Antwoord op vragen van de leden Middendorp en Van den Bosch over het bericht ‘Amsterdam wil 'eerlijke' computers in de stad’

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Middendorp en Van den Bosch (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Amsterdam wil 'eerlijke' computers in de stad’. Deze vragen werden ingezonden op 25 maart 2019, met kenmerk 2019Z05744.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,





drs. R.W. Knops


2019Z05744

Antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Van den Bosch (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Amsterdam wil 'eerlijke' computers in de stad’ (ingezonden 25 maart 2019)

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Amsterdam wil 'eerlijke' computers in de stad’? 1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u door de gemeente Amsterdam op de hoogte gesteld van de plannen om overheids- en niet-overheidsalgoritmen te controleren op ongewenste

beslissingen ?

Antwoord 2

Nee.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de intentie van de gemeente om niet alleen de door haar gebruikte algoritmen te gaan controleren maar ook die van niet-gemeentelijke instellingen? Hoe beoordeelt u dit als deze niet-gemeentelijke instellingen ook nationaal actief zijn?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat elke gemeente zelf gaat bepalen welke bedrijven zij gaat weren op basis van algoritmen die deze bedrijven gebruiken? Kunnen gemeenten dit ook aan nationaal opererende bedrijven gaan vragen?

Antwoorden 3 en 4

De gemeente Amsterdam wil in eerste instantie kaders ontwikkelen om de algoritmen die de gemeente zelf heeft gemaakt of ingekocht, te toetsen. Het staat de gemeente vrij om dat te doen. Ik denk dat we van ervaringen met dergelijke kaders, in dit geval gaat het om audits, kunnen leren.

Als het gaat om controle van algoritmen van niet-gemeentelijke instellingen wijs ik op de autonome bevoegdheid van de gemeente om verordeningen uit te vaardigen en beleid te maken op basis van de Gemeentewet (o.a. art. 108, 121, 122 en 149) en de Grondwet (art. 124, 125 en 127). Gemeenten hebben bevoegdheden voor kaderstelling en handhaving en daar zullen ook nationaal opererende bedrijven aan moeten voldoen.

Op beleidsterreinen zoals vakantieverhuur en vervoersmarkt zijn landelijk opererende bedrijven werkzaam die beschikken over een vergunning of concessie die is verleend door het gemeentebestuur van Amsterdam. Binnen de territoriale grenzen heeft de gemeente hier een eigen rol op het gebied van kaderstelling en handhaving. Het is ook aan de gemeente Amsterdam om te onderzoeken hoe betrekkelijk nieuwe ontwikkelingen zoals algoritmen en de wettelijke grondslagen die daarvoor gelden, zich verhouden tot de huidige kaderstelling en handhaving op beleidsterreinen als vervoer en verhuur waar niet-gemeentelijke instellingen actief zijn met algoritmen die ook tot ongewenste effecten leiden voor de stad. Dit zou kunnen leiden tot aanscherping van kaders en handhaving.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het feit dat gemeenten zelf actieplannen voor een digitale overheid aan het ontwikkelen zijn, zoals de Agenda Digitale Stad 2 in Amsterdam? Kunt u beschrijven of en hoe het Ministerie van Binnenlandse Zaken betrokken is bij het trekken van grenzen tussen gemeentelijke, provinciale en nationale competenties?

