Antwoord op vragen van het lid Den Boer over integriteitskwesties bij de waterschappen

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik, mede namens mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de schriftelijke vragen van het lid Den Boer (D66) ingezonden 29 maart 2019 over integriteitskwesties bij de waterschappen.

Vraag 1

Kent u het artikel ‘Bagger in de berm, dat is niet integer’ [1]?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het feit dat de afgelopen vier jaar 103 integriteitskwesties speelden bij de 21 waterschappen in Nederland?

Antwoord 2

Het is te betreuren dat er zich uiteenlopende integriteitskwesties voordoen. Het positieve is dat integriteitszaken wel worden gemeld en dat er actie kan worden genomen. Bestuurders en ook ambtenaren zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de integriteit van hun handelen binnen het openbaar bestuur.

Ook de waterschappen zijn zich bewust van het belang integriteitkwesties te voorkomen. Om de waterschappen hierbij te ondersteunen heeft het Arbeidsmarkt & Ontwikkelingsfonds Waterschappen in samenwerking met de sector waterschappen de Toolbox Integriteit ontwikkeld. Deze toolbox is vorig jaar nog geactualiseerd en opnieuw onder de aandacht gebracht van ambtenaren en bestuurders (zie ook https://hrm.aenowaterschappen.nl/nl/thema/Integriteit ).


Vraag 3

Bent u het ermee eens dat de integriteit van de waterschappen in Nederland versterkt moet worden?

Antwoord 3

Het streven is het integriteitsbeleid naar een hoger plan te tillen, omwille van de kwaliteit en legitimiteit van het openbaar bestuur. Niet voor niets is openheid en integriteit een van de beginselen uit de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur. Ik wijs de waterschappen op de bestaande en nieuwe instrumenten om integriteit blijvend onder de aandacht te brengen en houden, van zowel ambtenaren als bestuurders.

Vraag 4

Hoe verklaart u het feit dat de waterschappen de afgelopen jaren relatief meer integriteitskwesties kenden dan provincies en gemeenten?

Antwoord 4

Uit het aangehaalde NRC-artikel en de vergelijking tussen organisaties daarin blijkt dat het gemiddelde aantal integriteitsonderzoeken per waterschap per jaar lager is ten opzichte van provincies en gemeenten. [2] Blijft gehandhaafd dat elke schending er natuurlijk een teveel is.

Vraag 5

Kunt u het grote verschil in de aantallen integriteitsonderzoeken tussen de waterschappen (waar het waterschap Amstel, Gooi en Vecht 45 zaken onderzocht, zijn er ook waterschappen die geen enkele integriteitskwestie hebben onderzocht) verklaren?

Antwoord 5

Het aantal van 45 zaken dat is opgegeven voor het waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft betrekking op Waternet. Waternet is een samenwerkingsverband dat namens waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam zorgt voor de hele waterkringloop. Bij Waternet werken ca. 1.700 medewerkers.

Dat zou het verschil kunnen verklaren voor het relatief hoge aantal zaken over 4 jaren ten opzichte van de waterschappen met gemiddeld ca. 450 medewerkers per waterschap.

Vraag 6

Bij hoeveel van de afgeronde en nog lopende integriteitszaken bij de waterschappen werd de integriteit van een bestuurder onderzocht? Wat voor soort integriteitsschendingen betreft het in deze zaken?

Antwoord 6

Uit de informatie die de 21 waterschappen hebben aangeleverd blijkt dat 3 waterschappen een aantal integriteitsonderzoeken hebben uitgevoerd naar mogelijke integriteitsschendingen door leden van het Algemeen en/of Dagelijks Bestuur. Tevens blijkt hieruit dat daar waar schendingen zijn geconstateerd, afspraken zijn gemaakt.


Vraag 7

Ziet u een mogelijk verband tussen integriteitsschendingen bij de waterschappen en de zogenaamde “geborgde zetels”? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ik leid dat niet af uit de informatie in het artikel. Voor alle bestuursleden geldt de Handreiking Integriteit politieke ambtsdragers (zie het antwoord op vraag 8).

Vraag 8

Heeft elk waterschap in Nederland een gedragscode integriteit voor het bestuur? Zo nee, bent u bereid de ontwikkeling hiervan te stimuleren?

Antwoord 8

Op grond van artikel 33 lid 3 van de Waterschapswet moet het algemeen bestuur voor zijn leden, de leden van het dagelijks bestuur en de voorzitter een gedragscode vaststellen. In 2016 heeft de gewijzigde Handreiking Integriteit politieke ambtsdragers inclusief modelgedragscode (die onder andere i.s.m. de Unie van Waterschappen is opgesteld) gezorgd voor een “herijking” van de bestaande modelgedragscode bij waterschappen [3]. Bij de waterschappen zullen de onlangs nieuw gekozen algemene besturen de gedragscode (opnieuw) bespreken en vaststellen.

Vraag 9

Kunt u de voortgang schetsen van de maatregelen die u heeft genomen in het kader van de versterking van de integriteit van het lokaal bestuur (zoals toegelicht in Kamerstuk 28 844, nr. 156) en de waterschappen in het bijzonder?

Antwoord 9

De afgelopen periode heeft de versterking van de integriteit in het lokaal bestuur hoog op de agenda gestaan en dat staat het nog steeds. De aandacht hiervoor is belangrijk bij zowel de kandidaatstelling, benoeming, als tijdens de bestuursperiode. Sinds de brief met daarin acties en maatregelen ter versterking van de integriteit in het lokaal bestuur naar uw Kamer is gestuurd, is er hard gewerkt aan de totstandkoming van een aantal bestuurlijke producten die behulpzaam kunnen zijn voor de praktijk. De waterschappen zijn vanaf het begin betrokken bij de uitwerking van het pakket van acties en maatregelen.

· In 2017 is de Handreiking Integriteitstoetsing kandidaten voor decentrale politieke partijen opgesteld. Deze wordt momenteel geactualiseerd.

· De Handleiding basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders is opgesteld in de aanloop naar de provinciale en waterschapsverkiezingen. Deze handleiding is door het ministerie van BZK op 4 maart 2019 aan de provincies, waterschappen en de BES-eilanden Bonaire en Saba gestuurd.

· De waterschappen zijn vertegenwoordigd in het Netwerk Weerbaar Bestuur, waar ook veiligheid en integriteit belangrijke aandachtsgebieden zijn.

· Verder is er ook aandacht voor integriteit in het inkoop- en aanbestedingsbeleid en transparantie door een open databeleid door en van de waterschappen.

· Daarnaast zijn de waterschappen betrokken bij de organisatie en nemen zij actief deel aan de Dag (voor ambtenaren) en Nacht (voor bestuurders) van de Integriteit (i.s.m. CAOP, IPO en VNG).

Vraag 10

Welke maatregelen neemt u om de handleiding basisscan integriteit daadwerkelijk onder de aandacht te brengen bij de benoeming van de nieuwe gedeputeerden en de bestuurders van de waterschappen?

Antwoord 10

Op 4 maart 2019 is de Handleiding basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders door de minister van BZK officieel overhandigd aan de voorzitter van de Unie van Waterschappen, de heer Van der Sande.

Daar is (publicitaire) aandacht aan gegeven en de handleiding is onder andere aangeboden aan de waterschappen om te gebruiken in aanloop naar de benoeming van de kandidaat-bestuurders. Naast deze handleiding zijn de beschikbare instrumenten rondom bestuurlijke integriteit in den brede uitgebreid onder de aandacht gebracht van de deels nieuwe lichting waterschapsbestuurders.

In 2019 zal de handleiding overigens worden geëvalueerd waarna (digitaal) een volgende versie zal verschijnen. Ook daarmee zal gebruik en doorontwikkeling verder worden gestimuleerd. Op basis van de evaluatie zal worden bezien of nadere aanvulling of wellicht inkadering van integriteitsanalyses nodig is. Verder kan die handleiding input bieden voor de Toolbox Integriteit van het Arbeidsmarkt & Ontwikkelingsfonds Waterschappen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga



[1] NRC d.d. 15 maart 2019; ‘Bagger in de berm, dat is niet integer’; https://www.nrc.nl/nieuws/2019/03/14/de-boer-het-waterschap-en-de-dubbele-pet-a3953312

[2] Provincies: 66 zaken/over 4 jaren/12 prov. = 1,375 per provincie per jaar

Gemeenten: 1900 zaken/over 5 jaren/25 gem. = 15,2 per gemeente per jaar

Waterschappen: 103 zaken/over 4 jaren/21 ws = 1,226 per waterschap per jaar