Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht dat de bezwaarschriften box 3 inkomstenbelasting 2018 wordt aangewezen als massaal bezwaar

Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Lodders (VVD) over het aanwijzen van bezwaarschriften over box 3 in de inkomstenbelasting over 2018 als massaal bezwaar (vraagnummer 2019Z08643, ingezonden 25 april 2019).

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,




Menno Snel

 

 

  1. Hoeveel belastingplichtigen hebben sinds 2013 (uitgesplitst per jaar) bezwaar - over de box 3-heffing in hun aanslag inkomstenbelasting – ingediend bij de Belastingdienst in het kader van de huidige massaal bezwaarprocedure en welk percentage van deze bezwaarschriften is rechtsgeldig?

In het kader van de massaalbezwaarprocedure is over het belastingjaar 2013 in 14.205 gevallen bezwaar gemaakt tegen de box 3-heffing in de aanslag inkomstenbelasting; over 2014 in 10.060 gevallen, over 2015 in 2.468, over 2016 in 1.186 en over 2017 in 60.745 gevallen. Over het belastingjaar 2018 zijn nog geen aantallen bekend. Nagenoeg alle bezwaarschriften voldeden aan de eisen van ontvankelijkheid. Slechts een gering aantal bezwaarschiften was te vroeg ingediend of was om andere redenen (nog) niet ontvankelijk.

  1. Hoeveel box 3-belastingplichtigen hebben zich naar aanleiding van uw besluit van 26 juni 2015[1] dat belastingplichtigen, die uitsluitend de collectieve rechtsvraag aan de orde willen stellen, geen bezwaar meer hoeven te maken, gevoegd in deze collectieve zaak?

Na ommekomst van het besluit van 26 juni 2015 heeft een aantal belastingplichtigen nog bezwaar gemaakt. Deze groep bezwaarschriften is verdisconteerd in de bij het antwoord op vraag 1 genoemde aantallen. Het indienen van een bezwaarschrift was echter ingevolge het besluit niet meer noodzakelijk voor bezwaren tegen aanslagen over de jaren tot en met het belastingjaar 2016. Dit verklaart waarom die aantallen over 2015 en 2016 lager zijn dan over 2013 en 2014. Overigens betekent toepassing van de toenmalige regeling van artikel 25a van de AWR, zoals deze bepaling luidde op 26 juni 2015, onder meer dat als de Belastingdienst in hoogste nationale instantie niet geheel in het gelijk wordt gesteld, ook de aanslagen worden herzien van de belastingplichtige die geen bezwaarschriften heeft ingediend. Voorwaarde daarvoor is dat de betreffende aanslagen op het moment van de dagtekening van het besluit nog niet onherroepelijk vaststaan.[2]

  1. Hoe verklaart u de wetswijziging in de massale bezwaarprocedures op grond waarvan belastingplichtigen nu wel individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen hun aanslag inkomstenbelasting?

De wijzigingen in de massaalbezwaarprocedure met ingang van 1 januari 2016 maakten deel uit van het wetsvoorstel ‘Overige fiscale maatregelen 2016’. Met betrekking tot de bepaling dat belastingplichtigen nu individueel en tijdig bezwaar moeten maken is in de Memorie van Toelichting het navolgende vermeld: "De huidige massaal bezwaarprocedure bepaalt voorts dat als massaal aangewezen bezwaren steeds worden geacht ontvankelijk te zijn. Dit betekent dat belanghebbenden bij een massaal bezwaar gunstiger worden behandeld dan het geval is bij de gebruikelijke individuele afdoening, omdat bij een massaal bezwaar niet-tijdig ingediende bezwaarschriften toch worden behandeld. Het kabinet meent dat er geen rechtvaardiging is voor deze gunstigere behandeling. Als voorwaarde om mee te doen aan een massaal bezwaar wordt daarom opgenomen dat het bezwaar tijdig is ingediend. Is dat niet het geval, dan verklaart de inspecteur het bezwaar bij individuele uitspraak kennelijk niet-ontvankelijk."[3]

  1. Hoeveel belastingplichtigen hebben bij de aangifte inkomstenbelasting 2017 aangegeven dat hun box 3-vermogen alleen bestaat uit bank- en/of spaartegoeden?

Nog niet alle aangiften inkomstenbelasting 2017 zijn ingediend. Er worden nog ruim 200.000 aangiften inkomstenbelasting 2017 verwacht (circa 2% van het totaal aantal), waarvan ongeveer 40.000 aangiften met box 3-vermogen. In de tot nu toe over belastingjaar 2017 ingediende aangiften heeft zo’n 40% van het aantal belastingplichtigen (circa 1,1 miljoen van de circa 2,8 miljoen) met box 3-vermogen uitsluitend spaargeld.

  1. Vindt u de wetswijziging in de massale bezwaarprocedures, waardoor belastingplichtigen nu wel individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen hun aanslag inkomstenbelasting, een inperking van de rechten van individuele belastingplichtigen? Vindt u dit rechtvaardig? Zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?

 

Zoals in het antwoord op vraag 3 is vermeld, is de genoemde wetswijziging bedoeld om de behandeling van belastingplichtigen bij een massaal bezwaar gelijk te trekken met de behandeling van belanghebbenden bij de gebruikelijke individuele afdoening. Dit betekent dat een ieder die het niet met zijn aanslag eens is individueel, tijdig en correct bezwaar moet maken, ongeacht of er al dan niet sprake is van aanwijzing als massaal bezwaar. Uit het oogpunt van gelijke behandeling acht ik dit rechtvaardig.

