Antwoord op vragen van de leden Ploumen, Karabulut, Van Ojik en Sjoerdsma over het bericht ‘Saoedi-Arabië executeert 37 gevangenen om terrorisme’

 

Geachte Voorzitter,

 

Hierbij bied ik de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ploumen, Karabulut, Van Ojik en Sjoerdsma over het bericht ‘Saoedi-Arabië executeert 37 gevangenen om terrorisme’. Deze vragen werden ingezonden op 26 april 2019 met kenmerk 2019Z08770.

 

 

 

 

Minister van Buitenlandse Zaken,

 

 

 

Stef Blok

 

[Ondertekenaar 2]

 

 

 

 

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]

 

 

Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Ploumen (PvdA), Karabulut (SP), Van Ojik (GroenLinks) en Sjoerdsma (D66) over het bericht ‘Saoedi-Arabië executeert 37 gevangenen om terrorisme’.

 

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Saoedi-Arabië executeert 37 gevangenen om terrorisme’ van 23 april 2019? 1)

 

Antwoord

Ja.

 

Vraag 2
Heeft u namens Nederland uit afkeuring uitgesproken over het uitvoeren van de doodstraf? Heeft u in EU-verband aangedrongen op een afkeurende reactie richting Saoedi-Arabië? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord

Nederland beschouwt de doodstraf als een wrede en inhumane wijze van bestraffing. De straf is onomkeerbaar. Daarnaast is niet bewezen dat de doodstraf afschrikwekkend werkt. Nederland streeft naar wereldwijde afschaffing van de doodstraf en draagt dit internationaal uit. Nederland heeft zich in EU-verband hard gemaakt voor een publieke veroordeling van deze executies. Deze verklaring werd op 24 april jl. door de woordvoerder van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini gepubliceerd en het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de verklaring via sociale media verder verspreid. De verklaring benadrukt zorgen over gebrek aan eerlijke rechtsgang en veroordeelt specifiek het executeren van mensen die ten tijde van de misdrijven waarvan zij beschuldigd werden minderjarig waren.

 

Vraag 3
Wat is uw oordeel over het feit dat op één dag bij zoveel mensen de doodstraf is uitgevoerd? Wat is uw oordeel over het feit dat het Saoedische persbureau SPA expliciet noemt dat in één van de 37 gevallen de veroordeelde gekruisigd is?

 

Antwoord

Het kabinet betreurt de 37 executies die dinsdag 23 april jl. hebben plaatsgevonden ten zeerste. Nederland is ten allen tijde tegenstander van de doodstraf. Het aantal executies – het hoogste in Saoedi-Arabië uitgevoerde doodstraffen op één dag sinds 2016 – en het gruwelijke detail van de kruisiging versterken de internationale en Nederlandse verontwaardiging.

 

Vraag 4
Wat is uw opvatting over de antiterrorismewet die in 2014 in Saoedi Arabië is aangenomen en volgens welke wet onder meer verstoring van de openbare orde, de nationale eenheid in gevaar brengen of de reputatie, het aanzien van het land schaden en zelfs het oproepen tot deelname aan protesten of groepspetities, terroristische daden zijn?

 

Antwoord

De strijd tegen internationaal terrorisme is voor Nederland en Saoedi-Arabië een gedeeld belang. Nederland werkt met Saoedi-Arabië samen in de anti-ISIS-coalitie en het Global Counterterrorism Forum (GCTF). Dit neemt niet weg dat Nederland zorgen heeft over de implementatie en de brede interpretatie van de antiterrorismewet die in 2014 in Saoedi Arabië is aangenomen. In de afgelopen jaren is deze wet onder andere gebruikt om mensenrechtenverdedigers te arresteren en veroordelen. Daarnaast beperkt de wet de vrijheid van meningsuiting, waar ook vrije nieuwsvergaring en veiligheid van journalisten onder vallen, en de vrijheid van vereniging en vergadering in Saoedi-Arabië. Nederland heeft Saoedi-Arabië hierop aangesproken, onder meer tijdens de Universal Periodic Review van november 2018 en als medeondertekenaar van een gezamenlijke verklaring over Saoedi-Arabië in de VN-Mensenrechtenraad op 7 maart jl.

