In antwoord op uw brief van 25 juli 2019 deel ik u mee, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, dat de schriftelijke Kamervragen van de leden Den Boer en Verhoeven (beiden D66) over het bericht ‘Alziend oog voor politie’, worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
|
Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht ‘Alziend oog voor politie’ op vragen van de leden Den Boer en Verhoeven (beiden D66) (2019Z15389, ingezonden 25 juli 2019)
Vraag 1
Kent u het bericht «Alziend oog voor politie»? [1]
Antwoord 1:
Ja.
Vraag 2
Was u op de hoogte van het gegeven dat de politie een particuliere
stichting inzet om alle denkbare bewakingsbeelden van bijvoorbeeld
gemeenten, NS-stations en bodycams van agenten aan elkaar te koppelen?
Hoe beoordeelt u deze aanpak? Welke risico’s ziet u door de inzet van
deze werkwijze?
Antwoord 2:
Ik was op de hoogte van het bestaan van de regionale toezichtruimte in
Nijmegen. Uw kamer werd geïnformeerd over het bestaan van regionale
toezichtruimtes in diverse brieven en rapporten. [2]
Uit informatie van de politie over de reguliere werkwijze van de regionale toezichtruimte in Nijmegen komt naar voren dat de camerabeelden op grond van artikel 151c van de Gemeentewet worden verkregen ten behoeve van de handhaving van de openbare orde. De verwerking van de camerabeelden (o.a. het uitkijken van de beelden) vindt plaats onder verwerkingsverantwoordelijkheid van de korpschef en onder het regime van de Wet politiegegevens.[3] De politie kijkt deze camerabeelden in de regionale toezichtruimte uit, hiervoor maakt zij soms gebruik van externe ingehuurde krachten, welke werkzaam zijn bij de stichting Regionaal Toezicht Ruimte (RTR-NL). Dit is weliswaar een privaatrechtelijke rechtspersoon, maar in de Raad van Toezicht zijn enkel overheden vertegenwoordigd, namelijk gemeenten en politie. Deze stichting fungeert als een verwerker in de zin van artikel 1, aanhef en onder i, van de Wet politiegegevens dat ten behoeve van de korpschef als verwerkingsverantwoordelijke, politiegegevens verwerkt.
Het systeem zoals in gebruik tijdens de Nijmeegse Vierdaagse is volgens de politie geen geautomatiseerd ICT-systeem, maar een zorgvuldig samengesteld proces. De beelden zijn niet aan elkaar gekoppeld, maar de beeldschermen zijn naast elkaar geplaatst, zodat een beter beeld van de openbare ruimte ontstond.
Tijdens de Vierdaagse werden naast de beelden van de camera’s ten behoeve van de handhaving van de openbare orde, ook de beelden van de NS en Rijkswaterstaat in de regionale toezichtruimte uitgekeken. Ook werden bodycams van de politie uitgekeken. Hierbij moet worden vermeld dat bij dit systeem, dat tijdens de Vierdaagse werd gebruikt, enkel politiemedewerkers worden ingezet. In dat kader is dan ook geen sprake van inzet van externe observanten.
Vraag 3
Bent u van mening dat het verantwoord is de beoordeling van dergelijke
gevoelige materie in de handen te leggen van een particuliere
stichting? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat door deze werkwijze
binnenkomende beelden door burgers zonder opsporingsbevoegdheid worden
beoordeeld en dat dit bovendien het risico op bijvoorbeeld etnisch
profileren/discriminatie en privacyschending vergroot? Wat gaat u doen
om dit te voorkomen? Bent u bereid de Nationale Politie hierop aan te
spreken?
Antwoorden 3 en 4:
Conform artikel 151c van de Gemeentewet bepaalt de burgemeester, nadat hem
deze bevoegdheid is verleend door de gemeenteraad, tot het inzetten van
camera’s om toezicht te houden op een openbare plaats. Voor de uitvoering
van dit besluit bedient de burgemeester zich van de onder zijn gezag
staande politie. De politie heeft de operationele regie op het uitkijken
van de beelden.
