Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het bericht ‘Geen boetes voor verstoren natuur in de Waddenzee’

  1. Geachte Voorzitter,

    Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), de antwoorden op de vragen van het lid Wassenberg (PvdD) ingezonden 31 januari 2019, kenmerk 2019Z01735 met betrekking tot het bericht ‘Geen boetes voor verstoren natuur in de Waddenzee’.

    Carola Schouten

    Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

    2019Z01735

    1

    Kent u het bericht ‘Geen boetes voor verstoren natuur in Waddenzee?’

    Antwoord

    Ja.

    2

    Klopt het dat er geen boetes meer worden uitgedeeld voor het verstoren van de natuur in en rond de Waddenzee? Zo ja, vindt u dit een wenselijke situatie?

    Antwoord

    In en rond de Waddenzee zijn meerdere toezichthouders en handhavers actief. Het afgelopen jaar heeft de Waddenunit van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geen processen-verbaal specifiek voor verstoring opmaakt, op basis waarvan het Openbaar Ministerie kan besluiten een boete op te leggen. Wel heeft de Waddenunit in 2018 een negental processen-verbaal opgemaakt voor het zich bevinden in gebieden die gesloten zijn op grond van de Wet natuurbescherming.

    3

    Kunt u bevestigen dat ‘de natuur lijdt onder de problemen’ en dat door het gebrek aan handhaving ‘mensen allerlei dingen kunnen doen zonder dat het gezien wordt’, zoals wordt gesteld in het bericht? Wat is uw reactie daarop?

    Antwoord

    De Waddenzee is als natuurgebied goed beschermd. Het is lastig vast te stellen of de natuur lijdt onder de genoemde problemen. Dit houdt verband met de aard en de omvang van de Waddenzee als open water met droogvallende platen.

    4

    Kunt u bevestigen dat ‘sommige wetten zich niet lenen voor het goed ingrijpen hierop’, zoals wordt gesteld in het bericht? 

    5

    Is het waar dat de voorwaarden uit de Wet natuurbescherming, waarbij bewezen moet worden dat mensen met opzet de natuur verstoren of dat de verstoring de gehele populatie van een soort schaadt, in de praktijk voor handhavingsproblemen zorgen?

    Antwoord 4 en 5

    Voor de bescherming van natuur in de Waddenzee zijn de regimes voor gebiedsbescherming (Natura 2000) en voor soortenbescherming van de Wet natuurbescherming (Wnb) van kracht. Eind 2016 is het Beheerplan Natura 2000 vastgesteld. Diverse activiteiten benoemd als “bestaand gebruik” zijn als zodanig opgenomen in het Beheerplan als een vergunningvrije activiteit met inachtneming van de gedragsvoorschriften uit het Beheerplan. Nieuwe activiteiten die nadelig kunnen zijn voor de Natura 2000-doelstellingen moeten getoetst worden aan de Wnb. Indien er negatieve effecten te verwachten zijn, dan is een vergunning nodig. Om verstoring tegen te gaan zijn er gebieden in de Waddenzee waar een Toegang Beperkend Besluit geldt op grond van de Wnb ter bescherming van vogels en zeehonden. Betreding van die gebieden is gedurende het jaar al dan niet tijdelijk verboden.

    Regulering van activiteiten middels het Beheerplan, Toegang Beperkende Besluiten en separate vergunningen zijn instrumenten vanuit de gebiedsbescherming. Ook kent de Wnb het soortenbeschermingsregime waarin opzettelijke verstoring van soorten die van nature in het wild in Nederland leven en van dieren van soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn verboden. Dit opzet vereiste in het verstoringsverbod is niet nieuw, dat was ook al onderdeel van de Flora- en Faunawet. Wel nieuw is dat bij vogels alleen opzettelijke verstoringen verboden zijn voor zover de verstoring van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende soort. Met die eis wordt één-op-één aangesloten bij de Vogelrichtlijn. Op activiteiten die de grijze zeehond of de gewone zeehond verstoren is de zorgplicht (artikel 1.11) van toepassing, aangezien de Wnb zelf niet voorziet in een expliciet verbod op het verstoren van dieren van deze soorten. Artikel 3.10, eerste lid, verbiedt het doden, vangen van dieren van deze in de bijlage bij de wet genoemde soorten en het opzettelijk beschadigen of vernielen van hun vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen. Door middel van actieve voorlichting kan aan bezoekers duidelijk worden gemaakt dat in het Waddengebied de zorgplicht met zich brengt dat zij op afstand moeten blijven van rustende dieren als zeehonden en vogels.

    6

    Wat is er tot op heden met de signalen van onder andere Rijkswaterstaat gedaan?

    Antwoord

    Aangaande signalen betreffende verstoring van de natuur wordt langs twee sporen gewerkt om te komen tot een adequate aanpak. Enerzijds zijn het ministerie van LNV, de Waddenprovincie(s) en het Functioneel Parket in overleg om te bezien op welke wijze op grond van het huidige beschermingsregiem opzettelijk verstorende activiteiten kunnen worden aangepakt. Anderzijds houdt Rijkswaterstaat als coördinator van de handhaving op de Waddenzee samen met handhavers van mijn ministerie en de provincies de problemen van het handhaven op het snelvaren tegen het licht.

    7

    Kunt u toelichten waaruit de handhavingsproblemen bestaan?

