Antwoord op vragen van de leden Middendorp en Van den Bosch over het bericht ‘Sms’jes en WhatsApp berichten op zakelijke én privé telefoons zijn te ‘wobben’’

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die door de leden Middendorp en Van den Bosch (beiden VVD) zijn gesteld ten aanzien van het bericht dat ‘sms’jes en WhatsApp berichten op zakelijke én privé telefoon zijn te ‘wobben’’. De vragen werden ingezonden op 27 maart 2019. De beantwoording van de vragen vergde interdepartementale afstemming. Op 19 april jongstleden stuurde ik u in verband hiermee een uitstelbericht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,





drs. K.H. Ollongren

Vragen van de leden Middendorp en Van den Bosch (beiden VVD) over het bericht dat ‘Sms’jes en WhatsApp berichten op de zakelijke én privé telefoon zijn te ‘wobben’’.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (d.d. 20 maart 2019), waarin sms’jes en WhatsApp-berichten op zakelijke en privételefoons van bestuurders en ambtenaren onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vallen, als deze in het kader van het werk zijn verstuurd?

Antwoord vraag 1

Ja.

Vraag 2

Hoe interpreteert u de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State?

Vraag 3

Zijn naar uw mening data op telefoons gelijk te stellen aan papieren documenten? Zo ja, waarom?

Antwoord vraag 2 en 3

Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat WhatsApp en sms-berichten die in het kader van het werk zijn verstuurd vallen onder de huidige documentdefinitie van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), net als papieren documenten.

Vraag 4

Geeft de uitspraak u aanleiding om de Wet openbaarheid van bestuur te wijzigen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord vraag 4

Nee, ik zie geen directe aanleiding om de Wob aan te passen. Wel geeft de uitspraak onder meer reden tot het vastleggen van een rijksbrede beleidslijn over het gebruik van berichtendiensten- en apps, waarvoor met een rijksbrede campagne aandacht zal worden gevraagd in het najaar. Daarnaast wordt er een technische instructie voor het archiveren van WhatsApp- en SMS-berichten in document-managementsystemen opgesteld.

Vraag 5

Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak in de praktijk voor het openbaar maken van data op telefoons van bestuurders en ambtenaren?

Antwoord vraag 5

Uit de uitspraak volgt dat een zakelijk WhatsApp- of sms-bericht is aan te merken als een document in de zin van de Wob. Dit betekent dat dergelijke berichten kunnen worden opgevraagd met een beroep op de Wob. Privé-berichten vallen niet onder de Wob. De weigeringsgronden van de Wob, zoals bijvoorbeeld de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de gewenste beleidsintimiteit, zijn onverkort van toepassing op zakelijke WhatsApp-berichten en sms’jes. In verband hiermee is het relevant dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in haar uitspraak overweegt dat de aard van WhatsApp- en sms-berichten meebrengt dat er veelal sprake zal zijn van een persoonlijke beleidsopvattingen in het interne debat. Dergelijke informatie is vertrouwelijk.

Vraag 6

Zijn – indien de uitspraak realiteit wordt – bestuurders en ambtenaren er ook verantwoordelijk voor dat, aan werk gerelateerde, SMS- en Whatsappberichten bewaard blijven op hun privé telefoons? Zo nee, mogen deze dan vrij verwijderd worden?

Antwoord vraag 6

Bestuursorganen hebben geen toegang tot de privé-telefoon van een ambtenaar. De betrokken bestuurder of ambtenaar zal zelf de werkgerelateerde berichten overdragen aan het bestuursorgaan als dat nodig is. Zie ook het antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Moeten instellingen, zoals ministeries, ook systemen opzetten om ervoor te zorgen dat zij, indien nodig, inzage kunnen krijgen in de privételefoons van ambtenaren?

Antwoord vraag 7

Zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 8

Heeft de uitspraak van de Raad van State ook gevolgen voor de politiek assistenten van bestuurders? Zo ja, welke?

Antwoord vraag 8

Het contact tussen bewindspersonen en individuele Kamerleden verloopt primair via de politiek assistent. Communicatie over interne partij aangelegenheden valt niet onder de reikwijdte van de Wob. Waar de communicatie tussen de politiek assistenten en de Kamerleden ziet op het parlementaire proces van politieke sondering wijs ik erop dat dit een vertrouwelijk proces betreft. De weigeringsgronden van de Wob, zoals bijvoorbeeld de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de gewenste beleidsintimiteit, zijn hierop onverkort van toepassing. Zie ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 9

Verwacht u dat er voortaan meer Wob-verzoeken zullen worden gehonoreerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?

Antwoord vraag 9

De praktijk zal uitwijzen of voortaan meer Wob-verzoeken zullen worden gehonoreerd. Zoals hiervoor in het antwoord op vraag 5 aan de orde kwam, zijn de gebruikelijke weigeringsgronden van de Wob van toepassing. Zoals aangegeven is hierbij relevant dat de aard van een sms- of WhatsApp-bericht met zich meebrengt dat er veelal sprake zal zijn van persoonlijke beleidsopvattingen in het interne debat. Dergelijke informatie hoeft in het kader van de Wob niet openbaar gemaakt te worden.

Vraag 10

In hoeverre gelden de huidige weigeringsgronden die in de Wob staan voor data op telefoons?

Antwoord vraag 10

De huidige weigeringsgronden van de Wob zijn onverkort van toepassing op WhatsApp-berichten en sms’jes. Zie ook mijn antwoord bij vraag 5, 8 en 9.

Indiener(s)