Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Kuiken over de baby en peuter van een Nederlandse vader die zich zonder ouders in een kamp in Noord-Syrië bevinden

Hierbij bieden wij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ploumen en Kuiken (beiden PVDA) over de baby en peuter van een Nederlandse vader die zich zonder ouders in een kamp in Noord-Syrië zouden bevinden. Deze vragen werden ingezonden op 19 juni 2019 met kenmerk 2019Z12598.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok[Ondertekenaar 1]

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus

Antwoorden van de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid op vragen van de leden Ploumen en Kuiken (beide PvdA) over de baby en peuter van een Nederlandse vader die zich zonder ouders in een kamp in Noord-Syrië bevinden

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Baby en peuter van Nederlandse vader zonder ouders in Kamp in Noord-Syrië‘? 1)

Antwoord

Ja

Vraag 2

Klopt het dat de kinderen van de Nederlandse Jihadstrijder Hatim R. zonder ouderlijk gezag verblijven in het Koerdische kamp Al Hol in Noord-Syrië? Zo ja, wat kunt u zeggen over de gezondheidstoestand van de kinderen en de situatie waarin zij zich bevinden?

Antwoord

In 2017 is het Nederlanderschap van de heer Hatim R. ingetrokken. [1] Ik heb kennisgenomen van de mediaberichten waarin wordt gezegd dat twee van zijn kinderen in kamp Al Hol in Syrië verblijven. Zoals u weet kan het kabinet hier niet nader ingaan op individuele gevallen.

Vraag 3

Sinds wanneer is bij u bekend dat de twee kinderen van drie maanden en drie jaar oud zonder hun ouders in het kamp verblijven?

Antwoord

Zoals u weet kan het kabinet hier niet nader ingaan op individuele gevallen.

Vraag 4

Zijn de desbetreffende kinderen door Nederlandse diplomaten of de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) bezocht? Zo ja, kunt u toelichten wanneer deze kinderen door Nederlandse functionarissen zijn bezocht en wat het doel was van deze ontmoetingen?

Antwoord

Over de werkwijze van de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden in het openbaar geen uitspraken gedaan. De informatie als zouden Nederlandse diplomaten kampen in Syrië bezoeken is onjuist.

Vraag 5

Is onderzocht of deze twee kinderen ook door de Nederlands-Franse delegatie konden worden meegenomen? Zo ja, kunt u een toelichting geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De Nederlandse overheid onderzoekt in individuele gevallen van Nederlandse kinderen van overleden uitreizigers of, en zo ja hoe, deze kinderen overgebracht kunnen worden naar Nederland, zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019. De situatie van de twee Nederlandse weeskinderen die op 10 juni 2019 door Frankrijk uit Syrië zijn overgebracht en overgedragen aan hun Nederlandse voogd, betrof een unieke casus.

Vraag 6

In hoeverre verschilt de situatie van deze kinderen zich van de situatie van de kinderen die vorige week door de Fransen uit het Noord-Syrische kamp Ain Issa zijn gehaald?

Antwoord

In het geval van de twee Nederlandse weeskinderen die op 10 juni 2019 door Frankrijk uit Syrië zijn overgebracht en overgedragen aan hun Nederlandse voogd, lag er een uitspraak van een Nederlandse rechter die voorlopig voogdij over deze kinderen toewees aan de Nederlandse jeugdbescherming. Er was bovendien sprake van een Nederlandse moeder (en daarmee Nederlandse kinderen) en overleden ouders.

Vraag 7

Is het u bekend dat de Belgische kinderpsycholoog Gerrit Loots oordeelt dat deze kinderen onmiddellijk moeten worden weggehaald omdat ze anders een hongerdood sterven? Bent u zich bewust van de ernst van de situatie van deze kinderen? Zo ja, welke maatregelen heeft u genomen om de situatie van deze kinderen te verbeteren? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet?

Antwoord

Ja, de uitspraken van Gerrit Loots zijn het kabinet bekend.

Ja, het kabinet is zich bewust van de ernst van kinderen in deze situatie. Het kabinet beschouwt deze kinderen als slachtoffer van de keuzes van hun ouders. De Nederlandse overheid biedt substantiële financiële steun aan internationale hulporganisaties ten behoeve van humanitaire bijstand voor alle mensen in nood in Syrië. In individuele gevallen van Nederlandse kinderen van overleden uitreizigers, onderzoekt de Nederlandse overheid of, en zo ja hoe, deze kinderen overgebracht kunnen worden naar Nederland, zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019.

Vraag 8

Bent u bereid om maatregelen te nemen die resulteren in het ophalen van deze twee jonge kinderen die zonder ouders verblijven in het Syrische kamp?

Antwoord

De Nederlandse overheid onderzoekt in individuele gevallen van Nederlandse kinderen van overleden uitreizigers of, en zo ja hoe, deze kinderen overgebracht kunnen worden naar Nederland, zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019. Op basis van de nu beschikbare informatie is dit niet van toepassing op deze twee kinderen.

Vraag 9

Bent u bekend dat in reactie op de uitzending van Zembla een zegsman van het ministerie van Buitenlandse Zaken het volgende zegt: ‘de rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken is puur consulair. Zonder hulpvraag verlenen we geen consulaire bijstand’? Kunt u uitleggen hoe deze twee kinderen van drie maanden en drie jaar oud, die verblijven zonder ouderlijk gezag, een verzoek tot consulaire bijstand kunnen indienen?

Antwoord

Ja. Het ministerie van Buitenlandse Zaken gaat over consulaire dienstverlening, niet over ouderlijk gezag of voogdij. Consulaire bijstand door de Nederlandse overheid start in de regel met een hulpvraag en is voorbehouden aan Nederlanders.

1) https://zembla.bnnvara.nl/nieuws/baby-en-peuter-van-nederlandse-vader-zonder-ouders-in-kamp-in-noord- syrie-video



[1] Staatscourant 2017, 52440

Indiener(s)

Stef  Blok