Antwoord op vragen van de leden Aartsen en Kwint over tal van constructies om het salarisplafond (WNT-norm) bij de publieke omroep te omzeilen

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de leden Aartsen (VVD) en Kwint (SP) van uw Kamer over tal van constructies om het salarisplafond (WNT-norm) bij de publieke omroep te omzeilen.

De vragen werden mij toegezonden bij uw boven aangehaalde brief met kenmerk 2019Z16003.

Datum

13 september 2019

Betreft

Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Aartsen (VVD) en Kwint (SP) over tal van constructies om het salarisplafond (WNT-norm) bij de publieke omroep te omzeilen

Media en Creatieve Industrie

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Onze referentie

16534802

Uw brief van

26 augustus 2019

Uw referentie

2019Z16003

De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Arie Slob


2019Z16003

Antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Aartsen (VVD) en Kwint (SP) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over tal van constructies om het salarisplafond (WNT-norm) bij de publieke omroep te omzeilen (ingezonden 26 augustus 2019).

1

Heeft u zicht of er op dit moment constructies zijn van betalingen aan presentatoren of andere medewerkers in dienst van de NPO en/of de omroepen, waarmee de WNT-norm wordt omzeild, bijvoorbeeld door constructies via buitenproducenten? Zo nee, waarom heeft u daar geen zicht op?

2

Hoeveel programma’s bij de publieke omroep worden geproduceerd door rechtspersonen (zoals besloten vennootschappen) die (deels) in eigendom zijn van dezelfde personen die tevens programma’s bij de publieke omroep presenteren? Heeft u zicht op deze aantallen? Zo nee, waarom niet en aan welke organen wordt hier wel over gerapporteerd of verantwoording over afgelegd? Zo ja, hoe wordt dit aan u gerapporteerd?

3

Worden deze rechtspersonen geregistreerd in het register voor nevenfuncties journalistieke functionarissen, dat sinds de Governancecode 2018 verplicht is bij de publieke omroep?

Antwoord 1 tot en met 3

Door de NPO en de omroepen worden vele verschillende soorten overeenkomsten gesloten. Het gaat dan om arbeidsovereenkomsten (vast of tijdelijk), opdrachtovereenkomsten en (co)productieovereenkomsten. Deze overeenkomsten kunnen verschillende vormen aannemen. Voor de arbeidsovereenkomsten gelden voor de topfunctionarissen de bepalingen van de Wet normering topinkomens. Daarnaast gelden voor alle werknemers de bepalingen van de Governancecode Publieke Omroep 2018 (hierna: Governancecode) en voor presentatoren met een dienstbetrekking of opdrachtovereenkomst het Beloningskader Presentatoren in de Publieke Omroep (hierna: BPPO). Bij een productieovereenkomst, waarbij de producent de presentator levert, dient zoveel mogelijk in lijn met het BPPO te worden gehandeld, dat wil zeggen dat de omroep toetst of het salaris van de presentator conform het BPPO is.

Omdat overeenkomsten niet aan mij voorgelegd hoeven te worden, heb ik geen overzicht. Het is aan de NPO en de omroepen om conform de daarvoor geldende regels te handelen. De omroepen hebben mij, via de NPO, te kennen gegeven dat er geen sprake is van constructies als verondersteld in vraag 1.

Op grond van de Governancecode dienen verschillende registers te worden bijgehouden. Voor alle functionarissen geldt de verplichting (relevante) nevenfuncties te melden, zodat deze kunnen worden getoetst aan (het voorkomen van) mogelijke belangenverstrengeling. Goedgekeurde nevenfuncties van topfunctionarissen en belangrijke journalistieke functionarissen dienen in een openbaar register nevenfuncties te worden opgenomen.

Op grond van de Governancecode hebben medewerkers of hun partners geen financiële belangen of beleggingen in sectorgerelateerde ondernemingen of in bedrijven waarmee de mediaorganisatie een zakelijke verhouding heeft, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van de mediaorganisatie is verkregen. Toegestane financiële belangen of beleggingen worden in een openbaar register (register financiële belangen of beleggingen) opgenomen. Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn er geen meldingen gedaan.

De Commissie Integriteit Publieke Omroep (hierna: CIPO) heeft een adviserende en toezichthoudende rol bij de naleving van de Governancecode. Zo heeft CIPO bij de melding van nevenfuncties op grond van de zogenoemde CCC-code (Crossmediale Content Classificatie) geadviseerd welke programma’s als journalistieke programma’s aangemerkt kunnen worden en wanneer er dus sprake is van belangrijke journalistieke functionarissen (hoofdredacteuren, eindredacteuren en presentatoren). Deze systematiek wordt ook gebruikt door de ombudsman publieke omroep die journalistieke uitingen van de publieke omroepen volgt en onderzoekt.

