Antwoord op vragen van het lid Laçin over het bericht dat Schiphol deals sluit met omliggende gemeenten

Geachte voorzitter,

Hieronder volgt de beantwoording van de door het lid Laçin (SP) gestelde vragen over het bericht dat Schiphol deals sluit met omliggende gemeenten.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht 'Buurgemeenten maken snel nieuwe afspraken met Schiphol', waaruit blijkt dat Schiphol samen met een paar gemeenten al afspraken aan het maken is over het terugdringen van geluids- en milieuhinder?

Vraag 2

Wat vindt u van de verdeel- en heersstrategie die Schiphol lijkt te willen voeren?

Vraag 3

Zijn er al gemeenten die nu afspraken hebben gemaakt? Zo ja, wat zijn deze afspraken dan?

Vraag 4

Is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat betrokken bij deze gesprekken? Zo ja, welke waarde hebben de gesprekken dan die u na de zomer gaat voeren met de omliggende gemeenten? Zo nee, wat is juridische houdbaarheid van de afspraken dan die gemeenten nu gemaakt hebben?

Vraag 5

Kunt u garanderen dat gemeenten die niet voortijdig zijn begonnen met het voeren van gesprekken nu niet “achter het net” vissen bij het terugdringen van geluids- en milieuhinder?


Antwoorden 1 t/m 5

In de kabinetsbrief van 5 juli [1] over de ontwikkeling van Schiphol op de middellange termijn zijn de ambities neergezet over het kunnen verdienen van groei door aantoonbare hinderbeperking met aanvullende maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Daarin is ook aangegeven dat ik met betrokken partijen in gesprek ga over deze aanpak. Ook worden het komende half jaar de onafhankelijke veiligheidsanalyses uitgevoerd. Schiphol is gevraagd om samen met andere partijen uit de sector en de omgeving te werken aan een uitvoeringsplan hinderreductie en om een voorstel uit te werken voor een Omgevingsfonds. Het kan zijn dat voorstellen die door Schiphol met de gemeenten worden besproken input zijn hiervoor.

Als het gehele pakket gereed is zal ik hierover besluiten en zal ik dat voorleggen aan uw Kamer. Er is geen sprake van ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’, of van ‘achter het net vissen bij het terugdringen van milieu- en geluidshinder’.

Ik vind het een goede zaak dat Schiphol, ook los van bovenstaande uitwerkingen, in gesprek is met haar buren over het terugdringen van de hinder van de luchthaven. Mijn ministerie is niet betrokken bij toezeggingen die Schiphol in dat kader al dan niet doet aan de gemeenten in de omgeving. Ik kan derhalve geen oordeel geven over de juridische houdbaarheid van betreffende afspraken.

Dit najaar zal ik uw Kamer nader informeren over de ontwikkeling van Schiphol op de middellange termijn inclusief het uitvoeringsplan hinderreductie en omgevingsfonds.

Vraag 6

Kunt u deze vragen voor het algemeen overleg Luchtvaart van 11 september aanstaande beantwoorden?

Antwoord 6

Ja

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga



[1] Kamerstuk 29 665, nr. 646