Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het bericht dat het leger van Myanmar opnieuw mensenrechten schendt

Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Kuzu (DENK) over het bericht dat het leger van Myanmar opnieuw mensenrechten schendt

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Amnesty: leger Myanmar schendt mensenrechten opnieuw’?

Antwoord

Ja, het kabinet is eveneens bekend met het rapport van Amnesty International “No one can protect us” – War crimes and abuses in Myanmar’s Rakhine State’ van 29 mei jl.

Vraag 2
Baart de berichtgeving u zorgen? Zo ja, bent u voornemens om naar aanleiding van deze zorgwekkende berichten actie te ondernemen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3
Deelt u de stelling van mensenrechtenorganisatie Amnesty International dat het leger van Myanmar zich schuldig heeft gemaakt aan zeven nieuwe onwettige aanvallen, waarbij 14 burgers omkwamen en zeker 29 gewonden vielen? Zo ja, wat gaat u doen om de VN Veiligheidsraad tot meer actie te bewegen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De bevindingen in het Amnesty International rapport onderstrepen dat het Myanmarese leger zich wederom schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen in zijn operatie tegen etnische gewapende groepen, ditmaal als reactie op aanvallen begin 2019 van Arakan Army (AA), een etnisch Rakhine boeddhistische gewapende groep. Ten eerste toont het Amnesty-rapport aan dat het Myanmarese leger nog steeds geweld gebruikt, ook tegen de burgerbevolking. Ten tweede laat het zien dat het conflict en de operaties van het Myanmarese leger ertoe leiden dat het voorlopig niet veilig is voor de Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh om terug te keren naar Rakhine State.

Het kabinet veroordeelt het disproportionele geweld van het Myanmarese leger en het kabinet maakt zich zorgen over deze ontwikkelingen. Nederland gebruikt iedere relevante mogelijkheid om de situatie in Myanmar, en specifiek de misdrijven van het leger te agenderen en bespreken, zij het in internationale fora of in bilaterale gesprekken. Op de dag dat het Amnesty-rapport uitkwam, heeft de Nederlandse ambassadeur in Myanmar de autoriteiten ook op de bevindingen uit het Amnesty International rapport aangesproken. Minister Blok heeft op 17 juni in de RBZ nogmaals zorgen uitgesproken over de voortdurende mensenrechtenschendingen in Myanmar.

Conform de aanbevelingen van eerdere rapporten, zet Nederland zich blijvend in voor een doorverwijzing naar het Internationaal Strafhof (ICC) door de VN-Veiligheidsraad. Hier heeft Nederland op 23 april jl. nog toe opgeroepen tijdens het open debat over sexual violence in conflict.

Vraag 4
Wat vindt u ervan dat volgens het nieuwe rapport van Amnesty International, het leger van Myanmar in april vanuit een helikopter het vuur opende op arbeiders die bamboe aan het snijden waren?

Antwoord

In één woord: gruwelijk.

Vraag 5

Kunt u een analyse geven van de oorzaak van het toegenomen geweld en kunt u daarbij in het bijzonder ingaan op de ontbrekende internationale verontwaardiging over de massaschendingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het huidige conflict met de AA is vergelijkbaar met de andere etnische conflicten in Myanmar. Het Myanmarese leger heeft Myanmar decennialang geregeerd met als doel het bouwen van een natiestaat op basis van Bamar (etnische meerderheid) dominantie en superioriteit. Daarbij werd disproportioneel geweld gebruikt om de etnische minderheden in de grensgebieden te onderdrukken. Het conflict met deze minderheden wordt gezien als een van de langstlopende burgeroorlogen in de wereld. Het Myanmarese leger hanteert in zijn operaties tegen alle etnische minderheden een strategie waarbij ook geweld tegen burgers wordt gebruikt, met als doel om steun en bevoorrading van etnische gewapende groepen af te snijden.

De huidige escalatie van geweld in de staat Rakhine is veroorzaakt door een aanval van de AA op politieposten op 4 januari 2019. De AA strijdt tegen de overheersing van de Bamar meerderheid van de bevolking en voor meer zelfbeschikking in Rakhine State. Het Myanmarese leger heeft op de aanval van de AA gereageerd met fors geweld, waarbij ook burgerslachtoffers zijn gevallen.

Het rapport van Amnesty International is het eerste internationale rapport dat dit recente geweld in Rakhine tussen het leger en de AA documenteert. Nederland veroordeelt in Europees verband het gebruik van geweld door zowel de AA als door het Myanmarese leger [1]. Sinds augustus 2017 is er tevens veel aandacht en verontwaardiging van de internationale gemeenschap voor het geweld tegen de Rohingya.

Het kabinet is van mening dat beëindiging van de interne etnische conflicten via het lopende vredesproces, en verdere democratische transitie, de sleutel vormen voor structurele verbetering van de mensenrechtensituatie in Myanmar. Nederland zet zich daar voor in door middel van het tweesporenbeleid ten aanzien van Myanmar. Enerzijds is dit een inzet op het gebied van accountability en bevordering van mensenrechten in Myanmar, anderzijds steun voor de democratische transitie en bevordering van duurzame economische groei en ontwikkeling.

Vraag 6

Doet de VN Veiligheidsraad naar uw mening genoeg om de positie van de Rohingya te verbeteren? Zo ja, hoe? Zo nee, hoe gaat u duidelijk maken dat er serieuze stappen gezet moeten worden?

Antwoord

Deze nieuwe geweldsgolf staat los van het geweld dat eerder tegen de Rohingya is gebruikt. Het oplaaiende geweld heeft wel tot gevolg dat de omstandigheden voor terugkeer van Rohingya-vluchtelingen nog moeilijker zijn geworden.

Zoals bekend zet het kabinet zich in internationaal verband in om terugkeer van de Rohingya mogelijk te maken. Daarnaast loopt Nederland internationaal voorop waar het de roep om verantwoording betreft, zowel door te pleiten voor een doorverwijzing van de situatie naar het ICC door de VN-Veiligheidsraad als bij het opzetten van een mechanisme om bewijsmateriaal zeker te stellen via het International Investigation Mechanism for Myanmar (IIMM). Daarbij onderstreept Nederland het belang van samenwerking van het bewijsverzamelingsmechanisme met het ICC. Tevens blijft het kabinet bij zowel permanente leden als nieuwe niet-permanente leden van de VN-Veiligheidsraad het belang benadrukken van agendering van deze crisis. Door interne verdeeldheid wordt actie door de VNVR echter tegengehouden, net zoals dat bij andere dossiers het geval is.

Vraag 7

Bent u bereid om zich ervoor in te zetten dat er een onafhankelijk internationaal onderzoek komt naar het doden en verwonden van burgers bij willekeurige aanvallen, executies zonder proces en marteling door het leger van Myanmar? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Mede door actieve inzet van Nederland, conform toezegging aan de Kamer, werd op 27 september 2018 een gezamenlijke EU-OIC-resolutie aangenomen in de VN-Mensenrechtenraad in Genève. Deze maakte het opzetten van een internationaal bewijsverzamelingsmechanisme mogelijk en verlengde en verbreedde het mandaat van de Independent International Fact-Finding mission on Myanmar. Het betreft hier een uniek voorbeeld van goede samenwerking van EU en de landen van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC). De VN heeft voor het bewijsverzamelingsmechanisme de middelen beschikbaar gesteld en is begonnen met het werven van personeel. Het hoofd van het mechanisme is inmiddels aangesteld.

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de oproep door de mensenorganisatie Amnesty International, in het bijzonder de stappen met betrekking tot een wapenembargo tegen Myanmar in te stellen?

Antwoord

Het kabinet deelt de mening van Amnesty International dat een internationaal wapenembargo kan bijdragen aan vermindering van het geweld. Nederland blijft zich daarom hiervoor inzetten conform motie Kuzu (5 oktober 2017), ondanks dat dit tot nu toe onhaalbaar is gebleken. Hierbij dient overigens opgemerkt te worden dat er op EU-niveau wel sinds 26 april 2018 een verscherpt wapenembargo tegen Myanmar van kracht is.

