Antwoord op vragen van de leden Schonis en Von Martels over de coulanceregeling Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)

Hieronder volgt de beantwoording van de vragen van de leden Schonis en Van Martels.

 

Vraag 1.

Bent u bekend met het artikel 'Definitief geen coulance voor gedupeerden chaos CBR'?

 

Antwoord 1.

Ja.

 

Vraag 2.

Is het waar dat gedupeerden van de chaos bij het CBR definitief niet kunnen rekenen op een coulanceregeling op korte termijn? Hoe kijkt u hier naar, gezien de wens van de Kamer?

 

Antwoord 2.

Dat klopt. Ik begrijp de wens van uw Kamer. En vind het ook erg vervelend voor de mensen die de dupe zijn van de wachttijden. Zie voor uitleg mijn uiteenzetting eerder in deze brief.

 

Vraag 3.

Deelt u de mening dat bij een aangenomen motie die oproept een tijdelijke coulanceregeling bij het CBR op te zetten, de regering zich tot

het uiterste moet inspannen om hier uitvoering aan te geven? Zo ja, welke extra stappen heeft u ondernomen na het aannemen van de motie om te bezien op welke wijze aan de wens van de Kamer voor een tijdelijke coulanceregeling tegemoet kan worden gekomen?

 

Antwoord 3.

Jazeker. Zoals ik toegelicht heb in de inleiding van deze brief is hierover al meerdere malen met uw Kamer van gedachten gewisseld.

 

Vraag 4.

Kunt u toelichten om hoeveel mensen het gaat die een verhoogd medisch risico hebben, daardoor niet direct een rijbewijsverlenging ontvangen en daarmee maanden geen rijbewijs ter beschikking hebben?

 

Antwoord 4.

Alle mensen met een chronische aandoening die bekend zijn bij het CBR en senioren kennen een verhoogd risico. Daarom is voor deze groepen een aangepast beleid. Jaarlijks vragen gemiddeld 210.000 van hen een nieuw rijbewijs aan; 175.000 75- plussers en 35.000 mensen met een chronische aandoening.

 

 

 

 

Vraag 5.

Deelt u de mening dat het disproportioneel is dat de 60% rijgeschikte bestuurders uit de categorie 'verhoogd medisch risico' nu maandenlang geen rijbewijs tot hun beschikking hebben door problemen bij het CBR en geen uitzicht hebben op een versnelde afhandeling? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord 5.

Een gedoogconstructie waarbij de medische geschiktheid van de mensen nog niet is vastgesteld is niet verantwoord vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid. Het is heel spijtig dat hiermee dus geen oplossing kan worden geboden voor de mensen die uiteindelijk wel rijgeschikt zijn bevonden en wachten op hun rijbewijs terwijl ze op tijd zijn begonnen. Zie voor verdere toelichting mijn uiteenzetting eerder in deze brief.

Vraag 6.

Waarom kan de politie niet vaststellen of eventueel getoonde documenten, zoals een brief van een arts, authentiek zijn? Is hier geen oplossing voor te bedenken zodat dit is vast te stellen door de politie?

 

Antwoord 6.

Er is geen oplossing voorhanden waardoor de politie kan beoordelen of de getoonde documenten, zoals een brief van één van de meer dan 10.000 actieve huisartsen, authentiek zijn. Bovendien mogen deze artsen geen uitspraken doen over iemands rijgeschiktheid zoals ik heb toegelicht in mijn brief van 1 mei j.l.

 

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

 

 

 

 

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga