Antwoord op vragen van het lid Weverling over de berichten ‘Deurne krijgt echt twee keer glasvezel’, ‘Aanleg glasvezel vertraagd’ en ‘E-Fiber en KPN samen in één sleuf’

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Weverling (VVD), ingezonden op 29 mei 2019 met kenmerk 2019Z10741, over de berichten ‘Deurne krijgt echt twee keer glasvezel’, ‘Aanleg glasvezel vertraagd’ en ‘E-Fiber en KPN samen in één sleuf’ .

Hoogachtend,

mr. drs. M.C.G. Keijzer

Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat


2019Z10741

1

Kent u de berichten ‘Deurne krijgt echt twee keer glasvezel’, ‘Aanleg glasvezel vertraagd’ en ‘E-Fiber en KPN samen in één sleuf’?

Antwoord

Ja, daar ben ik mee bekend.

2

Herkent u het geschetste beeld dat de uitrol van glasvezel in Nederland vertraging oploopt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Allereerst wil ik graag opmerken dat het artikel de situatie voor het buitengebied van Etten-Leur, Moerdijk, Roosendaal, Zundert en Breda schetst en niet voor de uitrol van glasvezel in de rest van Nederland. De uitrol van snel internet in buitengebieden is juist sterk toegenomen het afgelopen jaar. De toegenomen concurrentie bij de uitrol van snel internet in het buitengebied kan ervoor zorgen dat partijen hun vraagbundelingsinspanningen juist versnellen en kan ook leiden tot een lagere eigen bijdrage voor consumenten of aantrekkelijkere dienstenpakketten. Het is echter onwenselijk als de concurrentie wordt verstoord of zo hevig is dat partijen zich terugtrekken en er geen snel internet komt. Daar is in het buitengebied van Etten-Leur, Moerdijk, Roosendaal, Zundert en Breda echter nu geen sprake van.

3

Deelt u de mening dat Nederlanders zo snel mogelijk moeten beschikken over een zo hoog mogelijke internetsnelheid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De ambitie van het kabinet is dat in 2023 iedereen in Nederland kan beschikken over een vaste internetverbinding van tenminste 100 Mbps. De verwachting is dat we deze ambitie gaan halen.

4

Kunt u aangeven in welke delen van Nederland op dit moment nog geen glasvezel is aangelegd? Zo nee, waarom niet?

5

Kunt u aangeven in welke delen van Nederland bewoners op dit moment nog te maken hebben met internetsnelheden die trager dan gemiddeld zijn ? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 4 en 5

De laatste meting op adresniveau over de beschikbare internetsnelheid van huishoudens dateert uit eind 2017. Op dat moment had 3% van de adressen, ongeveer 270.000 adressen, niet de beschikking over een vaste verbinding van 30 Mbps, en 4% van de adressen, 360.000 adressen, niet de beschikking over een verbin­ding van 100 Mbps of meer. Ik werk aan het actualiseren van deze cijfers in een nieuwe ‘breedbandkaart’ (hierop is op verschillende niveaus (van landelijk niveau tot adresniveau) de snelheid van de vaste internetverbinding te zien. Zoals ik heb toegezegd in het Algemeen Overleg Telecommunicatie [1] op 4 april 2019, zal ik uw Kamer eind dit jaar over de voortgang van de uitrol van snel internet informeren in de voorgangsrapportage van het Actieplan Digitale Connectiviteit.

6

Onderschrijft u nog steeds de ambitie uit het Actieplan Digitale Connectiviteit met betrekking tot het verder verglazen van Nederland, zodat de capaciteit van vaste netwerken kan worden vergroot? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik onderschrijf absoluut nog de ambitie van het kabinet over de beschikbaarheid van een internetsnelheid van tenminste 100 Mbps voor iedereen in Nederland in 2023. Ik merk daarbij op dat deze ambitie technologieneutraal is en het verglazen van Nederland geen doel op zich is. Het gaat er om dat alle Nederlanders kunnen beschikken over een snelle vaste internetverbinding. Dit kan gerealiseerd worden door het aanleggen van een glasvezelverbinding, maar ook door investeringen in technologische doorontwikkeling van de huidige infrastructuur of zogenoemde vast-draadloze oplossingen (een draadloze verbinding tussen twee vaste punten).

7

Op welke manier werkt u aan het realiseren van bovenstaande ambitie? Kunt u voorbeelden geven van uw werkzaamheden die het realiseren van de ambitie kracht moeten bijzetten? Wat kunt u nog meer doen om bovenstaande ambitie te realiseren?

Antwoord

De markt is als eerste aan zet om deze ambitie te realiseren. De overheid zorgt voor de juiste randvoorwaarden zodat marktpartijen investeren in een goede digitale infrastructuur, onder andere door een faciliterend lokaal beleid en door de concurrentie te waarborgen. De ACM kan bijvoorbeeld ingrijpen als er verboden anti-competitieve gedragingen worden waargenomen. Alleen waar de markt onvoldoende beweegt kunnen lokale en provinciale overheden ingrijpen met gerichte financiële steun voor de uitrol van snel internet. Ik ondersteun regionale en lokale overheden door het uitwisselen van kennis en best practices en zal hiervoor zoals aangekondigd in het Actieplan Digitale Connectiviteit een nieuwe gereedschapskist/handreiking breedband na de zomer ter beschikking stellen. Daarbij constateer ik dat de veranderde marktomstandigheden zorgen voor nieuwe vraagstukken en er nu bijvoorbeeld meer aandacht is voor de coördinerende rol van gemeenten bij graafwerkzaamheden als meerdere partijen willen uitrollen. Ik verwijs verder naar het antwoord op de vragen 8, 9 en 10.

8

Op welke manier wordt de motie-Weverling c.s. betrokken bij het realiseren van snelle internetverbindingen in Nederland, zowel in stedelijk gebied als in het buitengebied?

9

Kunt u voorbeelden noemen van overleggen met provincies, gemeenten, bedrijven en andere organisaties die op basis van de motie-Weverling c.s. zijn georganiseerd?

10

Zijn er op basis van de motie-Weverling c.s. concrete afspraken gemaakt met provincies, gemeenten, bedrijven en andere organisaties teneinde de uitrol van snel internet te bevorderen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 8, 9 en 10

Ik wil graag vooropstellen dat er doorlopend gesprekken worden gevoerd met provincies, gemeenten, bedrijven en andere organisaties en kennis en best practices worden uitgewisseld via het Kennisplatform Snel Internet en de website samensnelinternet.nl. Een goed voorbeeld van een best practice is het hanteren van passende leges per aansluiting in plaats van per strekkende meter zodat in het buitengebied met grotere afstanden een rendabele business case mogelijk is. Zoals ook gevraagd door de motie Weverling c.s. en de motie Moorlag/Bromet [2], heeft een aantal gesprekken plaatsgevonden specifiek gericht op de aanleg van snel internet en eventuele belemmeringen die partijen daarbij ondervinden, bijvoorbeeld tijdens de vraagbundeling. Zo is er recent gesproken met de provincies Noord-Holland en Groningen, met de gemeentes Gouda, Den Haag en Rotterdam en ook met verschillende marktpartijen. Ik blijf hierover in gesprek met alle belanghebbenden en relevante signalen uit deze gesprekken deel ik met de ACM ten behoeve van hun lopende marktstudie naar de uitrol van glasvezel in Nederland.

Daarnaast heb ik de VNG een impactanalyse [3] laten maken en is het handvest 5G - Samen op weg naar hoogwaardige digitale connectiviteit [4] getekend. In dit handvest hebben telecombedrijven, bedrijfsleven, belangenorganisaties, kennisinstellingen en lokale en nationale overheden met elkaar afgesproken om samen te werken om de uitrol van digitale infrastructuur inclusief 5G goed te laten verlopen. Op basis van de uitkomsten van de impactanalyse organiseert mijn ministerie samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de VNG na de zomer gesprekstafels met gemeenten en provincies om in dialoog te gaan hoe gemeenten een meer faciliterend lokaal beleid kunnen voeren om snel internet (vast én mobiel) te realiseren.

11

Wanneer verwacht u de uitkomsten van het onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) naar de glasvezelmarkt aan de Kamer te doen toekomen?

Antwoord

De ACM verwacht de resultaten van de marktstudie na de zomer te publiceren. Ik zal de uitkomsten dan ook aan uw Kamer doen toekomen.



[1] Kamerstuk 26643 nr. 607

[2] Kamerstuk 24095, nr. 475

Indiener(s)