Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht 'Stop verplichte zoekperiode voor bijstand'

2019Z10770

(ingezonden 29 mei 2019)

Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht 'Stop verplichte zoekperiode voor bijstand'

1. Bent u bekend met het bericht 'Stop verplichte zoekperiode voor bijstand'[1]? Wat is uw reactie hierop?

Antwoord 1.

Ja.

2. Onderschrijft u de uitkomsten van het onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) dat de zoekperiode voor jongeren met problemen een barrière vormt in de hulpverlening?

3. Herkent u de geluiden van hulpverleners en gemeenten dat de verplichte zoekperiode belemmerend werkt en problemen van jongeren verergert?

4. Onderkent u het risico dat probleemjongeren uit beeld verdwijnen door de verplichte zoekperiode? Onderschrijft u dat het onwenselijk is dat deze jongeren uit beeld verdwijnen?

Antwoord 2,3 en 4

Van groot belang is dat de meeste jongeren gelukkig zelf hun weg te vinden naar school of werk, zeker nu de arbeidsmarkt goed is. Maar we zien ook dat dit voor een deel van de jongeren helaas niet geldt. Vaak zitten deze jongeren in een kwetsbare positie en lopen ze ook vast op andere leefgebieden, zoals wonen, gezondheid en financiën. Ik vind het belangrijk dat jongeren waar nodig adequate ondersteuning kunnen krijgen en niet tussen wal en schip belanden. Ik zie veel professionaliteit bij gemeenten om deze ondersteuning te bieden, ook als die vanuit verschillende domeinen nodig is. Dit neemt niet weg dat ik het signaal herken dat de zoekperiode onbedoeld tot gevolg kan hebben dat juist kwetsbare jongeren uit beeld raken en onvoldoende geholpen worden.

Gemeenten hebben verschillende, en steeds meer, manieren om jongeren in beeld te brengen en te houden. Zo kunnen gemeenten de situatie van een jongere in beeld brengen zodra de jongere zich meldt. Gemeenten mogen - zoals al eerder is gecommuniceerd, waaronder laatstelijk in het Gemeentenieuws van SZW 2018-2 [2] - tijdens de vier weken zoekperiode arbeidsondersteuning bieden als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.

Om te voorkomen dat jongeren uit beeld raken, wordt door gemeenten veel geïnvesteerd in de samenwerking met scholen. De Inspectie SZW concludeert op basis van een representatief onderzoek onder gemeenten en vso- en pro-scholen dat gemeenten schoolverlaters met een arbeidsbeperking afkomstig van de vso- en pro-scholen goed in beeld hebben. Bij de meeste gemeenten is er sprake van een warme overdracht van deze schoolverlaters van school naar gemeente.

Daarnaast heeft, in opdracht van het Rijk en op verzoek van gemeenten, het Inlichtingenbureau de tool ‘jongeren in beeld’ ontwikkeld. Hiermee kan een gemeente maandelijks een rapportage ontvangen met gegevens van jongeren van 23 tot 27 jaar, zonder startkwalificatie, zonder onderwijsinschrijving, zonder werk en zonder uitkering. Vervolgens kan de gemeente deze jongeren begeleiding aanbieden bij het vinden van een baan waarbij werken en leren wordt gecombineerd. Tevens hebben gemeenten de mogelijkheid om samen te werken met informele organisaties, jongerenwerkers en andere sleutelfiguren in de wijk. Dergelijke organisaties en personen hebben een niet-professionele en niet-formele band met de jongeren. Juist hierdoor kunnen zij jongeren bereiken - en waar nodig op weg helpen - op een manier waarop de overheid of professionele organisaties dat vaak niet kunnen. Zij kunnen jongeren helpen bij het vinden van de juiste ondersteuning en het formuleren van de hulpvraag. Dat vraagt van gemeenten dat zij samenwerken met deze partners. In opdracht van het ministerie van SZW is hierover een handreiking ontwikkeld voor gemeenten.

We blijven bezien hoe gegevensverzameling kan bijdragen aan passende ondersteuning van jongeren. Waarbij we uiteraard de behoefte aan inzicht steeds dienen af te wegen tegen het beoogde doel, met inachtneming van de regelgeving en het belang van privacy.

5. Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar mogelijkheden om jongeren met een arbeidsbeperking een uitzondering te geven op de verplichte zoekperiode?

6. Bent u bereid om ook voor andere jongeren met problemen een uitzondering of ontheffingsmogelijkheid te creëren?

Antwoord 5 en 6

In mijn brief van 27 december 2018 [3] inzake het onderwerp “Simpel Switchen in de Participatieketen” heb ik aangegeven te onderzoeken of jongeren (tot 27 jaar) met een arbeidsbeperking uitgezonderd moeten worden van de vier weken zoekperiode die in de Participatiewet geldt. In mijn brief van 23 mei 2019 over de stand van zaken uitwerking "Breed Offensief" ben ik ingegaan op de mogelijkheid hiertoe. In dit kader heb ik de Kamer gemeld dat ik specifiek voor de jongeren die behoren tot de doelgroepen “loonkostensubsidie” en “medisch urenbeperkten”, een uitzondering wil maken op de thans geldende vierwekenzoektermijn. Het voorstel hiervoor heb ik opgenomen in het conceptwetsvoorstel uitvoeren Breed Offensief dat ik voor uitvoeringstoets en internetconsultatie heb voorgelegd. De afbakening sluit aan bij het voorstel voor de vrijlating van arbeidsinkomen die specifiek voor deze groep in het wetsvoorstel is opgenomen. Na beoordeling van de uitgebrachte adviezen, behandeling in de MR en advisering door de Raad van State verwacht ik het wetsvoorstel uitvoeren Breed Offensief in de tweede helft van 2019 bij uw Kamer te kunnen indienen. Ik ga hierover graag met uw Kamer in debat.



[1] 'Stop verplichte zoekperiode voor bijstand', AD/Rotterdams Dagblad, 17 mei 2019

[2] D.d. 18 mei 2018

[3] TK 2018-2019, 34 352 nr 142

Indiener(s)