Vraag 9

Hoe beoordeelt u de oproep door de mensenorganisatie Amnesty International om de plegers van de misdaden te vervolgen door het Internationaal Strafhof in Den Haag?

Antwoord

Zie antwoord op vraag 6.

Vraag 10

Bent u bereid alle mogelijke drukmiddelen aan te wenden om te helpen voorkomen dat het leger van Myanmar zich opnieuw schuldig maakt aan oorlogsmisdaden en andere mensenrechtenschendingen? Hoe beoordeelt u hierbij de positie van de VN Veiligheidsraad?

Antwoord

De strijd tegen straffeloosheid is een beleidsprioriteit voor Nederland, niet alleen om verantwoording te waarborgen maar juist ook ter voorkoming van misdrijven. Zie verder antwoord op vraag 2, 3, 6 en 7.

Vraag 11

Bent u bereid, gezien de laatste ontwikkelingen, het initiatief te nemen om de voltallige legerleiding op de EU-sanctielijst te plaatsen?

Antwoord

Het sanctieregime dat mede op initiatief van Nederland tot stand kwam, bestaande uit o.a. het EU-wapenembargo en de persoonsgerichte sancties tegen Myanmarese militairen, is in april van dit jaar nog verlengd. Tot nu toe is ervoor gekozen om de top van het Myanmarese leger niet op de sanctielijst te plaatsten om de mogelijkheid van een dialoog open te houden. Het plaatsen van personen op de sanctielijsten van de EU vereist unanimiteit in de Raad. Die unanimiteit is er niet. Minister Blok heeft op 17 juni in de RBZ nogmaals opgeroepen tot aanvullende sancties tegen de verantwoordelijken voor de mensenrechtenschendingen.

Vraag 12

Kunt u een lijst geven van alle organisaties in Myanmar waarmee de Nederlandse regering in het kader van ontwikkelingsbeleid mee samenwerkt en kunt u per organisatie aangeven of de rol en houding van deze organisaties met betrekking tot de Rohingya door de Nederlandse regering zijn onderzocht?

Antwoord

De Rijksoverheid publiceert iedere maand actuele gegevens over ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten, o.a. over uitvoerende organisaties in het ontvangende land. Deze gegevens zijn beschikbaar in de open data-opmaak van het International Aid Transparency Initiative (IATI) [2].

Nederland werkt op verschillende terreinen samen met internationale en nationale organisaties in Myanmar, met als doel steun te geven aan de democratische transitie, aan bevordering voor respect van mensenrechten en aan duurzame economische groei en ontwikkeling. De regering beoordeelt aanvragen voor financiering niet alleen beleidsinhoudelijk, maar ook op basis van een risicoanalyse met betrekking tot de doelstellingen, structuur en bewezen prestaties van de betrokken organisatie(s). In deze afweging wordt ook gekeken naar de reputatie van de organisatie in het algemeen. Er wordt in de afweging niet specifiek getoetst wat de rol en houding van de organisatie is tot de Rohingya, tenzij het een project betreft dat wordt uitgevoerd in een gebied waar ook Rohingya wonen.

Vraag 13

Bent u voornemens het geweld van Myanmar te bespreken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken? Zo ja, bent u bereid de Kamer, voor zover mogelijk, over de uitkomsten te informeren?

Antwoord

Ja. Zoals in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 juni jl. aan uw Kamer gemeld, heeft Minister Blok naar aanleiding van het rapport van Amnesty International de situatie in Myanmar daar opnieuw opgebracht, zorgen uitgesproken over de voortdurende mensenrechtenschendingen en opgeroepen tot aanvullende sancties tegen de verantwoordelijken voor de mensenrechtenschendingen.

