Antwoord op vragen van het lid De Groot over het bericht ‘Olievlek drijft richting Waddeneilanden’

 

Geachte voorzitter,

Op 29 maart 2019 ontvingen mijn collega Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en ik vragen van het lid De Groot (D66) over het bericht ‘Olievlek drijft richting Waddeneilanden’. Hierbij ontvangt u de beantwoording van deze vragen mede namens de minister van LNV.

 

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Olievlek drijft richting Waddeneilanden’? [1]

 

Antwoord 1

Ja.

 

Vraag 2

Wat is er bekend over de oorzaak van deze olievlek?

 

Antwoord 2

De bron van de olieverontreiniging is vooralsnog niet bekend. In overleg met de Kustwacht en Rijkswaterstaat zijn er door inspecteurs van SodM (Staatstoezicht op de Mijnen) oliemonsters genomen op enkele offshore mijnbouwinstallaties waar de olievlek eventueel van afkomstig had kunnen zijn. Tevens is een oliemonster genomen van de inkomende olieleiding bij een olieopslag installatie op land, die olie ontvangt van (andere) mijnbouwinstallaties offshore. De monsters zijn door SodM afgeleverd bij het laboratorium van Rijkswaterstaat. Analyse van deze oliemonsters heeft aangetoond, dat de olievlek op zee niet afkomstig was van mijnbouwinstallaties.

 

 

 

Vraag 3

Bent u van mening dat de natuur op de Noordzee en de Waddenzee voldoende is beschermd als het gaat om activiteiten van schepen en boorplatforms op zee?

 

Antwoord 3

Ja. De Kustwacht houdt met schepen en vliegtuigen toezicht op de Noordzee. Ook worden bijna dagelijks satellietwaarnemingen geanalyseerd op (olie)verontreinigingen en morsingen. Bij Rijkswaterstaat staat 24/7 een incidentenorganisatie paraat voor de Noordzee en Waddenzee. Voor de Waddenzee wordt in voorkomende gevallen het “Ecologisch spoorboekje voor oliebestrijding op de Waddenzee” gehanteerd. Rijkswaterstaat en de Kustwacht zijn voorbereid op een olieramp met een omvang van 15.000 m3 voor de Nederlandse Kust. Hiertoe zijn contracten gesloten met eigenaren van schepen, die direct inzetbaar zijn voor oliebestrijding. Daarnaast kan Rijkswaterstaat voor het noordelijk gebied en de Waddeneilanden een beroep doen op assistentie van Duitsland en Denemarken vanuit samenwerkingsverbanden binnen het Bonn agreement, waarbinnen buurlanden samenwerken en elkaars oliebestrijdingsschepen en -middelen gezamenlijk kunnen inzetten. Deze samenwerking wordt jaarlijks geoefend. Rijkswaterstaat volgt de ontwikkelingen op het gebied van technieken en middelen om olie te bestrijden, alsmede nieuwe inzichten in het gedrag van olie op zee. In het kader daarvan werkte Rijkswaterstaat in april 2019 mee aan een internationaal oliebestrijdingsonderzoek op de Noordzee, waarbinnen wordt onderzocht met welke snelheid olie van het wateroppervlak verdwijnt onder invloed van golven en wind, tegenover het toepassen van chemische oplosmiddelen (detergenten).

 

Vraag 4

Welke activiteiten hebben de verschillende overheden en instanties ondernomen nadat de olievlek is ontdekt?

 

Antwoord 4

Na ontdekking van de olievlek heeft Rijkswaterstaat direct het kustwachtvliegtuig ingezet voor nadere beeldvorming en beoordeling van de olievlek. Gelijktijdig zijn uit voorzorg het oliebestrijdingsvaartuig ms. Arca, het betonningsvaartuig ms. Terschelling en een baggerschip Hein uitgevaren. Uit de nadere inspectievluchten bleek het om een relatief kleine hoeveelheid olie te gaan, waar niet alle schepen voor nodig waren en is één schip begonnen met het opruimen van de olie. Het Kustwachtschip de Visarend heeft meegeholpen om een flinterdunne olielaag die niet kon worden opgezogen in beweging te brengen, waardoor deze op natuurlijke wijze verder is afgebroken.

Naast de inzet van schepen zijn voorzorgsmaatregelen genomen aan de kust. Rijkswaterstaat heeft de Waddengemeenten geïnformeerd en ervoor gezorgd dat er een ‘beachcleaner’ en personeel op Texel aanwezig was, om deze ook daar te kunnen opruimen indien er toch olie zou aanspoelen. De gemeente Texel heeft uit voorzorg een zwemverbod doen uitgaan en heeft het strand periodiek geïnspecteerd.

 

 

 

Vraag 5

Wat is de rol van de verschillende betrokken instanties en overheden hierbij en hoe wordt er samengewerkt en gecoördineerd opgetreden?

 

Antwoord 5

Rijkswaterstaat is nautisch beheerder van de Noordzee, dat door de Kustwacht wordt uitgevoerd. Rijkswaterstaat voert bij oliebestrijding regie over effectieve en proportionele inzet ten behoeve van oliebestrijding. Genoemde instanties hebben nauw contact.

Naast de opruimactie zijn de gemeentes geïnformeerd om voorzorgsmaatregelen te nemen aan de kust, in verband met hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid en openbare orde op de stranden.

 

Vraag 6

Zijn hierbij de lessen uit de containerramp met de MSC Zoe van januari 2019 betrokken?

 

Antwoord 6

Ten gevolge van de MSC Zoë zijn bestaande protocollen niet veranderd. Het verlies van lading, waar bij de MSC Zoë sprake van was, is anders dan het bestrijden van olie. Wel zijn de operationele stakeholders in beide gevallen gelijk en verliep de samenwerking goed.

 

Vraag 7

Welke maatregelen kunnen overheden nemen tegen lozingen van olie en andere schadelijke producten op zee, zowel internationaal, Europees, nationaal als provinciaal?

 

Antwoord 7

Het lozen op zee is illegaal. Hier wordt door de Kustwacht en Rijkswaterstaat op toegezien, onder andere door inspectievluchten. Op internationaal niveau wordt hierin nauw samengewerkt met buurlanden.

 

Vraag 8

Bent u bereid extra maatregelen te nemen om onze kwetsbare en waardevolle natuur op de Noordzee en Waddenzee te beschermen?

 

Antwoord 8

In beginsel is de natuur op de Noordzee en Waddenzee goed beschermd door de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Hiermee is geborgd dat de natuur- en waterkwaliteit in het kust- en zeemilieu op een gezond niveau kan komen en blijven. De uitvoering van die richtlijnen is een gedeelde verantwoordelijkheid van LNV en IenW.

Voor de Noordzee loopt voorts het traject om met partijen te komen tot een Noordzeeakkoord (TK brief 33 450, nr 54, 55) en te komen tot gedragen keuzes en afspraken voor beleid die de opgaven voor visserij, natuur, windenergie en scheepvaart concreet in balans brengen.

 

 

Voor de Waddenzee zullen mijn collega van LNV en ik u voor het AO Wadden informeren over de te vormen Beheerautoriteit Waddenzee gericht op betere bescherming van de natuur in combinatie met beter visbeheer.

 

Hoogachtend,

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

 

 

 

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

 

[1] NOS, 28 maart 2019, "Olieschoonmaak voor kust Texel hervat" (https://nos.nl/l/2277898)