Antwoord op vragen van het Van den Hul over het bericht ‘Mozambique: Cyclone Victims Forced to Trade Sex for Food’

Antwoorden van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Van den Hul (PVDA) over het bericht ‘Mozambique: Cyclone Victims Forced to Trade Sex for Food’

 

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Mozambique: Cyclone Victims Forced to Trade Sex for Food’?

 

Antwoord

Ja.

 

Vraag 2

Heeft u contact gehad met Human Rights Watch over de verhalen van slachtoffers, bewoners en hulpverleners over lokale gemeenschapsleiders, die misbruik maken van hun machtspositie bij de distributie van voedsel? Zo ja, wat is uw reactie over deze opstelling van de lokale gemeenschapsleiders? Zo nee, bent u bereid dit op korte termijn te doen?

Antwoord

De Nederlandse ambassade in Mozambique heeft gesproken met de onderzoeksjournalist van Human Rights Watch (HRW) die de berichten over machtsmisbruik door lokale gemeenschapsleiders in Mozambique naar buiten bracht.

 

Misbruik door lokale gemeenschapsleiders van hun machtspositie bij voedseldistributie is volstrekt onacceptabel. Nederland is van mening dat lokale leiders die zich schuldig maken aan machtsmisbruik binnen het Mozambikaanse rechtssysteem moeten worden berecht en bestraft. Nederland vraagt via verschillende kanalen aandacht voor de positie van kwetsbare mensen en gaat het gesprek met de overheid aan om misbruik aan te kaarten en om concrete maatregelen te vragen.

 

Vraag 3

Deelt u de mening dat met name de positie van vrouwen en kinderen in omstandigheden zoals die zich nu in Mozambique voordoen bijzonder kwetsbaar is en het van groot belang is dat zij bescherming krijgen?

Antwoord

Ja, die mening deel ik. Om misbruik van vrouwen en kinderen te voorkomen en tegen te gaan zijn door de VN de Prevention of Sexual Exploitation and Abuse (PSEA)-richtlijnen ontwikkeld. VN-instellingen, partnerorganisaties en de lokale overheid moeten zich aan deze richtlijnen houden. De richtlijnen schrijven voor wanneer en door wie actie moet worden ondernomen in geval van machtsmisbruik.

 

Vraag 4

Maakt u zich zorgen om de situatie van honderdduizenden vrouwen die door de gevolgen van de cycloon kwetsbaar zijn voor mishandeling, ook met het oog op de volgende cycloon die deze regio bedreigt?

 

Antwoord

Ik maak mij inderdaad grote zorgen over (seksueel) geweld, machtsmisbruik en uitbuiting waar vrouwen in dergelijke noodsituaties mee te maken kunnen krijgen. Nederland zet zich samen met diverse (internationale) partners actief in voor bestrijding van grensoverschrijdend gedrag in de hulpsector. Vanuit het principe van ‘zero tolerance for inaction’ volgt Nederland nauwgezet of door betrokken organisaties adequaat wordt gehandeld conform de gemaakte afspraken, ook in Mozambique. Zie Kamerbrief d.d. 15 november 2018 met referentie BZDOC-765542354-96 getiteld Rapportage over bestrijding seksueel grensoverschrijdend gedrag bij hulp- en OS-organisaties[1].

Vraag 5

Hoe verhouden de leidende beginselen van de Verenigde Naties (VN) inzake interne verplaatsing die bepalen dat ontheemden het recht hebben om bescherming en humanitaire hulp te vragen en te ontvangen van autoriteiten zich tot het machtsmisbruik door lokale leiders dat zich in sommige gebieden in Mozambique nu voordoet?

 

Antwoord

De hulpverlening in Mozambique wordt geleid door het Mozambikaanse Instituut voor Rampenmanagement (INGC) met ondersteuning van de VN en andere internationale organisaties, zoals het Rode Kruis. Het beleid van de VN en andere hulporganisaties is om voedsel- en noodhulppakketten direct onder getroffenen te verdelen en niet via lokale gemeenschapsleiders. Naast de internationale hulp bestaat er een aanzienlijke stroom van hulpgoederen die door Mozambikaanse burgers, bedrijven en de Mozambikaanse overheid zelf ter beschikking worden gesteld aan slachtoffers. Deze goederen worden grotendeels buiten de VN en internationale organisaties om gedistribueerd.

 

De VN voert een Zero Tolerance beleid aangaande seksuele exploitatie en uitbuiting. De VN wijst alle betrokken partijen continu op de richtlijnen met betrekking tot PSEA en de verplichting om klachtenmechanismes op te zetten. Helaas lijken, volgens de berichten van Human Rights Watch, lokale leiders toch misbruik te hebben gemaakt van de situatie van hulpbehoevenden.