Vraag 14

Wat heeft de Nederlandse regering sinds de vele schendingen die begaan zijn tegen de Rohingya- bevolking door het leger van Myanmar concreet gedaan om de situatie van de Rohingya te verbeteren? Kunt u hier een gespecificeerd overzicht van geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Sinds de aanvang van de nieuwe geweldsgolf tegen de Rohingya op 25 augustus 2017, en in de nasleep daarvan, roept Nederland steevast in bilaterale contacten, via de EU en via VN-mensenrechtenfora, Myanmar en de facto staatshoofd Aung San Suu Kyi op om:

1. Het gebruik van geweld door het leger van Myanmar een halt toe te roepen en te veroordelen;

2. Straffeloosheid van mensenrechtenschendingen en internationale misdrijven te bestrijden en accountability te waarborgen;

3. Direct de grondoorzaken van het conflict aan te pakken door de aanbevelingen van de Annan-Commissie te implementeren;

4. Toegang voor humanitaire hulp te verlenen aan o.a. de VN- Vluchtelingenorganisatie, specifiek ook in VN-Veiligheidsraad verband;

5. Het MoU met de VN-Vluchtelingenorganisatie en het VN-Ontwikkelingsprogramma uit te voeren t.b.v. veilige, vrijwillige, waardige en duurzame terugkeer vluchtelingen, specifiek ook in VN-Veiligheidsraad verband; en

6. Samen te werken met de VN Speciaal Rapporteur voor Mensenrechten in Myanmar en de VN Fact-Finding Mission.

Inzet

· Nederland gebruikt iedere relevante mogelijkheid om de situatie in Myanmar, en specifiek de misdrijven van het leger te agenderen en bespreken, zij het in internationale fora of in bilaterale gesprekken.

· De Minister van Buitenlandse Zaken heeft recentelijk de mensenrechtensituatie in Myanmar aan de orde gesteld in bilaterale overleggen met VN-mensenrechtencommissaris Michelle Bachelet, op 5 april jl. met Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, Retno Marsudi, en tijdens de lunch van EU-ministers van Buitenlandse Zaken met hun Chinese collega, Wang Yi op 18 maart 2019.

· Op de dag dat het Amnesty-rapport uitkwam heeft onze ambassadeur in Myanmar de autoriteiten hier ook op aangesproken.

· Conform de motie Kuzu (5 oktober 2017) heeft Nederland tijdens het VN-Veiligheidsraad lidmaatschap blijvende inzet voor internationaal wapenembargo bepleit (echter niet haalbaar gebleken).

· Conform de motie Ploumen (5 juli 2018) heeft Nederland de mogelijkheden voor een VN-missie in Myanmar onderzocht (echter niet haalbaar gebleken).

  • Mede dankzij aanhoudende internationale druk heeft Myanmar een nationale Independent Commission of Enquiry ingesteld. Het rapport van de Commission of Enquiry wordt in de komende maanden verwacht. Internationaal zijn er weinig verwachtingen van deze commissie, maar het betreft wel erkenning door Myanmar dat er een probleem bestaat dat geadresseerd moet worden.

· Mede door Nederlands aandringen is in de ASEM slotverklaring in oktober 2018 een tekst aangenomen die inzet op accountability. Myanmar is een van de leden van ASEM.

· Minister Kaag was op 7 en 8 november 2018 zelf in Myanmar waar zij de Myanmarese autoriteiten persoonlijk aansprak op de mensenrechtensituatie in het land, in het bijzonder de Rohingya crisis.

EU-inzet

· De EU heeft op initiatief van o.a. Nederland, gesteund door enkele andere lidstaten, tweemaal sancties ingesteld tegen in totaal 14 militairen en leden van de grenspolitie. Meest recente toevoeging was op 21 december 2018 (conform motie VAO-Myanmar 5 juli 2018, Sjoerdsma D66, Ten Broeke VVD, van Helvert CDA, Voordewind ChristenUnie). Het sanctieregime, waar het EU-wapenembargo en de persoonsgerichte sancties tegen Myanmarese militairen onder vallen, is in april van dit jaar nog verlengd.

