Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat kinderen in Nederland nog steeds kunnen gokken in videogames

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Nispen over het bericht dat kinderen in Nederland nog steeds kunnen gokken in videogames (2019Z05662; ingezonden 22 maart 2019).

De Minister voor Rechtsbescherming,

Sander Dekker


Antwoorden van de minister voor Rechtsbescherming op vragen van het Kamerlid Van Nispen over het bericht dat kinderen in Nederland nog steeds kunnen gokken in videogames (ingezonden 22 maart 2019,

nr. 2019Z05662 )

Vraag 1

Kent u het bericht [1] dat kinderen in Nederland nog steeds kunnen gokken in videogames?

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Hoe kan het dat de Kansspelautoriteit reeds in april 2018 in haar onderzoek “Onderzoek naar loot boxes – Een buit of een last?” [2] concludeerde dat een aantal van de onderzochte videogames door het gebruik van loot boxes in strijd met de Wet op de Kansspelen waren, maar er nu nog steeds videogames op de Nederlandse markt te spelen zijn die gebruikmaken van deze loot boxes?

Antwoord 2

Niet elke loot box is in strijd met de Wet op de kansspelen (Wok). Loot boxes zijn volgens de Kansspelautoriteit in ieder geval verboden als de items uit loot boxes een economische waarde vertegenwoordigen. Dit is vaak het geval als ze kunnen worden verhandeld. Gezien de verslavingsrisico's is het beter als loot boxes uit spellen worden gehaald.

Bij het in de vraag genoemde onderzoek naar loot boxes in 2018 zijn tien spellen onderzocht. Vier daarvan bleken in strijd met de wet te zijn. Met de vier aanbieders ervan is de Kansspelautoriteit in gesprek gegaan. Dit heeft er in geresulteerd dat inmiddels uit een tweetal games de loot boxes zijn verwijderd. Bij twee aanbieders loopt het onderzoek nog. De Ksa is met deze aanbieders in gesprek over de wijze waarop zij de overtreding kunnen beëindigen. Bij geen of onvoldoende resultaat kan de Ksa handhavend optreden.

Vraag 3

Waarom is door de Kansspelautoriteit nooit openbaar gemaakt welke videogames volgens het onderzoek in strijd waren met de wet? Zou het niet beter zijn om dit alsnog openbaar te maken, zodat bijvoorbeeld ook ouders weten welke games gokelementen bevatten en zij hun kinderen beter voor deze spellen kunnen beschermen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Vanwege mogelijk onterechte imagoschade kiest de Ksa er steeds voor om bedrijven pas bij naam te noemen nadat is vastgesteld dat er een overtreding is begaan en een handhavende maatregel is opgelegd. In zijn algemeenheid geeft de Ksa op haar website aan dat zij het afraadt om kinderen loot boxes te laten openen.

Vraag 4

Hoe verklaart u dat bijvoorbeeld in België het bedrijf EA besloten heeft haar videogame FIFA dusdanig aan te passen dat het geen gokelementen meer bevat, maar dit in Nederland niet is gebeurd?

Antwoord 4

Over al dan niet lopende zaken kan de Ksa geen uitspraken doen. Wel kan ik in zijn algemeenheid opmerken dat er een verschil is tussen de kansspelwetgeving in Nederland en België. Maatregelen die in België worden genomen kunnen er voor zorgen dat er geen sprake meer is van een overtreding van de Belgische wetgeving, terwijl diezelfde maatregel in Nederland niet hetzelfde gevolg heeft ten aanzien van de Nederlandse wetgeving. In Nederland moet een bedrijf dan soms andere (en soms zwaardere) maatregelen treffen om een overtreding van wetgeving te beëindigen.

Vraag 5

Hoe kan het dat een woordvoerder van de Kansspelautoriteit aangeeft dat het lastig is om in te grijpen bij overtredingen? Heeft de Kansspelautoriteit wel voldoende juridische expertise om snel en kordaat op te treden tegen mogelijke schendingen van de wet en de wet dus te handhaven? Zo nee, bent u bereid hierin te investeren?

Antwoord 5

In het Algemeen Overleg van 13 september 2018 heb ik reeds aangegeven dat de Kansspelautoriteit voldoende is toegerust. [3] Dat geldt ook voor de juridische kennis. Zoals reeds aangegeven in vraag 2 loopt bij twee aanbieders het onderzoek nog. De Ksa is met deze aanbieders in gesprek over de wijze waarop zij de overtreding kunnen beëindigen. Bij geen of onvoldoende resultaat kan de Ksa handhavend optreden.





[3] Kamerstukken II, 2018/19, 24557, nr. 149.

Indiener(s)