In de memorie van toelichting van artikel 151c van de Gemeentewet staat expliciet dat met het in handen geven van de operationele regie aan de politie geen dwingende eis is ontstaan dat de beelden uitsluitend door politiefunctionarissen mogen worden bekeken. Anderen dan politiefunctionarissen mogen de beelden bekijken, mits dit plaatsvindt onder regie van de politie. Vooropstaat dat de beslissing tot het inzetten van politiefunctionarissen naar aanleiding van de beelden slechts genomen kan worden door de politie zelf. [4]
Het is niet ongebruikelijk dat camerabeelden door camera-observanten zonder opsporingsbevoegdheid, onder operationele regie van de politie, worden uitgekeken. Al in de nulmeting cameratoezicht op openbare plaatsen uit 2006 staat dat in 11% van de onderzochte gemeentes de beelden worden uitgekeken door particuliere beveiligers. Vijf jaar later was dat zo bij 16% van de onderzochte gemeentes. Deze werkwijze wordt ook beschreven door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in haar "Beleidsregels Cameratoezicht”. [5]
De beoordeling of de beelden voor de politie aanleiding zijn om op te
treden en de aansturing van de politie bij dat ingrijpen worden uitgevoerd
door een politiemedewerker van het Team Technisch Toezicht of door een
medewerker van de meldkamer van de politie.
In algemene zin geldt dat het voorkomen van discriminatie en etnisch
profileren bij de politie hoog in het vaandel staat. Dit is nodig voor het
verwezenlijken van het vertrouwen in de rechtsstaat en zijn instituties
zoals de politie. De aanpak van discriminatie door de politie heeft in de
afgelopen jaren bijzondere aandacht gekregen via het project Proactieve
politiecontroles. Dit alles geldt uiteraard ook voor het werk dat in de
regionale toezichtruimte wordt verricht.
Vraag 5
In hoeverre is deze praktijk in lijn met de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG)? Bent u bereid advies bij de Autoriteit
Persoonsgegevens (AP) in te winnen over deze werkwijze?
Antwoord 5:
Op grond van artikel 151c, negende lid, van de Gemeentewet valt de
verwerking van camerabeelden onder het regime van de Wet politiegegevens.
Daaruit volgt dat de korpschef de verwerkingsverantwoordelijke is. Zie
artikel 1, onderdeel f, onder 1°, van de Wet politiegegevens.
Zoals in antwoord op vraag 4 is aangegeven, is de AP bekend met de inzet van extern ingehuurde cameraobservanten door de politie en wordt deze ook beschreven in de “Beleidsregels Cameratoezicht” van de AP.
Vraag 6
Wat doet de particuliere stichting Regionaal Toezicht Ruimte (RTR) met de
data die worden gegenereerd op basis van het beeldmateriaal, ook nadat deze
zijn aangeleverd bij de politie of de veiligheidsregio? Hoe waarborgt u een
zorgvuldige omgang met deze data?
Antwoord 6:
De regionale toezichtruimte in Nijmegen wordt bemand door medewerkers van
de stichting RTR-NL. Zoals aangegeven fungeert deze stichting als een
verwerker in de zin van artikel 1, aanhef en onder i, van de Wet
politiegegevens die politiegegevens verwerkt onder
verwerkingsverantwoordelijkheid van de korpschef. De medewerkers hebben een
geheimhoudingsverklaring getekend.
De camerabeelden ten behoeve van de handhaving van de openbare orde worden opgeslagen bij de politie en worden 7 dagen bewaard, waarna de beelden worden vernietigd. De beelden die zijn gemaakt tijdens de Vierdaagse zijn 28 dagen bewaard.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe het digitale systeem dat door RTR is ontwikkeld, eruit
ziet? Hoe worden de aan elkaar gekoppelde beelden beschermd? Welke
apparatuur en software wordt voor deze aanpak gebruikt? Welke leveranciers
leveren de apparatuur en de software? Is er een aanbestedingstraject? Zo
ja, kunt u de Tweede Kamer informeren over deze aanbesteding? Zo ja, heeft
het Bureau ICT-toetsing (BIT) deze aanbesteding getoetst? Wat was daarvan
de uitkomst?
Antwoord 7:
Het systeem waarmee wordt gewerkt in de regionale toezichtruimte heb ik
beschreven onder vraag 2. Het gaat om het uitkijken van beelden op
beeldschermen die naast elkaar zijn opgesteld. Daarvoor is geen bijzondere
apparatuur nodig. Er was dan ook geen aanleiding voor een aanbesteding of
een BIT-toets.
