Antwoord op vragen van de leden Sneller en Sjoerdsma over Koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Sjoerdsma en Sneller over koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden. Deze vragen werden ingezonden op 27 mei 2019 met kenmerk 2019Z10518.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 1]

[Ondertekenaar 2]

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Sneller en Sjoerdsma (beiden D66) over koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden

Vraag 1

Hoeveel en wat voor type koninklijke onderscheidingen zijn er de afgelopen vijf jaar aan buitenlandse staatshoofden uitgereikt? Welke staatshoofden hebben een koninklijke onderscheiding ontvangen in de afgelopen vijf jaar?

Antwoord

De volgende staatshoofden zijn de afgelopen vijf jaar onderscheiden: President Bronislaw Komorowski (Polen), Koning Filip (België), President François Hollande (Frankrijk), President Mauricio Macri (Argentinië), President Sergio Mattarella (Italië), President Kersti Kaljulaid (Estland), President Raimonds Vējonis (Letland), President Dalia Grybanskaitè (Litouwen) en President Jorge Carlos de Almeida Fonseca (Kaapverdië). Zij werden allen benoemd tot Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Vraag 2

Bent u het eens dat het onwenselijk is wanneer personen die zich schuldig maken aan ernstige mensenrechtenschendingen of schendingen van het internationaal recht een hoge koninklijke Nederlandse onderscheiding dragen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ja.

Vraag 3

Bent u het eens dat intrekken van koninklijke onderscheidingen potentieel een sterk diplomatiek signaal af zou kunnen geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Onderscheidingen die tijdens staatsbezoeken uit hoofde van de Nederlandse regering worden verleend, zijn een diplomatiek instrument om de relaties tussen twee staten en samenlevingen te markeren. Staatsbezoeken bieden de mogelijkheid om de relatie in den brede, waaronder ook de kritischere vraagstukken (zoals bijvoorbeeld op het terrein van mensenrechten en internationaal recht) aan de orde te stellen.

Ik ben van mening dat het verruimen van intrekkingsgronden van onderscheidingen niet zal bijdragen aan een betere inhoudelijke discussie met het betrokken land over het respecteren van het internationaal recht.

Vraag 4

Gezien u het eens bent dat het onwenselijk is als er controverse bestaat rondom een onderscheiding, bent u het dan ook eens dat het uitreiken van koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden in sommige gevallen niet passend kan zijn? 1) Zo ja, in welke gevallen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u, gezien de onwenselijkheid van controverse, bereid de staande praktijk van het standaard uitreiken van onderscheidingen aan buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders tijdens staatsbezoeken te (laten) evalueren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 4 en 5

De uitwisseling van onderscheidingen bij staatsbezoeken dient om de goede relatie tussen beide landen op dat moment verder te bekrachtigen. Voor dergelijke onderscheidingen is wederkerigheid een belangrijk uitgangspunt. Gezien de onwenselijkheid van controverse, ben ik gaarne bereid staande praktijk te laten evalueren.

Vraag 6

Bent u bereid het Kapittel te verzoeken om te evalueren of de intrekkingsgronden van koninklijke onderscheidingen als geregeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw uitgebreid kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Zie antwoord op vraag 3.

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 2618

Indiener(s)

Stef  Blok