Antwoord 5

Ik zie het als een positieve ontwikkeling dat gemeenten actieplannen ontwikkelen voor een digitale stad en samenleving. Gemeenten innoveren en benutten digitalisering om maatschappelijke opgaven op te pakken. We doen veel samen. Graag wijs ik op NL DIGIbeter, Agenda Digitale Overheid, een agenda van alle overheden gezamenlijk, die verbinding legt met belangrijke publieke en private partners. Eén van de agendapunten is datagedreven werken. Dit heeft geleid tot ‘NL Digitaal: Data Agenda Overheid’, een gezamenlijke agenda van gemeenten, provincies en waterschappen, die ik op 28 februari 2019 naar de Tweede Kamer stuurde. Concreet werken we hier aan vijf maatschappelijke opgaven: energietransitie, mest, armoede en schuld, ondermijning en ruimtelijke knelpunten. Het Leer- en Expertisepunt Datagedreven Werken ondersteunt overheden bij het benutten van de mogelijkheden van data op deze vijf opgaven. De ervaringen in deze trajecten dragen bij aan een gemeenschappelijk landelijk kader voor verantwoord gebruik van data en ook van algoritmen. Onder de noemer Smart Society hebben de VNG, een aantal gemeenten (waaronder ook Amsterdam) en BZK de handen ineengeslagen om met bedrijven en kennisinstellingen samen te innoveren. Op deze manier kunnen we kennis delen, zorgen we dat kansrijke oplossingen verder gebracht en breed gebruikt worden, en komen we tot standaarden. Smart City richt zich op digitalisering in den brede, het onderwerp data/algoritmen maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Zo worden dataspelregels en afspraken gemaakt over hoe om te gaan met algoritmen.

Vraag 6

Verwacht u dat meer gemeenten individueel algoritmen gaan controleren, ook op nationale regelingen?

Antwoord 6

Dat is mij niet bekend. Wel dat ik zie dat steeds meer gemeenten democratische grip proberen te krijgen op technologische ontwikkelingen die een grote impact hebben op het leven van hun inwoners en intensief met elkaar samenwerken, in bijvoorbeeld het eerder genoemde programma Smart Society van de VNG.

Vraag 7

Is er een wettelijke grondslag voor gemeenten om bedrijven en andere instellingen op algoritmen te controleren? Is er in het algemeen een wettelijke grondslag om bedrijven en andere instellingen op algoritmen te controleren? Zo ja, wat is deze wettelijke grondslag? Bij wie ligt deze verantwoordelijkheid?

Antwoord 7

Er zijn wettelijke grondslagen die controle op specifieke aspecten van een algoritme mogelijk maken. Zo kan de Autoriteit Consumenten & Markt (ACM) bij het handhaven van de Mededingingswet in een specifieke zaak controleren of een algoritme zo is ingericht dat het de mededinging op een ongeoorloofde wijze beperkt en kan de Autoriteit Persoons­gege­vens (AP) controleren of de werking van een algoritme waarmee persoons­ge­ge­vens worden verwerkt, aan de Algemene Verordening Gegevensbe­scher­ming (AVG) en aan Nederlandse wettelijke voorschriften inzake gegevens­be­scherming voldoet.

Vraag 8

Hoe ondersteunt het Rijk de gemeenten in de omgang met algoritmen en hun digitale ambities? Wordt er bijvoorbeeld met betrekking tot nationale regelingen kennis en kunde bij het Rijk gedeeld met gemeenten?

Antwoord 8

Op nationaal niveau helpen we de gemeenten met kaders en coördinatie, zoals richtlijnen of ethische kaders ten aanzien van het gebruik van algoritmen. Denk daarbij aan richtlijnen die het publiek informeren hoe data/algoritmen worden gebruikt en wat de grondslag daarvoor is. Of richtlijnen over hoe gegevens zodanig worden vastgelegd dat er ook makkelijk controle kan plaatsvinden. Van belang is om richtlijnen en kaders in de gemeentelijke praktijk te toetsen. Dit toetsen zou bijvoorbeeld goed kunnen in een transparantielab-omgeving; de mogelijkheden daarvan ben ik nu aan het verkennen.


1) ‘’Amsterdam wil 'eerlijke' computers in de stad’’ https://fd.nl/opinie/1291476/amsterdam-gaat-algoritmes-laten-controleren-een-goed-idee-met-risico-s (d.d. 1 mrt 2019)

2) Agenda Digitale Stad Amsterdam https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7396209/1/09012f9782867192

3) Verklaring Smart Society: https://vng.nl/files/vng/20192203-verklaring-smart-society.pdf

Indiener(s)