Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Van Ojik over het bericht 'Amerikaanse immigratiedienst bouwde database van journalisten'

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Buitenlandse Zaken het antwoord op de vragen van de leden Westerveld en Van Ojik (beiden GroenLinks) van uw Kamer inzake het bericht ‘Amerikaanse immigratiedienst bouwde database van journalisten’.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2019Z06264.

De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Arie Slob

2019Z06264

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Westerveld en Van Ojik (GroenLinks) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Buitenlandse Zaken inzake het bericht ‘Amerikaanse immigratiedienst bouwde database van journalisten’ (ingezonden d.d. 29 maart 2019).

1

Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Amerikaanse immigratiedienst bouwde database van journalisten’? 1)

Ja

2

Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat activisten en journalisten die kritisch hebben bericht over het Amerikaanse immigratiebeleid of als journalist verslag hebben gedaan van protesten en critici op het Amerikaanse immigratiebeleid, door deze immigratiedienst geregistreerd worden in een (geheime) database?

De waarde van gedegen en kritische journalistiek is groot. De media is met haar onafhankelijke journalistiek een belangrijke tegenmacht voor de overheid en het bedrijfsleven en stelt burgers in staat een objectieve mening te vormen en deel te nemen aan het publieke debat. Zij moeten dat in vrijheid kunnen doen. Ik ben er trots op dat wij in Nederland een vrij en gezond persklimaat kennen.

Het is van bijzonder belang dat het werk dat Nederlandse journalisten doen waar dan ook ter wereld in veiligheid kan gebeuren. Daarom is de bescherming van journalisten ook onderdeel van het internationale mensenrechtenbeleid, waarover de minister van Buitenlandse Zaken uw Kamer heeft geïnformeerd.[1]

3
Werkt de Nederlandse overheid op enige wijze mee aan deze database of databestanden en informatie-uitwisseling van de Amerikaanse immigratiedienst of vergelijkbare Amerikaanse instanties?

4
Bent u ervan op de hoogte dat verschillende Nederlandse journalisten en correspondenten in hun publicaties ruimte hebben gegeven aan kritische meningen ten aanzien van het Amerikaanse immigratiebeleid? Kunt u uitsluiten dat deze Nederlandse staatsburgers in deze database zijn opgenomen? Zo nee, bent u bereid hierover uitsluitsel te krijgen?

5
Bent u ervan op de hoogte dat verschillende niet-Nederlandse journalisten en correspondenten, welke via Nederland of andere landen binnen het Koninkrijk gereisd zijn, in hun publicaties ruimte hebben gegeven aan kritische meningen ten aanzien van het Amerikaanse immigratiebeleid? Kunt u uitsluiten dat gegevens over deze personen middels samenwerking en/of uitwisseling tussen de Nederlandse overheid en de Amerikaanse immigratiedienst in deze database of vergelijkbare bestanden zijn opgenomen? Zo nee, bent u bereid hierover helderheid te krijgen?

Antwoord op vragen 3 t/m 5

Het Amerikaanse Customs and Border Protection (CBP) heeft aangegeven de lijst te hebben samengesteld. Hierbij is niet samengewerkt met de Nederlandse overheid. Op de betreffende lijst staan voor zover bekend geen Nederlandse journalisten en er hebben zich geen Nederlandse journalisten bij het ministerie gemeld.

6

Bent u bereid uw ongenoegen jegens de Amerikaanse overheid te uiten over het bestaan van deze database?

Het ligt niet voor de hand dat Nederland zich in deze discussie mengt. Indien uit het verloop van de verdere interne discussie in de VS – inclusief het eventueel doorlopen van verschillende (juridische) stappen door betreffende journalisten – zou blijken dat de persvrijheid in de Verenigde Staten in het geding is, kan dit veranderen.

1) Villamedia, 20 maart 2019



[1] Kamerstukken II 2017-2018, 32 735, nr. 198 en Kamerstukken II 2018-2019, 32 735 nr. 227.

Indiener(s)


Stef  Blok