Antwoord op vragen van het lid Moorlag over het al dan niet invoeren van een CO2-heffing voor de industrie

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Moorlag (PvdA) over het al dan niet invoeren van een CO2-heffing voor de industrie (ingezonden 3 april 2019, kenmerk 2019Z06606).

 

 

 

 

 

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat

 

 

 

2019Z06606

 

1

Kent u het bericht 'Wiebes aan industrie: die CO2-heffing komt er niet' en herinnert u zich de brief van het kabinet met de eerste reactie op de doorrekening van het ontwerp-klimaatakkoord?

Antwoord

Ja.

 

2

Heeft u op donderdag 14 maart 2019 met circa 35 vertegenwoordigers van de industrie gesproken over de beprijzing van de uitstoot van CO2? Zo nee, wat is er dan niet waar aan het in het bericht gestelde?

Antwoord

Ik heb op donderdag 14 maart jl. de maatregelen, die het kabinet heeft aangekondigd in de brief van 13 maart jl., toegelicht in een bijeenkomst met industriële bedrijven.

 

3

Heeft u tijdens dit gesprek gezegd dat u geen generieke CO2-heffing zult invoeren? Zo nee, wat heeft u over dit onderwerp, in exacte bewoordingen, dan wel gezegd?

4

Is er een transcript van de bijeenkomst dan wel een spreektekst van uw bijdrage? Zo ja, wilt u deze aan de Kamer verstrekken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Ik heb tijdens deze bijeenkomst de maatregelen uit de brief van 13 maart jl. toegelicht. In deze brief kondigt het kabinet een verstandige en objectieve CO2-heffing aan om te zorgen dat bedrijven hun CO2-uitstoot daadwerkelijk terugdringen op een zodanige wijze dat we voorkomen dat bedrijven naar het buitenland vertrekken. Bij de uitwerking worden ETS-benchmarks betrokken. De opbrengst van de CO2-heffing zal worden gebruikt om de industrie te vergroenen. Noch ik, noch de betrokken medewerkers beschikken over een verslag van deze bijeenkomst. Ik heb het verzoek van uw Kamer om een eventueel verslag van de bijeenkomst ter beschikking te stellen aan VNO-NCW overgebracht. Mocht VNO-NCW bereid zijn om een eventueel verslag beschikbaar te stellen, dan zal ik het in het kader van de toezegging aan de Eerste Kamer naar aanleiding van de motie Van Hattem cs. na vaststelling van een Klimaatakkoord openbaar maken samen met de verslagen van de klimaattafels en het klimaatberaad (Kamerstuk 34902, nr. H).

 

 

 

5

Op wiens initiatief is de bijeenkomst in de Malietoren, waar u op 14 maart 2019 aan heeft deelgenomen, georganiseerd?

Antwoord

Het betrof een reguliere bijeenkomst van VNO-NCW met vertegenwoordigers van bedrijven die vallen onder het Europese emissiehandelsysteem.

 

6

Waarom heeft u vertegenwoordigers van het bedrijfsleven wel informatie dan wel een toelichting verstrekt op uw brief van 13 maart 2019 met betrekking tot de CO2-heffing en waarom heeft u dit niet aan de Kamer en breder aan de samenleving verstrekt?

Antwoord

Het kabinet heeft uw Kamer op 13 maart jl. geïnformeerd over de eerste reactie van het kabinet op de doorrekeningen van het CPB en het PBL van het ontwerp-Klimaatakkoord. Vervolgens heeft het kabinet hierover op 14 maart jl. met uw Kamer gedebatteerd.
Daarnaast heb ik na 13 maart in verschillende gesprekken en overleggen betrokken organisaties, waaronder NGO’s en vakbonden, een toelichting gegeven op de brief en de maatregelen die het kabinet daarin aankondigt.

 

7

Deelt u de mening dat uit hetgeen u volgens het bericht over de CO2-heffing heeft gezegd de indruk kan ontstaan dat u erop uit bent het bedrijfsleven te ontzien als het gaat om het uitvoeren van klimaatmaatregelen? Zo ja, deelt u de mening dat er dus helemaal geen sprake van daadwerkelijk bijgesteld klimaatbeleid zal zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Nee die mening deel ik niet. Het kabinet heeft aangekondigd dat er een verstandige en objectieve CO2-heffing komt die er aan bijdraagt dat de opgave voor de industrie wordt gerealiseerd.

 

8

Is het feit dat u na de doorrekening van het ontwerp klimaatakkoord afzag van de voorgenomen bonus-malusregeling en voor een CO2-heffing als vervanger zei te kiezen, niet meer dan een cosmetische operatie waarbij geen sprake is van een effectievere en eerlijkere manier van CO2-beprijzing? Zo nee, waar blijkt het tegendeel uit?

Antwoord

Nee. Het PBL heeft het bonus/malus-systeem onvoldoende effectief bevonden. Het kabinet kiest daarom voor een verstandige en objectieve heffing in plaats van een boete gebaseerd op ingediende CO2-reductieplannen.

 

 

9

Deelt u de mening dat de naar aanleiding van de vanwege de doorrekening van het ontwerp van het klimaatakkoord bijgestelde plannen de genoemde vijf nieuwe elementen in samenhang met de overige plannen doorgerekend zouden moeten worden? Zo ja, op welke termijn verwacht u de uitkomsten daarvan? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord

Het kabinet zal bij de aanbieding van het Klimaatakkoord aan uw Kamer, de Kamer informeren over de manier en het moment waarop zal worden vastgesteld of de doelen worden gehaald. Ook zal ik daarbij aandacht besteden aan een beoordeling van een CO2-heffing.

Indiener(s)