    Antwoord

    Overtreding van het verbod op een (opzettelijke) verstoring die van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding, is naar haar aard lastig vast te stellen, bijvoorbeeld omdat dat alleen bij heterdaad kan, negatieve gevolgen moeilijk zijn vast te stellen of een causaal verband moeilijk te bewijzen is. Bovendien is er sprake van een lastige situatie vanuit de optiek van het op afstand fysiek waarnemen en vervolgens aanspreken van de overtreder. Dit als gevolg van de dynamische omstandigheden op de Waddenzee met geulen, wadplaten en het tij.

    Over de handhavingsproblemen ben ik in gesprek. Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 6.

    8

    Is het waar dat vóór de invoering van de Wet natuurbescherming wel boetes uitgedeeld werden? Zo ja, om hoeveel boetes ging het op jaarbasis?

    Antwoord

    Zoals op vraag 2 is geantwoord, heeft de Waddenunit het afgelopen jaar geen processen-verbaal specifiek voor de overtreding van het verbod op verstoring opgemaakt.

    9

    Kunt u bevestigen dat ministeries, politie, het Openbaar Ministerie en de provincie overleggen over een oplossing, maar dat die er nog niet is? Zo ja, kunt u de Kamer periodiek informeren over (de voortgang van) het overleg?

    Antwoord

    Ja. Zie het antwoord op vraag 6. Naar verwachting zal ik uw Kamer binnen een half jaar kunnen informeren over de uitkomsten van het overleg.

    10

    Is het waar dat de Waddenunit naast toezicht en handhaving veel meer taken heeft en daardoor een groot tekort aan capaciteit heeft? Zo ja, welke maatregelen bent u van plan te nemen om de capaciteitsproblemen op te lossen? Zo nee, waarom niet?

    11

    Klopt het dat de Waddenunit ook wordt ingehuurd door andere overheidsinstellingen? Zo ja, welke instellingen zijn dit?

    12

    Kunt u toelichten hoe het kan dat een organisatie verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op natuurmisdrijven in een Natura 2000- en UNESCO-Werelderfgoed-gebied, tijd tekort komt omdat ze wordt ingehuurd door andere overheidsinstellingen?

    Antwoorden 10, 11 en 12

    De Waddenunit vaart met vier schepen op de Waddenzee en voert beheertaken uit op het vlak van natuur en visserij. Ze wordt niet ingehuurd door andere overheidsinstellingen. Toezicht en handhaving op zowel Natuur- en Visserijwetgeving is één van de taken van de Waddenunit. Andere taken van de Waddenunit op het vlak van beheer van natuur en visserij zijn onder meer voorlichting, recreatiegeleiding, monitoring en beheer van mosselpercelen. Het ministerie van LNV is hoofdopdrachtgever van de Waddenunit. Daarnaast wordt een aantal taken in het verlengde van de natuur- en visserijtaken ter ondersteuning van provincies en terreinbeherende organisaties gedaan in de Waddenzee. Op twee van de vier schepen worden, een aantal dagen per jaar, taken van de Waddenunit gecombineerd met werkzaamheden van Rijkswaterstaat. Tot slot wordt er samengewerkt met andere inspectiediensten die varen op de Waddenzee. Hierdoor wordt de beschikbare capaciteit effectief benut.

    13 (oorspronkelijk genummerd als 11)

    Erkent u dat er een andere optie is om de Wadden te beschermen, namelijk het afsluiten van meer gebieden voor het publiek?

    14 (oorspronkelijk genummerd als 12)

    Bent u bereid uw bevoegdheid te gebruiken om gebieden af te sluiten voor het publiek, in ieder geval zolang de handhavingsproblemen niet opgelost zijn?

    Antwoorden 13 en 14

    Ten aanzien van mijn bevoegdheid om gebieden af te sluiten verwijs ik u naar mijn brief van 9 juli 2018 (Kamerstuk 28286, nr. 986). Hierin heb ik aangegeven dat de “Leidraad aanwijzing artikel 20 Natuurbeschermingswet 1998 Waddengebied” (Aanhangsel van de Handelingen II 2009-2010, nr. 791) zal worden herzien. Gedurende de herziening van deze leidraad zullen er geen nieuwe voorstellen voor aanwijzing worden gedaan. Ik heb de herziening recent ter hand genomen en zal daar partijen bij betrekken.

    15 (oorspronkelijk genummerd als 13)

    Worden zowel de praktische handhavingsproblemen, de voorwaarden in de Wet natuurbescherming, als de capaciteitsproblemen bij de Waddenunit, tegen het licht gehouden in de onafhankelijke verkenning naar een beheerautoriteit Wadden?

    16 (oorspronkelijk genummerd als 14)

    Wanneer kan de Kamer uw plannen voor een beheerautoriteit Wadden verwachten?

    Antwoord 15 en 16

    De genoemde zaken maken geen deel uit van de verkenning naar een beheerautoriteit Waddenzee.

    In het Regeerakkoord is opgenomen dat er één beheerautoriteit komt voor de Waddenzee, die een integraal beheerplan uitvoert. De verkenning die in opdracht van de ministers van IenW en LNV wordt uitgevoerd, is vrijwel afgerond. Binnenkort maak ik samen met de minister van IenW een keuze hoe de Beheerautoriteit wordt ingevuld.

Dieses Dokument wurde mit dem kostenlosen HTML edior komponiert. Klicken Sie hier, um es zu versuchen. Benutze es jedes Mal für die Dokumentenbearbeitung für Webseiten.

Indiener(s)