VN-inzet

· Bezoek van de VN-Veiligheidsraad aan Myanmar en Bangladesh april 2018, waarmee druk op de Myanmarese autoriteiten door de Raad verder is opgevoerd. Dit bezoek had niet plaatsgevonden zonder blijvende druk en inzet van Nederland en gelijkgezinde landen tijdens ons voorzitterschap. In een debriefing van de reis in de Raad op 14 mei 2018 heeft Nederland tevens (als eerste) opgeroepen tot doorverwijzing van de situatie in Myanmar door de VN-Veiligheidsraad naar het Internationaal Strafhof (ICC).

· Door inspanning van Nederland met gelijkgezinde landen is het gelukt om het FFM-rapport ook in de VN-Veiligheidsraad te agenderen middels een briefing van de voorzitter van de FFM op 24 oktober 2018 (cfm. motie Ploumen c.s. over het rapport van de Fact-Finding Mission aan de orde stellen in de VN-Veiligheidsraad - Algemene Vergadering der Verenigde Naties 21 september 2018).

· Nederland zet in de Mensenrechtenraad in Géneve krachtig in op accountability en bevordering van mensenrechten in Myanmar. Mede door inzet van Nederland staat Myanmar sinds september 2017 in principe iedere Mensenrechtenraad op de agenda onder Item 4 (meest ernstige mensenrechtenschendingen). De EU is penvoerder voor de resoluties, waarbij actief de samenwerking met OIC wordt gezocht.

· De FFM roept in zijn rapport op tot verlenging eigen mandaat en oprichten bewijsverzamelingsmechanisme om te voorkomen dat bewijs verloren gaat. Mede door actieve inzet Nederland, conform toezegging aan Kamer, werd op 27 september 2018 een gezamenlijke EU-OIC-resolutie aangenomen in de Mensenrechtenraad in Genève. Deze maakte het opzetten van een internationaal bewijsverzamelingsmechanisme mogelijk en verlengde en verbreedde het FFM-mandaat. De VN heeft daarvoor inmiddels de middelen beschikbaar gesteld en is begonnen met het werven van personeel voor dit mechanisme.

· Nederland blijft zich ook inzetten voor Internationaal wapenembargo, ondanks dat dit tot nu toe onhaalbaar blijkt (VNVR-veto van China en Rusland).

· Een resolutie via VNVR met ICC-verwijzing eind 2018 is niet gelukt. China, gesteund door Rusland, was van mening dat Myanmar gesteund moet worden door de internationale gemeenschap. Nederland blijft zich voor een ICC-verwijzing inzetten in verschillende fora, ook nu het niet meer in de VNVR zit.

Humanitaire inzet

· Nederland heeft sinds het uitbreken van de crisis in augustus 2017 ruim 10 miljoen EUR bijgedragen aan noodhulp via internationale hulporganisaties en de Dutch Relief Alliance.

· Daarnaast draagt Nederland indirect bij aan noodhulprespons via ongeoormerkte bijdragen aan VN-hulporganisaties, ICRC en het VN-noodhulpfonds (CERF), waarvan Nederland een van de grote donoren is.

· Tenslotte financiert Nederland via het bilaterale OS-programma in Bangladesh diverse programma’s op het gebied van water, veiligheid van vrouwen en meisje en het verlenen van psychosociale hulp aan vluchtelingen.

· Het VN-Joint Response Plan dat loopt van januari tot december 2019 bedraagt 920,5 miljoen USD. Tot nu toe is dit pas voor 23% gedekt.

· De extra bijdrage van 2 mln. EUR voor vluchtelingen in Bangladesh naar aanleiding van amendement van de Kamerleden Kuzu/ Van Hul op de BHOS-begroting is momenteel in voorbereiding, en zal worden uitgegeven via UNHCR. De helft is gereserveerd voor algemene respons van UNHCR, de andere helft zal (eveneens via UNHCR) specifiek besteed worden voor hulp aan vrouwen en meisjes, cfm. amendement.



Indiener(s)

Stef  Blok