Vraag 8
Welk soort screening krijgen de personeelsleden van RTR? Wat houdt de
korte cursus in om verdachte situaties vooraf te herkennen? Hoe
beoordeelt u dit opleidingstraject? Is het bewuste beoordelingstraject
geaccrediteerd en, zo ja, door welke instantie?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het een uiterst complexe en serieuze taak is om
verdachte situaties te leren herkennen, de politie hier jarenlang op
traint en dat dit niet door een korte cursus aan burgers zonder
ervaring kan worden afgedaan? Bent u van plan de Nationale Politie
hierop aan te spreken? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 8 en 9:
De particuliere beveiligers die werkzaam zijn in de regionale
toezichtruimte in Nijmegen beschikken over een beveiligingsdiploma en zijn
voorzien van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG).
Camera-observanten worden altijd van tevoren door politiemedewerkers van het Team Technisch Toezicht geïnstrueerd en begeleid. Tijdens deze instructie wordt aandacht besteed aan de werkwijze en worden elementen uit de opleiding ProActief Surveilleren (PAS) gedoceerd. Naast de instructie worden de observanten voor de start van de dienst gebriefd over actuele aandachtspunten.
Zoals aangegeven worden de beoordeling of de beelden voor de politie aanleiding geven om op te treden en de aansturing van de politie bij dat optreden, uitgevoerd door een politiemedewerker van het Team Technisch Toezicht of door een medewerker van de meldkamer van de politie.
Vraag 10
Wat is het resultaat geweest van dit systeem, toen dit
is ingezet bij de Nijmeegse Vierdaagse feesten in juli j.l.? Heeft er
nadien ook een evaluatie plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
wat waren hiervan de conclusies? In hoeverre kan worden bevestigd dat
er op een correcte wijze en in lijn met de AVG is omgegaan met de
beelden?
Antwoord 10:
Voor een uitleg over het proces dat werd ingericht tijdens de Nijmeegse
Vierdaagse verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 2.
Tijdens de Vierdaagse-periode is een SGBO (Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden) actief. In die periode vervulden politieambtenaren de rol van camera-observant in de crowdcontrol-ruimte.
Zij bekeken naast de beelden in het kader van artikel 151c Gemeentewet, ook de camerabeelden van de NS, Rijkswaterstaat en bodycams die speciaal voor het evenement in de crowdcontrol-ruimte ontsloten waren.
De beelden van de NS en Rijkswaterstaat werden live uitgekeken en de beelden zijn gedurende 28 dagen bewaard. Die beelden zijn niet gekoppeld aan de camerabeelden ten behoeve van de handhaving van de openbare orde.
Zoals ieder jaar zal er een evaluatie plaatsvinden, in opdracht van de gemeente Nijmegen, naar de Vierdaagse waarbij verschillende aspecten worden meegenomen, waaronder openbare orde en veiligheid. In de nog uit te voeren evaluatie over de Vierdaagse 2019 zal het privacyaspect worden meegenomen.
V
raag 11
Op welke wijze is de Nationale Politie van plan dit systeem verder te
implementeren in haar werkwijze? Deelt u de mening dat eerst moet
worden gegarandeerd dat deze aanpak in lijn is met de AVG en dat de
mensen die de beeldmaterialen beoordelen, adequaat moeten zijn
opgeleid, voordat dergelijke systemen mogen worden ingezet? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 11:
Ik deel uw mening dat het belangrijk is dat cameratoezicht geschiedt
volgens het wettelijk kader. De politie besteedt veel aandacht aan het
inrichten van werkprocessen in lijn met de Wet politiegegevens. Ook in de
instructie aan medewerkers van de regionale toezichtruimte wordt hier
aandacht aan besteed.
Voor het overige is hier, zoals ik al eerder aangaf, geen sprake van de ontwikkeling of inzet van een nieuw ICT-systeem door de politie.
[1] https://www.telegraaf.nl/nieuws/1293129456/politie-rolt-omvangrijk-big-brother-systeem-uit?utm_source=google&utm_medium=organic
[2] Kamerstukken II 2010/11, 28684, 312 (Kamerbrief "Naar een veiliger samenleving" en de onderliggende evaluatie "vijf jaar cameratoezicht op openbare plaatsen" op pagina 8) en Kamerstukken II 2016/17, 33112, nr. H (Kamerbrief en het rapport "orde in de openbare orde")
[3] Conform artikel 151c, negende lid, van de Gemeentewet
[4] Kamerstukken II, 2003/2004, 29 440, nr. 3, pagina 11
[5] Zie pagina 18.