Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht ‘Banken dreigen rekening Haga Lyceum te blokkeren’

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) van uw Kamer inzake het bericht ‘Banken dreigen rekening Haga Lyceum te blokkeren’.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2019Z14918.

De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Arie Slob

2019Z14918

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake het bericht ‘Banken dreigen rekening Haga Lyceum te blokkeren’ (ingezonden d.d. 10 juli 2019).

Vraag 1:

Bent u bekend met het bericht ‘Banken dreigen rekening Haga Lyceum te blokkeren’?[1]

Antwoord:

Ja

Vraag 2:

Klopt het dat scholen in Nederland de middelen van de lumpsum op een buitenlandse rekening kunnen ontvangen? Indien dit mogelijk is, kunt u er dan voor zorgen dat deze mogelijkheid geschrapt wordt, zodat middelen van de lumpsum alleen nog op een Nederlandse rekening ontvangen kunnen worden?

Antwoord:

Op dit moment hebben alle vo-scholen in Nederland een Nederlandse bankrekening[2] en ontbreekt een acute noodzaak tot nieuwe wet- en regelgeving op dit punt. Bovendien moet de bekostiging aan de scholen altijd aan onderwijsdoelen worden besteed. De school legt daarover verantwoording af via het jaarverslag en de instellingsaccountant voert daarop de controle uit.



[2] De enige uitzondering hierop zijn de drie vo-scholen in Caribisch Nederland. Zij ontvangen de bekostiging vanzelfsprekend op een buitenlandse bankrekening.

Indiener(s)