 

Vraag 5
Ziet u een toename in arrestaties en veroordelingen van het aantal mensen dat de overheid bekritiseert sinds de invoering van de antiterrorismewet in 2014? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel van de ter dood gebrachte mensen zijn schuldig aan terrorisme volgens de definitie van de Saoedische antiterrorismewet?

 

Antwoord

Door gebrek aan transparantie van het Saoedische rechtssysteem is vaak niet bekend op basis van welke wet mensen worden gearresteerd of veroordeeld. Wel is duidelijk dat de antiterrorismewet uit 2014 regelmatig wordt ingezet om mensen te detineren. De wet hanteert een zeer brede definitie van terrorisme. De speciaal rapporteur van de VN voor de bevordering en bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden in de strijd tegen terrorisme concludeerde dit in 2017 ook in zijn eindrapport.[1]

Omdat uitspraken vaak niet openbaar zijn, is het moeilijk om met zekerheid vast te stellen hoeveel mensen ter dood zijn gebracht op grond van de antiterrorismewetgeving. Amnesty International concludeert in het Global Report on Death Sentences and Executions dat de meeste doodstraffen worden uitgevoerd voor moord, drugshandel of verkrachting.[2]

 

Vraag 6

Kunt u aangeven of de van terrorisme beschuldigde ter dood veroordeelden zijn veroordeeld door het Saoedische Speciale Strafhof dat zich bezighoudt met ‘terrorisme’ en waarvan bekend is dat zij tientallen mensenrechtenverdedigers en activisten lange gevangenisstraffen op heeft gelegd?

 

Antwoord

Ja, de 37 mensen die op 23 april werden geëxecuteerd zijn veroordeeld door het Speciale Strafhof voor terrorisme.

 

Vraag 7

Heeft u uw zorgen kenbaar gemaakt over mensen die nu vastzitten in Saoedi-Arabië, waarvan voor sommigen nog niet eens bekend is op grond van welke aanklacht zij zijn opgepakt, voor de mogelijkheid dat zij beschuldigd zullen worden van aan terrorisme gerelateerde misdrijven of het ‘aannemen van extremistische terroristische ideologieën en het vormen van terroristische cellen’? Zo nee, waarom niet?

 

 

 

Antwoord

Nederland spreekt zich met regelmaat uit over mensenrechten in Saoedi-Arabië, waaronder het belang van eerlijke rechtsgang, vrijheid van meningsuiting en een divers en inclusief maatschappelijk middenveld. Zoals gesteld in de antwoorden op schriftelijke vragen van 3 april jl. (Kamerstuk nr. 2162, vergaderjaar 2018-2019) gebeurt dit tijdens bilaterale gesprekken op alle politieke niveaus. Daarnaast stelt Nederland deze onderwerpen ook aan de orde in multilaterale fora zoals de Mensenrechtenraad en tijdens het proces van de Universal Periodic Review.

 

Vraag 8

Heeft u de indruk dat de Saoedische overheid met deze grootschalige executies een signaal wil afgeven aan mensenrechtenverdedigers, activisten en journalisten? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord

De achterliggende intenties van de Saoedische overheid van deze executies zijn mij niet bekend. Wel is duidelijk dat de ruimte voor mensenrechtenverdedigers, activisten en journalisten in Saoedi-Arabië substantieel is afgenomen.

 

Vraag 9

Heeft u overwogen de mogelijkheden van sancties of andere maatregelen tegen Saoedi-Arabië met uw Europese ambtsgenoten te bespreken? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord

Zoals hierboven beschreven spreekt Nederland Saoedi-Arabië via bilaterale kanalen en in de daarvoor bestemde multilaterale fora aan op de noodzaak de mensenrechtensituatie te verbeteren en tegen de uitvoering van de doodstraf, en zal dat blijven doen. Voor het instellen van sancties is internationaal brede politieke overeenstemming nodig. Dit is voor Saoedi-Arabië op dit moment niet het geval.

 

 

 

 

 

[1] A/HRC/40/52/Add.2, https://documents-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G18/363/55/PDF/G1836355.pdf

[2] Amnesty International, Global Report on Death Sentences and Executions, 2019, https://www.amnesty.org/download/Documents/ACT5098702019ENGLISH.PDF

Indiener(s)

Stef  Blok