Antwoord op vragen van het lid Leijten over de sponsoring van EU-voorzitters door bedrijven

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Leijten over de sponsoring van EU-voorzitters door bedrijven. Deze vragen werden ingezonden op 13 augustus 2019 met kenmerk 2019Z15689.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

[Ondertekenaar 2]

Stef Blok

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Leijten (SP) over de sponsoring van EU-voorzitters door bedrijven.

Vraag 1

Wat vindt u ervan dat Finland het huidig voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie laat sponsoren door BMW?1 Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Elke lidstaat heeft de verantwoordelijkheid en ruimte om het voorzitterschap zelf in te kleden. Dit betreft ook het sponsorschap. Het is een keuze van het desbetreffende voorzitterschap hoe hier mee om te gaan.

Vraag 2

Bent u ook op de hoogte van het feit dat BMW door de Europese Commissie schuldig is bevonden aan kartelvorming waarbij BMW een boete van 1,4 miljard euro boven het hoofd hangt?2

Antwoord

Het kabinet is op de hoogte van het lopende onderzoek dat de Europese Commissie is gestart naar aanleiding van het mogelijk overtreden van Europese mededingingsregels door enkele autoproducenten, waaronder BMW.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat BMW via deze sponsoring groot podium krijgt door de huidig voorzitter van de Raad van de Europese Unie? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Zie ook het antwoord op vraag 1. Het Fins voorzitterschap heeft op de site van het voorzitterschap toelichting gegeven op dit sponsorschap, waaruit op te maken valt dat het sponsorschap bedoeld is om de logistiek te faciliteren.

Vraag 4

Deelt u de mening dat inmenging door grote bedrijven op Europese besluitvorming ongewenst is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Zie het antwoord op vragen 7 en 8.

Vraag 5

Vindt u het ethisch dat een land sponsoring accepteert tegen een bepaald bedrag, waarmee sponsoren de kansen en ruimte krijgen om hun producten te laten zien?

Antwoord

Zie het antwoord op vragen 7 en 8.

Vraag 6

Bent u bereid uw Finse ambtsgenoot en de voorzitter van de Europese Raad aan te spreken op deze ongewenste sponsor (BMW) die Europese regelgeving aan zijn laars lapt?

Antwoord

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 is het de verantwoordelijkheid van elke lidstaat om het eigen voorzitterschap van de Raad zelf in te kleden, waaronder ook het sponsorschap. Het Fins voorzitterschap heeft proactief toelichting gegeven op de aard van dit sponsorschap. Ik zie daarom geen reden om mijn Finse ambtsgenoot hierover aan te spreken. Overigens loopt het onderzoek van de Europese Commissie naar o.a. BMW momenteel nog.

Vraag 7

Deelt u de mening dat er een grens zit aan het ‘drukken van de kosten’ voor EU-voorzitterschappen en dat sponsoring van bedrijven die aantoonbaar onethisch handelen en/of zaken promoten die tegen de doelen en de normen en waarden van een land in gaan ongewenst is?

Vraag 8

Deelt u de mening dat sponsoring überhaupt ongewenst is, aangezien het onvermijdelijk leidt tot partijdigheid, waar onpartijdigheid veel belangrijker is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 7 en 8

Het kabinet is van mening dat sponsoring in beginsel niet ongewenst is. Het is aan ieder voorzitterschap zelf hiervoor eventuele kaders op te stellen. In voorbereiding voor het Nederlandse EU-voorzitterschap van 2016 zijn er richtlijnen opgesteld, destijds online gepubliceerd, voor mogelijke sponsorschappen. Bedrijven dienden te voldoen aan een aantal drempelvoorwaarden om in aanmerking te komen voor een sponsorschap, zoals het leveren van kwalitatief hoogstaande en milieuvriendelijke producten, in lijn met de principes, waardigheid en doelen van het voorzitterschap. Ondernemingen betrokken bij de productie van tabaksproducten waren bijvoorbeeld bij voorbaat uitgesloten. Onder andere deelname aan of betrokkenheid bij wederrechtelijke activiteiten vormden voor Nederland een reden om bedrijven uit te sluiten van een mogelijk sponsorschap. Ten slotte expliceerden de opgestelde richtlijnen dat sponsoren geen toegang hadden tot de deelnemers aan overleggen of evenementen van het EU-voorzitterschap.

Indiener(s)

Stef  Blok