Antwoord op vragen van het lid Laçin over de brandstofstoring bij Aircraft Fuel Supply (AFS)

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het Kamerlid Laçin (SP) over de brandstofstoring bij Aircraft Fuel Supply (AFS) ingezonden op 24 juli 2019.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de brandstofstoring van woensdag 24 juli 2019 en de grote chaos die dat op Schiphol tot gevolg heeft gehad?

Antwoord 1

Mijn ministerie staat hierover in contact met AFS en Schiphol en volgt de ontwikkelingen op de voet. Hierbij is het goed om te melden dat er een onafhankelijk onderzoek is ingesteld door AFS en Schiphol naar de oorzaak van de brandstofstoring. Het onderzoek wordt uitgevoerd door TNO. Dit onderzoek zal zich ook richten op de brandstoring bij AFS die heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2019.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de wijze waarop tijdens de storing met reizigers aanwezig op of onderweg naar de luchthaven is gecommuniceerd?

Antwoord 2

Schiphol heeft een eigen evaluatie van de gebeurtenissen tijdens de storing opgesteld. Op basis hiervan gaat Schiphol in gesprek met alle sectorpartijen hoe het crisismanagement en de communicatie (inclusief reizigersopvang, verzorging, slaapplaatsen etc.) kunnen worden verbeterd. Mijn ministerie zal geïnformeerd worden over de uitkomsten.


Vraag 3

Wat vindt u van het feit dat Schiphol stelt niet aansprakelijk te zijn voor de gevolgen van de storing? [1]

Antwoord 3

De oorzaak van de storing in de brandstofvoorziening is nog niet bekend. Pas als die bekend is komen vraagstukken met betrekking tot schuld, verwijtbaarheid en aansprakelijkheid aan de orde.

Vraag 4

Bent u het met luchtvaartjurist Croon eens dat Schiphol op grond van artikel 8.25a van de Wet luchtvaart wel degelijk een zorgplicht heeft en voorzieningen had moeten treffen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Artikel 8.25a in samenhang met artikel 8.3 van de Wet luchtvaart bepaalt dat de exploitant van de luchthaven, met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de luchthaven, verplicht is tot exploitatie van de luchthaven en daartoe de voorzieningen treft die nodig zijn voor een goede afwikkeling van het luchthavenluchtverkeer en het daarmee samenhangende personen- en goederenvervoer op de luchthaven. Hieronder valt ook de brandstofvoorziening. Volgens de memorie van toelichting bij dit artikel (kamerstukken II, 2001-2002, 28 074, nr. 3) gaat het om het nemen van maatregelen ter instandhouding van de luchthaven, zoals onderhoudswerkzaamheden en tevens het doen van nodige investeringen of andere bedrijfsbeslissingen die de exploitatie van de luchthaven ten goede komen, waarbij onder meer te denken valt aan het aanleggen van start- en landingsbanen, terminals, voorrijwegen, parkeerfaciliteiten en aansluitingen op openbaarvervoervoorzieningen. De oorzaak van de storingen in de brandstofvoorziening is nog niet bekend.

Vraag 5

Wat vindt u van het feit dat het bedrijf Aircraft Fuel Supply (AFS) tot op heden nog geen commentaar heeft gegeven over de storing, en dat Schiphol alleen schriftelijk heeft gereageerd waar ze anders zo graag voor de camera verschijnen?

Antwoord 5

Communicatie over het incident en de oorzaak is een eigen verantwoordelijkheid van deze organisaties. Zij bepalen zelf hun communicatiebeleid.

Vraag 6

Vindt u het verantwoordelijk dat op een van de heetste dagen van het jaar tienduizenden gestrande reizigers urenlang niks te eten of te drinken kregen uitgereikt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

Op grond van de passagiersrechtenverordening hebben passagiers na een aantal uren, afhankelijk van de afstand van de bestemming, recht op eten en drinken, in redelijke verhouding tot de wachttijd, en indien noodzakelijk een hotelovernachting. De verordening legt de verplichting hierin te voorzien bij de luchtvaartmaatschappijen. Zoals ik reeds bij vraag 2 heb aangegeven heeft Schiphol een eigen evaluatie van de gebeurtenissen tijdens de storing opgesteld. Op basis hiervan gaat Schiphol in gesprek met alle sectorpartijen over het crisismanagement en de communicatie (inclusief reizigersopvang, verzorging, slaapplaatsen etc.). Mijn ministerie zal geïnformeerd worden over de uitkomsten.

Vraag 7

Wat gaat u er als verantwoordelijk minister aan doen om te voorkomen dat in de toekomst bij storingen dit soort afschuifgedrag wordt vertoond ten koste van de reiziger?

Antwoord 7

Schiphol en AFS hebben gezamenlijk TNO als onafhankelijk partij aangesteld om onderzoek te doen naar de toedracht van de verstoringen. Het is op dit moment nog niet bekend wanneer deze evaluatie is afgerond. AFS en Schiphol hebben TNO wel verzocht om de directe aanleiding zo snel mogelijk te achterhalen zodat direct eventuele extra maatregelen getroffen kunnen worden waardoor de kans op herhaling geminimaliseerd kan worden.

Vraag 8

Kunt u garanderen dat reizigers in redelijkheid gecompenseerd worden voor de kosten en misgelopen of vertraagde vluchten door deze storing? Zo ja, per wanneer kunnen gedupeerde reizigers hun geld zien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

De oorzaak van de storingen in de brandstofvoorziening is nog niet bekend. Pas als die bekend is komen vraagstukken met betrekking tot schuld, verwijtbaarheid en aansprakelijkheid aan de orde. Daarnaast verschilt van geval tot geval of een reiziger voor compensatie een beroep kan doen op de passagiersrechtenverordening, de pakketreizenrichtlijn en/of het Verdrag van Montreal, waarbij het ervan afhangt of sprake is van overmacht (buitengewone omstandigheden) voor de luchtvaartmaatschappijen.


Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga



[1] Nieuwsuur, 29 juli 2019: “Schiphol kan niet weglopen voor aansprakelijkheid voor chaos”