Antwoord op vragen van het lid van der Lee over een interview met MKB-Nederland en Greenpeace bij het radioprogramma Radio EenVandaag

Geachte Voorzitter,

Op 23 april jl. werden vragen gesteld door lid van der Lee (GroenLinks) naar aanleiding van een interview met MKB-Nederland en Greenpeace bij het radioprogramma Radio EenVandaag (2019D16941). Hierbij geef ik antwoorden op deze vragen, mede in het licht van de brief aan uw Kamer met het voorstel voor een klimaatakkoord (Kamerstuk 32813, nr. 342) die ik op 28 juni jl. naar uw Kamer heb verzonden.

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat


1

Heeft u kennisgenomen van het interview met MKB-Nederland en Greenpeace van Radio EenVandaag van 17 april 2019?

Antwoord

Ja.

2

Welke sectoren of activiteiten die wel gebruik maken van gas en elektriciteit zijn vrijgesteld van betaling van de Opslag Duurzame Energie (ODE)?

Antwoord

In de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm) worden de volgende vrijstellingen genoemd.

(1) De vrijstelling ten aanzien van het aardgas- en elektriciteitsverbruik, gebruikt voor het opwekken van elektriciteit,

(2) de vrijstelling ten aanzien van het elektriciteitsverbruik voor chemische reductie en elektrolytische procedés,

(3) de vrijstellingen ten aanzien van het aardgasverbruik voor metallurgische en mineralogische procedés,

(4) de vrijstelling ten aanzien van het elektriciteitsverbruik voor metallurgische procedés,

(5) een vrijstelling voor het gebruik van aardgas anders dan als brandstof, (6) een vrijstelling voor aardgas gebruikt als additief of als vulstof in producten.

Deze vrijstellingen komen voort uit de richtlijn energiebelastingen en zijn facultatief. Alleen de als eerste genoemde vrijstelling heeft een meer verplichtend karakter. Deze regeling voorziet in een vrijstelling van aardgas en elektriciteit die wordt ingezet bij de opwekking van elektriciteit. De achtergrond hiervan is dat over de geproduceerde elektriciteit bij levering belastingheffing plaatsvindt. Zonder vrijstelling zou daardoor sprake zijn van dubbele heffing. De richtlijn energiebelastingen sluit in principe dubbele heffing uit. Lidstaten kunnen overigens van deze lijn afwijken uit milieubeleidsoverwegingen.

Ik merk op dat deze vrijstellingen onverkort ook van kracht zijn voor de ODE. De Wet ODE volgt de Wbm voor wat betreft de belastinggrondslag (verbruiksschijven) en vrijstellingen. De ODE kent alleen zijn eigen tarieven.

3a

Welk aandeel van het totale nationale gebruik aan respectievelijk gas en elektriciteit betaalt geen ODE?

Antwoord

Naar schatting is ongeveer 50% van het totale aardgasverbruik belast met Energiebelasting en ODE. Naar schatting wordt ongeveer 90% van het totale elektriciteitsverbruik belast met Energiebelasting en ODE.

3b

Welk bedrag per staffel in de energiebelasting voor respectievelijk gas en elektriciteit wordt dit jaar naar schatting gederfd door de vrijstellingen?

4

Gezien de inschatting in uw brief (Kamerstuk 35004, nr. 17) dat er voor de ODE in de 4e schijf voor gas 8 miljoen euro en voor elektriciteit 3 miljoen van de totale 1,7 miljard euro wordt opgehaald dit jaar, hoeveel zou de opbrengst in deze 4e en hoogste schijf dit jaar zijn zonder alle vrijstellingen?

Antwoord 3b en 4

In de Miljoenennota 2019 is in bijlage 9 een raming opgenomen voor de vrijstelling in de energiebelasting (incl. ODE) en de kolenbelasting voor energie-intensieve processen. Zie tabel. Voor 2019 is een totaalbedrag van € 98 miljoen geraamd, waarvan circa € 45 miljoen uit hoofde van de vrijstellingen op aardgas voor mineralogische en metallurgische procedés. Een exacte verdeling per staffel kan op basis van deze cijfers niet worden weergegeven, aangezien dit niet nauwkeurig kan worden afgeleid uit informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) of de Belastingdienst. Meer gegevens zijn niet beschikbaar omdat deze informatie niet bij de Belastingdienst en de belastingplichtige energieleveranciers kan worden geregistreerd. Om dezelfde reden kan ook geen antwoord worden gegeven op de vraag in welke mate het vrijgestelde gas- en elektriciteitsverbruik zou neerslaan in de hoogste belastingschijven.

(bedragen in mln. euro)

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Energiebelasting

Teruggaaf energie-intensieve industrie

3

5

5

6

7

8

Vrijstellingen voor energie-intensieve processen

63

73

82

83

89

98

5

Hoeveel betalen de bedrijven die onder CO2-emissiehandel (EU-ETS) vallen (met een uitstoot groter dan 10 kiloton CO2) aan ODE? Hoeveel hadden deze betaald zonder de vrijstellingen?

