Vragen lid Remco Dijkstra (VVD) kenmerk 2019Z14465:
Vraag 1
Kent u de artikelen[1] Failliete rijschoolhouder blijkt spoorloos, Rijschoolhouder
Ferry A. failliet en Verdwenen rijschoolhouder neemt onbetaald personeel
verschrikkelijk in de maling?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de rijschool A. uit Zoetermeer? Is er
inderdaad sprake van een faillissement zoals vandaag op teletekst te lezen valt?
Antwoord 2
Op dinsdag 2 juli 2019 heeft de rechtbank Den Haag het faillissement
uitgesproken.
Vraag 3
Is de heer A. al opgepakt door de Spaanse autoriteiten en/of wordt er een verzoek
gedaan aan Spanje om tot aanhouding, arrestatie en uitlevering over te gaan
zodat de heer A. zich kan verantwoorden voor een Nederlandse rechter?
Antwoord 3
Ik ga niet in op individuele personen en strafrechtelijke zaken.
Vraag 4
Welke mogelijkheden zijn er om foute rijscholen en/of -instructeurs hun
lesbevoegdheid per direct te kunnen ontnemen en te weren uit de
rijschoolbranche?
Antwoord 4
Er is een vorderingenprocedure binnen de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM)
om het certificaat ongeldig te verklaren ingeval er sprake is van bv. drankgebruik
of gevaarlijk gedrag tijdens de les.
Vraag 5
Wat kan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) doen? Wat doet het
CBR om schade voor cursisten te voorkomen? Worden rijscholen regelmatig
doorgelicht, bijvoorbeeld op het gebied van vakbekwaamheid en financiële
degelijkheid?
Antwoord 5
Het CBR is geen toezichthouder op het functioneren van rijscholen. Het CBR heeft
evenmin een rol bij het voorkomen van financiële schade bij cursisten.
Vakbekwaamheid van de instructeur (didactiek en instructie) is geregeld in de
WRM.
Elke ondernemer is volgens belastingwetregels verplicht voor de BTW een
administratie bij te houden en te bewaren in een voor hen controleerbare boekhouding. Deze voorgeschreven boekhouding is ook noodzakelijk om een
rijschool financieel degelijk kunnen voeren. De Belastingdienst doet incidenteel
controles van de financiële bedrijfsvoering van ondernemingen, zo ook bij
rijscholen.
Vraag 6
Wat kunnen gedupeerde instructeurs en cursisten doen om hun schade te
verhalen? Bij wie kunnen ze zich melden? Is er zicht op hoeveel mensen schade
hebben geleden en in welke omvang?
Antwoord 6
Gedupeerden kunnen hun vordering, vergezeld van bewijsstukken, indienen bij de
curator. De vordering wordt in een later stadium geverifieerd.
Ik heb op dit moment geen zicht op de omvang van de schade. Naar ik begrijp
ontvangt de curator nog dagelijks aanmeldingen van vorderingen. Deze
vorderingen zullen worden geplaatst op de lijst van voorlopig erkende schulden,
maar zullen later nog moeten worden geverifieerd.
Vraag 7
Wat heeft de invoering van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM) voor
gevolgen voor verbetering van de kwaliteit van de rijscholen? Waarop zou de WRM
nog aangescherpt kunnen worden?
Antwoord 7
De WRM regelt eisen voor rijinstructeurs en niet op rijschoolniveau. Zoals gemeld
in de Kamervragen ‘onverzekerde lesauto’s’ [2] ben ik in gesprek met de branche,
CBR en IBKI om te bezien op welke aspecten een kwaliteitsimpuls nodig en
mogelijk is.
Vraag 8
Kunt u deze vragen met spoed en op korte termijn beantwoorden?
Antwoord 8
Gelet op de oproep van de Kamer om over deze individuele zaak in gesprek te
gaan met de branche heb ik dat gedaan alvorens deze vragen te beantwoorden.
Dat bood mij de gelegenheid uw Kamer ook meteen te kunnen informeren over de
uitkomsten van dit gesprek.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga