Antwoord op vragen van het lid Van Brenk over het bericht ‘ABP ontdekt deelnemers met recht op arbeidsongeschiktheidspensioen’

3741

Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «ABP ontdekt deelnemers met recht op arbeidsongeschiktheidspensioen» (ingezonden 24 juni 2019).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 augustus 2019).

Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «ABP ontdekt deelnemers met recht op arbeidsongeschiktheidspensioen»1 en «ABP op zoek naar deelnemers die miljard laten liggen»?2

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2
Kan aangenomen worden dat dit fenomeen zich op vergelijkbare wijze voordoet bij andere pensioenfondsen? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 2
Het kan zijn dat ook bij andere pensioenfondsen sprake is van nog niet uitgekeerd arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP). Hetzelfde geldt voor wat betreft premievrije voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschikt- heid (PVA).

Vraag 3
Klopt het dat als het bij het ABP gaat om 1 miljard euro en 16.000 (ex) deelnemers, het voor heel Nederland waarschijnlijk op een veelvoud daarvan zal uitkomen?

Antwoord 3
Ik beschik niet over de relevante data om hier een antwoord op te kunnen geven. De Pensioenfederatie schat in dat het niet uitkomt op een veelvoud voor de gehele sector. Duidelijk is wel dat arbeidsongeschiktheidsregelingen

1 https://pensioenpro.nl/pensioenpro/30033203/abp-ontdekt-deelnemers-met-recht-op- arbeidsongeschiktheidspensioen

2 https://nos.nl/artikel/2289684-abp-op-zoek-naar-deelnemers-die-miljard-laten-liggen.html https://www.rtlz.nl/life/personal-finance/artikel/4751376/abp-pensioen-arbeidsongeschiktheid

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, Aanhangsel 1

ah-tk-20182019-3741 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2019

kunnen verschillen van elkaar. In alle gevallen is het cruciaal dat de pensioen- uitvoerder beschikt over informatie dat een deelnemer arbeidsongeschikt is. Die informatie moet soms komen van een melding door de arbeidsonge- schikte deelnemer zelf en soms van een melding door bijvoorbeeld het UWV. Soms krijgt een melding achteraf toch terugwerkende kracht tot aan het moment van arbeidsongeschikt worden, soms is terugwerkende kracht niet aan de orde vanwege geautomatiseerde gegevensuitwisseling met het UWV, afhankelijk van het pensioenreglement.

Vraag 4
Wat vindt u ervan dat het ABP deze doelgroep actief gaat opsporen?

Antwoord 4
Laat ik vooropstellen dat ik het ongelukkig vind voor de betreffende deelne- mers dat zij, zonder dit zich te realiseren, recht hadden op een AOP en/of PVA. Dit betekent namelijk dat die deelnemers hebben moeten wachten op hun geld. Ik vind het getuigen van handelen in het belang van de betreffende deelnemers dat het ABP na ontdekking van de niet aangevraagde pensioenen onderzoekt wie recht heeft op een AOP en/of PVA. Evenzeer als dat het ABP de betreffende deelnemers hierover benadert en helpt te krijgen waar zij recht op hebben. Ik waardeer dit handelen van het ABP.

Vraag 5, 6
Acht u het acceptabel dat één of enkele fondsen deze doelgroep actief gaan opsporen terwijl andere pensioenfondsen dat niet doen? Indien ja, graag een toelichting.
Deelt u de mening dat ook andere pensioenfondsen een vergelijkbaar actief opsporingsbeleid zouden moeten gaan uitvoeren?

Antwoord 5, 6
Het uitgangspunt is dat pensioenfondsen primair verantwoordelijk zijn voor de correcte uitvoering van de pensioenregeling en het pensioenreglement. Deelnemers hebben recht op pensioen, waaronder een AOP en/of PVA, in overeenstemming met de pensioenregeling. Het bestuur van elk pensioen- fonds legt verantwoording af over de reglementaire toekenning van pensioen, dus ook van AOP en/of PVA. Om het risico te beheersen dat er mogelijk arbeidsongeschikte deelnemers zijn, die recht hebben op een AOP en/of PVA maar dat niet krijgen, doen pensioenfondsen er verstandig aan hier onder- zoek naar te doen.
Naar ik heb begrepen van de Pensioenfederatie hanteren veel pensioenfond- sen een actief zoekbeleid. Zij maken daartoe gebruik van gegevens van de personeelsadministratie van de onderneming waarmee zij verbonden zijn (ondernemingspensioenfondsen). Of van gegevens van de beroepsvereniging (beroepspensioenfondsen). In geval van bedrijfstakpensioenregelingen geeft veelal het UWV relevante data door aan de betreffende bedrijfstakpensioen- fondsen. Ik roep voor zover nu nog nodig alle pensioenuitvoerders op een actief zoekbeleid te hanteren.
De Ombudsman Pensioenen heeft in zijn Jaarverslag 2015 een belangrijke aanbeveling gedaan voor de aanpak van de problematiek van nog niet uitgekeerd AOP. Ik wil aan pensioenuitvoerders, die deze problematiek oppakken, die aanbeveling meegeven:
 «(...) verdient (...) de aanbeveling voor pensioenuitvoerders om in voorko- mende gevallen over de gehele periode pensioenreparatie door te voeren: tot 1 januari 2009 op basis van redelijkheid en billijkheid (coulancehalve), na
1 januari 2009 ter uitvoering van artikel 37 PW.» 3 Deze aanbeveling heeft de Ombudsman Pensioenen niet voor niets gedaan en verdient brede naleving door pensioenuitvoerders.

Vraag 7
Wat kunt u doen om ervoor te zorgen dat alle pensioenfondsen een vergelijk- baar actief opsporingsbeleid gaan uitvoeren? Bent u daar ook toe bereid?

3 Ombudsman Pensioenen, Jaarverslag 2015, p. 5.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, Aanhangsel 2

Antwoord 7
Indien in een pensioenreglement is bepaald dat deelnemers hun arbeidsonge- schiktheid moeten melden om een AOP en/of PVA te krijgen, is het zaak dat zij weten dat zij moeten melden. Pensioenuitvoerders geven daartoe brochures uit. Daarnaast verschaffen zij informatie over arbeidsongeschikt- heid op hun website en bij aanvang en einde deelneming aan de pensioenre- geling. Pensioenuitvoerders doen er goed aan deelnemers zo actief mogelijk te begeleiden bij het verkrijgen van een AOP en/of PVA. En om werkgevers te vragen dat te doen, wat naar ik begrijp ook gebeurt. In zoverre heb ik nu
geen aanleiding tot maatregelen van mijn kant. Punt blijkt echter wel dat deelnemers verwachten dat hun pensioenuitvoerders (of werkgevers) hen actief wijst op de noodzaak tot melding van arbeidsongeschiktheid. Dit vergt met name van alle pensioenuitvoerders zij, nogmaals, een actief zoekbeleid hanteren.
Mijn beeld van de mate waarin pensioenuitvoerders zich inspannen om deelnemers, die arbeidsongeschikt zijn geworden, te geven waar zij recht op hebben is overigens genuanceerd. Ik baseer mij daarbij op wat de Ombuds- man in 2017 concludeerde over de opvolging, die respectievelijk verzekeraars en pensioenfondsen hebben gegeven aan die aanbeveling waaraan ik eerder refereerde.4 De Ombudsman leek toen namelijk positiever te oordelen over verzekeraars dan over pensioenfondsen.

4 Ombudsman Pensioenen, Jaarverslag 2017, pp. 4–5.

Indiener(s)