelling dat door de extramuralisering van de
geestelijke gezondheidszorg (ggz) (de intramurale beddenafbouw in de ggz)
de druk op de complexe plaatsen in de gehandicaptenzorg is toegenomen?
Waarom deelt u die stelling wel of waarom niet?
7.
Er is geen uniforme definitie en op dit moment ook geen betrouwbare
registratie van mensen met een complexe zorgvraag op de grens van de
gehandicaptenzorg, langdurige GGZ, jeugdwet en /of forensische zorg. Ik kan
mede daarom geen concrete uitspraak doen of de afbouw van intramurale
bedden in de GGZ geleid heeft tot meer druk op de gehandicaptensector. Wel
is er in het veld consensus dat er voor enkele honderden cliënten in de
meest complexe situaties geen (voldoende) passende zorg beschikbaar is. De
reden hiervoor is dat het erg moeilijk is om aan de intensieve zorgbehoefte
van deze mensen te voldoen en zorgteams helaas ook regelmatig ’stuklopen’
op de (gedrags)problemen van deze bewoners. Met mijn programma Volwaardig
leven wil met de realisatie van 100 extra plaatsen en het inzetten van
regionale ambulante zorgteams een substantiële bijdrage leveren om
specifiek voor deze groep beter en sneller de juiste zorg te kunnen
leveren.
Daarbij kijken we ook naar ontwikkelingen in aanpalende sectoren zoals de extramuralisering en beddenafbouw in de (curatieve) ggz. Ongewenste effecten zoals mogelijke extra druk op de gehandicaptenzorg proberen we uiteraard te voorkomen in goed overleg met zorgverzekeraars en andere relevante partijen.