Antwoord

Er is geen inzicht in een verdeling van de belastinggrondslag en de opbrengsten uit de ODE specifiek voor ETS-bedrijven. Dit onderscheid kan uit de beschikbare data niet worden afgeleid. De reden hiervoor is dat deze informatie niet bij de Belastingdienst en de belastingplichtige energieleveranciers wordt geregistreerd. Het is namelijk onbekend welke gebruiker zich achter een aansluiting bevindt, een huishouden of een bedrijf. Daarnaast is het om dezelfde reden vervolgens ook onbekend of een bedrijf al dan niet onder het EU-ETS valt.

6

Hoeveel betalen de - qua uitstoot - 12 grootste industriële bedrijven aan ODE? Hoeveel hadden deze betaald zonder de vrijstellingen?

Antwoord

Verbruikscijfers voor individuele bedrijven zijn niet voorhanden. Het CBS geeft logischerwijs alleen inzicht in het verbruik op 2-digit en soms op 3-digit bedrijfstakniveau, omdat gegevens van individuele bedrijven onder de geldende geheimhoudingsplicht vallen. Door deze beperkingen kan het gevraagde inzicht niet worden verstrekt.

7

Deelt u de constatering dat door de vrijstellingen en het enkel belasten van de energiedragers elektriciteit en gas (en niet kolen en olie) bedrijven zeer weinig bijdragen, zeker in verhouding tot hun uitstoot van CO2 in Nederland? Zo nee, waarom niet?

9

Deelt u de visie dat een heffing op CO2 de rekening voor de energietransitie veel eerlijker verdeelt en meer in lijn met het principe dat de vervuiler betaalt ligt, dan de ODE ooit zal kunnen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7 en 9

Bedrijven worden voor hun energieverbruik belast via de energiebelasting, de opslag duurzame energie, de accijnzen op olieproducten, en de kolenbelasting. Tevens geldt voor bedrijven die onder het Europese emissiehandelssysteem ETS vallen een CO2-prijs over de gehele uitstoot. Het kabinet heeft op 28 juni jl. een voorstel voor een Klimaatakkoord bij uw Kamer ingediend, dat onder andere voorziet in een verschuiving van de lastenverdeling tussen burgers en bedrijven in de ODE. Bovendien zal per 2021 boven op de ETS-prijs een aparte CO2 -heffing voor de sector industrie worden ingevoerd, die borgt dat het doel van 14,3 Mton uitstootreductie in 2030 wordt gerealiseerd.

De ODE heeft louter als doel het realiseren van belastingopbrengsten ter dekking van de geraamde kasuitgaven voor de SDE+. Daarbij leidt de in mijn voorstel voor een Klimaatakkoord voorgestelde verschuiving in de lastenverdeling tussen huishoudens en bedrijven tot een aanzienlijk hogere bijdrage van de sector industrie dan dat nu nog het geval is.

Ik verwijs voor nadere details naar mijn brief met voorstel voor een Klimaatakkoord van 28 juni jl.

8

Bent u voornemens de vrijstellingen af te schaffen, in het licht van de door u op 13 maart 2019 aangekondigde verschuiving in de ODE naar eenderde huishoudens en tweederde bedrijven? Zo nee, zal de verschuiving dan terecht komen bij met name het midden- en kleinbedrijf (mkb) en bij die specifieke sectoren die niet onder de vrijstellingen vallen?

Antwoord

Nee. Het kabinet heeft op 28 juni jl. een voorstel voor een klimaatakkoord bij uw Kamer ingediend, dat onder ander voorziet in een verschuiving van de lastenverdeling tussen burgers en bedrijven in de ODE. Deze verschuiving behelst een toename van de bijdrage van grootverbruikers waaronder de sector industrie, door verhoging van de 3e en 4e belastingschijven op aardgas en een verhoging van de 3e schijf op elektriciteit. Voor mkb-bedrijven met een verbruik tot en met de 2 e belastingschijven aardgas en elektriciteit treedt daardoor geen extra lastenverzwaring op.

10

Kunt u uw antwoord op de brief van MVO-Nederland en ONL van 15 april 2019 over de ongelijke lastenverdeling van de ODE tussen de industrie en het mkb naar de Kamer sturen?

Antwoord

Er is naar aanleiding van de brief contact geweest met deze partijen. Het kabinet heeft altijd gezegd dat huishoudens en het mkb niet zullen opdraaien voor de kosten van de transitie in de industrie. In lijn de motie Beckerman c.s. (Kamerstuk 32 813, nr. 351) heeft het kabinet hier bij de finale besluitvorming over het Klimaatakkoord en de verschuiving in de ODE voor gezorgd.

11

Kunt u zorgen dat deze vragen voor een eventueel Kamerdebat over het Klimaatakkoord en CO2-heffing beantwoord zijn?

Antwoord

Zoals ik aangaf heb ik op 28 juni jl. een Voorstel voor een Klimaatakkoord aan uw Kamer doen toekomen dat ten dele antwoord gaf op bovenstaande vragen. Helaas is het niet gelukt om de vragen voorafgaand aan het plenaire debat over het Klimaatakkoord van 3 juli jl. te beantwoorden.

Indiener(s)