Overigens wordt veel ruchtbaarheid (ik verwijs naar het antwoord op vraag 7) gegeven aan het feit dat er een massaalbezwaarprocedure loopt, waardoor een belastingplichtige hiervan op de hoogte kan zijn. Vervolgens kan de belastingplichtige zijn deelname aan de massaalbezwaarprocedure laagdrempelig veiligstellen. Zo kan met betrekking tot de huidige massaalbezwaarprocedure ten aanzien van de box 3-heffing in de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2018 de motivering van het bezwaarschrift beperkt blijven tot het argument dat “de box 3-heffing een inbreuk op het eigendomsrecht is”. Eventueel kan een belanghebbende eerst binnen de bezwaartermijn een zogenoemd pro forma bezwaarschrift indienen, waarna de inspecteur hem aanvullend vier weken zal geven om het bezwaarschrift alsnog te motiveren.

  1. Hoe verhoudt deze wetswijziging zich tot uw antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Lodders (VVD) over het bericht ‘Rechtsbescherming belastingbetalers verdient verbetering’[4]?

 

In mijn beantwoording op de schriftelijke vragen van mevrouw Lodders over het bericht ‘Rechtsbescherming belastingbetalers verdient verbetering’ heb ik reeds opgemerkt dat de rechten van belastingbetalers in Nederland goed zijn geborgd. Dat is ook bij de huidige massaalbezwaarprocedure, met de eis van een tijdig en individueel ingediend (pro forma) bezwaarschrift, het geval. Voor het overige verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.

  1. Welke (communicatie)inspanningen heeft de Belastingdienst sinds begin juni 2018 ondernomen om het belastingplichtigen eenvoudig te maken om tijdig en individueel bezwaar aan te tekenen tegen box 3-heffing in de aangifte 2017? Acht u dit voldoende? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u doen om het voor belastingplichtigen eenvoudiger te maken om tijdig en individueel bezwaar aan te tekenen tegen de box 3-heffing in de aangifte inkomstenbelasting 2018?

 

Een belastingplichtige die bezwaar wil maken tegen de box3-heffing 2017 moet dat zowel tijdig als individueel doen. Om ervoor te zorgen dat dit voldoende bekend én eenvoudig is, heeft de Belastingdienst het volgende ondernomen. Ten eerste is het mogelijk gemaakt eenvoudig online bezwaar te maken tegen de box 3-heffing 2017. Ook is een nieuwsbericht op de website van de Belastingdienst geplaatst. Daarnaast zijn de gebruikelijke kanalen (sociale media en klantendienst) voor het verspreiden van deze boodschap ingezet. Één en ander heeft in de pers brede aandacht gekregen. Tot slot heeft de Belastingdienst fiscaal dienstverleners en hun koepels ingelicht. Met deze aanpak is volgens mij voldoende verzekerd dat belastingplichtigen op de hoogte zijn en dat degenen die dat willen, eenvoudig tijdig en individueel bezwaar kunnen maken.

Voor 2018 zijn vergelijkbare inspanningen gedaan en is het weer mogelijk online bezwaar te maken tegen de box 3-heffing 2018.

  1. Bent u voornemens om ook de massaal bezwaarprocedure op te nemen in het voorstel - dat de Kamer binnen twee maanden ontvangt - voor een extern onderzoek naar mogelijkheden tot verbetering van de praktische rechtsbescherming van de burger in belasting- dan wel toeslagzaken (conform de aangenomen motie van het lid Omtzigt[5])?

 

Over de wijze waarop ik invulling wil gaan geven aan deze motie wordt u nader geïnformeerd.

  1. Heeft de Belastingdienst/belastinginspecteur de bevoegdheid om bezwaar aan te houden van die belastingplichtigen in een massaal bezwaarprocedure die, na het uitprocederen van de collectieve rechtsvraag over de box 3-heffing in de aanslag inkomstenbelasting 2017 en 2018, alsnog een beroep willen doen op individuele feiten en omstandigheden?

 

Als in een bezwaarschrift zowel de rechtsvraag waarop de massaalbezwaarprocedure ziet als andere elementen zijn opgenomen wordt het bezwaarschrift gesplitst, en worden de andere elementen in beginsel afgedaan binnen de termijnen zoals genoemd in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht.

Aanhouding van de uitspraak kan slechts plaatsvinden onder de voorwaarden, genoemd in § 10 van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht. Ik merk daarbij op dat bij individuele feiten en omstandigheden de mogelijkheid van aanhouden afstuit op lid 2 van deze paragraaf (‘Het moet gaan om een rechtsvraag waarin de individuele omstandigheden van belanghebbenden geen rol spelen’).

  1. Wilt u de vragen één voor één beantwoorden?

Ja.

 

 

[1] Staatscourant 2015, 18400, nr. BLKB2015/903M

[2] Het toenmalige artikel 25a, dertiende lid, van de AWR.

[3] Kamerstukken II 2015/16, nr. 34 305, nr. 3, p. 50-51.

[4] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 2682 (kenmerk 2018D38378).

[5] Kamerstukken II, vergaderjaar 2018-2019, 31 066, nr. 468.

Indiener(s)