 

Sinds het verschijnen van de berichten heeft de VN het beleid rondom PSEA in Mozambique verder aangescherpt en bespreekt de VN dit op verschillende niveaus met de Mozambikaanse overheid. De VN heeft reeds in een vroeg stadium honderden hulpverleners en medewerkers van de Mozambikaanse overheid en het maatschappelijk middenveld getraind op het gebied van PSEA. Ook zijn PSEA focal points ingesteld voor ondersteuning van mogelijke slachtoffers.

 

Ook het Mozambikaanse INGC onderschrijft het PSEA-protocol. De getroffen bevolking is doormiddel van een poster campagne van het INGC en de VN in diverse talen geïnformeerd dat het een misdaad is om seksuele diensten in ruil voor hulp te vragen.

 

Vraag 6

Heeft u contact opgenomen of gaat u –in bilateraal of multilateraal verband- contact opnemen met uw Mozambikaanse ambtsgenoot om dit machtsmisbruik te onderzoeken en maatregelen te treffen?

 

Antwoord

De Nederlandse Ambassadeur in Mozambique zal de zorgen over machtsmisbruik op korte termijn in bilateraal verband opbrengen tijdens een gesprek met Mozambikaanse Minister van Gender, Kinderzaken en Sociale Zaken. De Nederlandse Ambassadeur zal in dit gesprek benadrukken dat daders vervolgd moeten worden en slachtoffers van de ramp bescherming moet worden geboden tegen dergelijk machtsmisbruik.

 

Ook heeft de ambassade de berichten, direct nadat deze uitkwamen, met de VN en EU-vertegenwoordigers in Mozambique besproken. De VN heeft, met steun van Nederland, de Mozambikaanse autoriteiten verzocht om een officieel onderzoek in te stellen en aangedrongen op aanvullende maatregelen om misbruik door lokale ambtenaren te voorkomen.

 

Daarnaast zal de Ambassadeur op korte termijn de getroffen regio’s opnieuw bezoeken en spreken met de lokale bevolking en maatschappelijke organisaties over de situatie waarin vrouwen verkeren, de problemen die vrouwen ervaren en mogelijke oplossingen.

 

Vraag 7

Heeft u contact gehad met het VN Wereldvoedselprogramma over mogelijke maatregelen die de distributie van voedsel en het opstellen van distributielijsten onttrekken aan de macht van de lokale leiders? Zo nee, Waarom niet? Zo ja, zijn er mogelijkheden om dit te doen en zo ja, ziet u mogelijkheden om hiervoor in internationaal verband steun te vergaren?

 

Antwoord

De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Rome heeft naar aanleiding van de berichtgeving direct contact opgenomen met het VN Wereldvoedselprogramma. Zoals aangegeven is het beleid van de VN, en dus ook van het VN Wereldvoedselprogramma, om voedsel- en noodhulppakketten direct onder getroffenen te verdelen en niet over te laten aan lokale leiders. Het WFP heeft direct een onderzoek ingesteld, dat bevestigde dat medewerkers van VN-agentschappen en gelieerde hulporganisaties niet betrokken zijn geweest bij deze praktijken.

 

Het VN Wereldvoedselprogramma intensiveerde het contact met de Mozambikaanse autoriteiten over concrete maatregelen om misstanden te bij voedseldistributie door lokale leiders te voorkomen.

 

Vraag 8

Deelt u de trieste constatering dat wanneer vrouwen meer betrokken zouden zijn bij en meer invloed zouden hebben op de voedseldistributie en de samenstelling van de distributielijsten veel gevallen van misbruik zouden zijn voorkomen?

 

Antwoord

Ja, ik deel die constatering. Volgens de Mozambikaanse richtlijnen dient noodhulp te worden gedistribueerd via een dorpscomité bestaande uit vijf mannen en vijf vrouwen. In de beginfase van de huidige noodsituatie blijkt dit echter niet altijd te zijn gebeurd, bijvoorbeeld bij voedseldroppings. In de gesprekken van Nederland met de Mozambikaanse autoriteiten en betrokken organisaties wordt het belang van evenwichtige representatie benadrukt en gezocht naar mogelijkheden om vrouwen meer bij het distributieproces te betrekken.  

 

 

 

Vraag 9

Wat zouden naar uw mening de internationale partners, met name de VN, kunnen doen om meer toezicht te houden op het gedrag van lokale ambtenaren tijdens de distributie van humanitaire hulp?

 

Antwoord

De VN en internationale partners hebben een belangrijke rol in het bewust maken van slachtoffers van rampen over hun rechten, het organiseren van klachtensystemen en het voorkomen van misbruik bij hulpverlening. Ook dringen zij aan bij de nationale overheid om een Zero Tolerance beleid te voeren. In geval van wangedrag is het van belang dat altijd de dialoog wordt aangegaan met de overheid en betrokken organisaties en aangedrongen op concrete stappen om de schuldigen aan te pakken en herhaling te voorkomen.

 

 

 

 

 

[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/11/15/kamerbrief-over-rapportage-bestrijding-seksueel-grensoverschrijdend-gedrag-bij-hulp-en-os-organisaties

Indiener(s)