Antwoord op vragen van het lid Karabulut over de inbeslagname van een vrachtschip door zowel Groot-Brittannië als Iran


Geachte voorzitter,

Hierbij bied ik de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karabulut (SP) over de inbeslagname van een vrachtschip door zowel Groot-Brittannië als Iran. Deze vragen werden ingezonden op 21 augustus 2019 met kenmerk 2019Z15884.


De Minister van Buitenlandse Zaken,



Stef Blok

[Ondertekenaar 1]
[Ondertekenaar 2]




[Ondertekenaar 3]
[Ondertekenaar 4]
Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Karabulut (SP) over de inbeslagname van een vrachtschip door zowel Groot-Brittannië als Iran

Vraag 1
Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen over de in beslagname van een vrachtschip door zowel Groot- Brittannië als Iran? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat de beantwoording te wensen overlaat? Bent u bereid om onderstaande nadere vragen te beantwoorden?

Antwoord
Die mening deel ik niet. Ik zal uw verdere vragen beantwoorden.

Vraag 3
Kunt u bevestigen dat het vrachtschip Grace I zich op het moment van inbeslagname door het Verenigd Koninkrijk bevond in de territoriale zee van Gibraltar? Zo ja, waaruit blijkt dat?

Antwoord
Ja, dat blijkt uit de verklaring van het VK. Het kabinet heeft geen reden om de lezing van het VK in twijfel te trekken dat de inbeslagname niet in strijd was met het VN-Zeerechtverdrag.

Vraag 4
Wat is volgens u de reden dat de Grace I op het moment van inbeslagname volgens de Britten geen vlag voerde op basis waarvan het volgens de Britten geen recht zou hebben op onschuldige doorvaart?

Antwoord
Waarom het schip geen vlag voerde is niet met zekerheid te zeggen. Hier kan ik niet over speculeren.

Vraag 5
Kunt u bevestigen dat bij aanvang van de zeereis in mei van dit jaar de Grace I met de Panamese vlag voer? Kunt u bevestigen dat de Panamese autoriteiten na Amerikaanse druk hun autorisatie hebben ingetrokken? Zo nee, wat zijn de feiten?

Antwoord
De Grace I voer onder Panamese vlag totdat de maritieme autoriteit van Panama (AMP) op 29 mei jl. besloot het schip uit het scheepsregister te schrappen. De AMP nam dit besluit nadat het was gewaarschuwd door de nationale veiligheidsraad van Panama dat de Grace I op een internationale lijst gesignaleerd staat vanwege betrokkenheid bij het financieren van terrorisme of het bieden van hulp aan gesanctioneerde entiteiten. Dit is ook te vinden op de website van AMP: https://amp.gob.pa/noticias/el-buque-grace-1-no-pertenece-al-registro-panameno/

Vraag 6
Is de inbeslagname van de Grace I in strijd met het VN-zeerechtverdrag? Kunt u uw antwoord toelichten? Heeft u hierover juridisch advies ingewonnen? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te doen?



Antwoord
Het kabinet heeft intern gedegen volkenrechtelijk advies ontvangen en acht zich hierdoor voldoende volkenrechtelijk geïnformeerd. Het VK stelt dat het schip de Grace I op het moment van de inbeslagname zich bevond in de territoriale zee van Gibraltar en geen vlag voerde. Op basis hiervan had het schip geen recht op onschuldige doorvaart en konden de autoriteiten van Gibraltar overgaan tot handhaving van de EU-sancties, aldus het VK. Het kabinet heeft geen reden om de lezing van het VK in twijfel te trekken dat de inbeslagname niet in strijd was met het VN-Zeerechtverdrag.

Vraag 7
Heeft u kennisgenomen van het besluit van Gibraltar om de Grace I te laten gaan?

Antwoord
Ja.

Vraag 8
Klopt het dat de Grace I, omgedoopt tot The Adrian Darya 1, onder Iraanse vlag richting Griekenland vaart? Wat is uw opvatting hierover?

Antwoord
Volgens openbare bronnen was de laatst bekende positie van het schip in het oostelijke deel van de Middellandse Zee voor de kust van Syrië. Volgens mediaberichten zou het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken hebben meegedeeld dat het schip 2,1 miljoen vaten heeft gelost ten behoeve van Syrië. Indien dit klopt en de olie in handen zou komen van personen of entiteiten op de EU-Syriësanctielijst, zou dit wederom onderstrepen dat de acties van het VK gerechtvaardigd waren in het licht van de EU-sancties tegen Syrië.

Vraag 9
Bent u op de hoogte van de eis van de Verenigde Staten dat geen enkel land dit schip zou moeten toelaten tot hun haven, omdat dit zou bijdragen aan de financiering van terrorisme? Wat is uw oordeel hierover? 2)

Antwoord
Ja, ik ben bekend met het bericht. Wat Nederland betreft is het van belang dat het schip internationaal zeerecht respecteert en geen VN- of EU-sancties schendt.

Vraag 10
Deelt u de mening dat de Amerikaanse sancties geen extraterritoriale werking hebben, de Iraanse bevolking hard treffen en het internationaal recht leidend zou moeten zijn?

Antwoord
De EU – en Nederland – zijn tegenstander van unilateraal ingestelde extraterritoriale werking van wetgeving van andere landen die in strijd is met het internationaal recht. De EU heeft de antiboycotverordening (het zgn Blocking Statute) ingesteld om extraterritoriale werking van Amerikaanse sancties tegen Iran die in strijd is met het internationaal recht (zoals opgenomen in de bijlage van de antiboycotverordening) te beperken, wanneer deze de belangen van EU-operatoren raakt (als genoemd in artikel 11 van de antiboycotverordening).

Vraag 11
Heeft het Verenigd Koninkrijk in het contact met Nederland over een Brits voornemen voor een Europees- geleid maritiem veiligheidsinitiatief in de Golfregio een concreet verzoek aan Nederland gedaan om hieraan bij te dragen? Zo ja, wanneer is dit contact geweest?


Vraag 12
Kunt u bevestigen dat het Verenigd Koninkrijk deze wens inmiddels heeft ingetrokken, omdat de Britse regering voornemens is deel te nemen aan de Amerikaanse missie in de Golfregio? Zo ja, wanneer en op welke wijze heeft dit bericht u bereikt? 3)

Vraag 13
Deelt u de mening dat Nederland, in navolging van Duitsland en Frankrijk, het Amerikaans verzoek voor het leveren van oorlogsschepen in de Golfregio voor druk op Iran zou moeten weigeren?

Vraag 15
Kunt u bevestigen dat tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken die volgende week in Helsinki plaatsvindt, gesproken zal worden over een mogelijk Europees geleide missie in de Golfregio? Wat is de inzet van de Nederlandse regering?

Antwoord vraag 11, 12, 13 en 15
Zoals is aangekondigd in de kennisgevingsbrief (Kamerstuknr. 2019D31119) d.d. 15 juli 2019, onderzoekt het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheid om met daarvoor geschikte middelen een bijdrage te leveren aan het waarborgen van vrije en veilige doorvaart in de Straat van Hormuz en Golf van Oman. Hierover staat Nederland met bondgenoten en partners in contact. Relevante ontwikkelingen die zich sinds het versturen van de kennisgevingsbrief hebben voorgedaan worden vanzelfsprekend in het onderzoek meegenomen. Zodra het onderzoek daartoe aanleiding geeft zal de Kamer nader worden geïnformeerd.

Over de agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie, en de inzet van de Nederlandse regering op de geagendeerde onderwerpen, is de Kamer reeds per brief d.d. 20 augustus 2019 door de Minister van Defensie geïnformeerd (Kamerstuknr. 21501-28-190) en het verslag is op 5 september aan de Kamer gestuurd. Tevens heeft de Minister van Buitenlandse Zaken het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 5 september jl. toegezonden aan de Kamer (Kamerstuknr. 2019D34121) en de geannoteerde agenda van deze vergadering ging uw Kamer op 23 augustus jl. toe.

Vraag 14
Deelt u de mening dat Nederland niet mee moet doen aan een (economische) oorlog tegen Iran? Heeft u ook de indruk dat de Verenigde Staten tamelijk alleen staat met zijn beleid van ‘maximale druk’ richting Iran?

Antwoord
Nederland deelt veel van de zorgen die de VS met betrekking tot Iran hebben. Nederland spant zich– zowel bilateraal, in EU-verband als internationaal – in om langs diplomatieke en politieke weg deze zorgen te adresseren. Nederland en de EU kiezen daarmee voor een andere aanpak dan het Amerikaanse maximale drukbeleid.

Vraag 16
Deelt u de mening dat niet een militaire, maar politieke oplossing gezocht moet worden voor de-escalatie, het voorkomen van een oorlog en terugkeer van de Verenigde Staten naar het nucleaire akkoord (de Joint Comprehensive Plan of Action) met Iran? 4)




Antwoord
Het kabinet deelt de mening dat voor de huidige spanningen in de Golf een politieke en diplomatieke oplossing nodig is. Tegelijkertijd blijft Nederland ernstige zorgen houden over het gedrag van Iran die geadresseerd dienen te worden.

Vraag 17
Zou u deze vragen zeer spoedig kunnen beantwoorden?

Antwoord
Het kabinet streeft ernaar antwoorden op Kamervragen zoveel als mogelijk binnen de geldende termijnen te beantwoorden.






1) Antwoord op vragen van het lid Karabulut over de in beslagname van een vrachtschip door zowel Groot- Brittannië als Iran, 16 augustus 2019 (documentnummer 2019D32694).
2) 'VS waarschuwt landen om Iraanse tanker Grace 1 niet toe te laten', Nos.nl, 20 augustus 2019 (https://nos.nl/artikel/2298234-vs-waarschuwt-landen-om-iraanse-tanker-grace-1-niet-toe-te-laten.html).
3) 'Verenigd Koninkrijk voegt zich bij Amerikaanse missie Straat van Hormuz', Nos.nl, 5 augustus 2019 (https://nos.nl/artikel/2296461-verenigd-koninkrijk-voegt-zich-bij-amerikaanse-missie-straat-van-hormuz.html).
4) 'Merkel: European mission in Strait of Hormuz likely to be discussed in Finland', Reuters, 14 augustus 2019 (https://uk.reuters.com/article/uk-mideast-iran-germany-merkel/merkel-european-mission-in-strait-of-hormuz- likely-to-be-discussed-in-finland-idUKKCN1V41C1).




Indiener(s)

Stef  Blok