Ook is een aanbeveling gedaan door CIPO om bij opdrachtovereenkomsten te bekijken in welke gevallen het relevant is om van nevenfuncties melding te maken in het register nevenfuncties. Het betreft hier regelmatig een opdracht voor bepaalde tijd. Het is volgens deze aanbeveling van belang kenbaar te maken dat de omroep met opdrachtnemers afspraken heeft gemaakt ter voorkoming van het verrichten van functies die voor de omroep – mede gelet op de Governancecode – ongewenst zijn. Het is uiteindelijk aan de NPO en de omroepen om op basis hiervan al dan niet tot registratie over te gaan. De NPO en de omroepen treden regelmatig in overleg met CIPO om aan de uitwerking van de Governancecode verder inhoud te geven.

4

Hoeveel presentatoren of andere medewerkers in dienst van de NPO en/of omroepen ontvangen ook betalingen van buitenproducenten die programma’s maken voor de publieke omroep?

5

Heeft u zicht op deze aantallen en bedragen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt dit aan u gerapporteerd?

6

Indien u geen zicht heeft op deze aantallen en bedragen, welke instanties houden hier dan wel zicht op? Aan welke organen wordt hierover vervolgens gerapporteerd of verantwoording afgelegd?

Antwoord 4 tot en met 6

Daar heb ik geen zicht op. “In dienst van de omroep” is voor meerdere uitleg vatbaar. Bedoeld kan zijn vaste of tijdelijke loondienst of opdrachtnemer voor een beperkte tijd. De beoordeling is afhankelijk van de aard en duur van de werkzaamheden en de desbetreffende overeenkomst. Indien iemand bijvoorbeeld wordt ingehuurd voor het presenteren van een beperkt aantal afleveringen zal zo iemand niet in vaste dienst zijn. Het staat hem of haar dan ook vrij werkzaamheden voor anderen te verrichten. Zie verder het antwoord op vraag 1 tot en met 3.

CIPO houdt toezicht op de naleving van de Governancecode. De raad van bestuur van de NPO kan, als het toezicht op en de naleving van deze code tekort schiet, gebruik maken van de wettelijke bevoegdheden als bedoeld in artikel 2.154 van de Mediawet 2008 (inhouding op vastgestelde bedragen).

In de Beleidsregels Governance en Interne beheersing geeft het Commissariaat voor de Media een nadere uitleg over de Mediawettelijke normen ten aanzien van de bestuurlijke organisatie (artikel 2.142a Mediawet 2008), belangenverstrengeling (artikel 2.142 Mediawet 2008) en interne bedrijfsprocessen (artikel 2.178 Mediawet 2008). Het Commissariaat is belast met het toezicht op de naleving van genoemde bepalingen in de Mediawet 2008. Het Commissariaat kan handhavend optreden bij overtreding van deze bepalingen. Op basis van het principe toezicht op maat bepaalt het Commissariaat wat het meest passende instrument is om in te zetten.

7

Worden deze betalingen door buitenproducten geregistreerd in het register nevenfuncties journalistieke functionarissen, dat sinds 2018 verplicht is bij de publieke omroep?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 1 tot en met 6. In het register nevenfuncties hoeven geen bedragen te worden genoemd. Volstaan kan worden met de melding of een nevenfunctie al dan niet bezoldigd is.

8

Hoe kwalificeert u de toepassing en het functioneren van het register nevenfuncties journalistieke functionarissen 2018? Bent u hier tevreden over?

9

Met welke frequentie wordt het ‘register nevenfuncties journalistieke functionarissen’ door de betrokkenen bijgewerkt? Acht u deze frequentie voldoende? Zo ja, waarom? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen om dit aan te passen?

10

Hoe vaak en waar publiceert de publieke omroep het 'register nevenfuncties journalistieke functionarissen'? Is deze informatie openbaar toegankelijk voor iedereen? Acht u de frequentie van publicatie voldoende om voldoende transparantie te verschaffen? Zo ja, waarom?

11

Bent u bereid om afspraken te maken met de publieke omroep om het 'register nevenfuncties journalistieke functionarissen' maandelijks bij te werken en maandelijks te vernieuwen en te publiceren op de website van publieke omroep? Zo nee, waarom niet?

12

Kunt u de meest actuele versie van het 'register nevenfuncties journalistieke functionarissen' aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8 tot en met 12

Uit een inventarisatie van CIPO blijkt dat de omroepen en de NPO, overeenkomstig de Governancecode, op hun websites nevenfuncties van topfunctionarissen en belangrijke journalistieke functionarissen openbaar maken. Het toezicht op de naleving van de bepalingen over de openbare registers ligt bij CIPO. CIPO heeft begin dit jaar geadviseerd over de registers nevenfuncties. De registers van de verschillende mediaorganisaties zijn openbaar en bevatten de actuele stand van zaken. Ik wil u dan ook verwijzen naar de website van CIPO waar een index is opgenomen. https://www.npointegriteit.nl/2019/04/29/index-registers-nevenfuncties-journalistieke-functionarissen/

13

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over de visiebrief mediabeleid op 11 september aanstaande?

Antwoord 13

Ja.

Indiener(s)