Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Ploumen over veroordelingen van activisten in de Rif

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Karabulut en Ploumen over veroordelingen van activisten in de Rif. Deze vragen werden ingezonden op 8 april 2019 met kenmerk 2019Z06997.

[Ondertekenaar 1]

[Ondertekenaar 2]

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Karabulut en Ploumen (SP en PvdA) over veroordelingen van activisten in de Rif.

Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de eerder opgelegde lange gevangenisstraffen tegen activisten in de Rif in Marokko, waaronder tegen protestleider Zafzafi, in stand worden gehouden en herinnert u zich uw reactie vorig jaar toen de straffen voor het eerst uitgesproken werden? 1)

Antwoord

Ik ben bekend met de uitspraken in hoger beroep die geen wijziging bevatten van de opgelegde gevangenisstraffen. Medewerkers van de Nederlandse ambassade hebben op mijn verzoek de rechtszaak bijgewoond. In de brief aan uw Kamer van 5 september 2018 (kamerstuk 32 735 nr 208) gaf het kabinet een uitgebreid oordeel over deze kwestie.

Vraag 2
Deelt u de analyse van mensenrechtenorganisaties dat de rechtsgang niet eerlijk was en veel te hoge straffen zijn opgelegd, en dat in feite politieke processen zijn gevoerd tegen onschuldige mensen? Zo nee, waarom niet?


Antwoord

Graag verwijs ik naar mijn brief van 5 september jl. inzake de veroordelingen van de Rif activisten, waarin het Kabinet is ingegaan op de rechtsgang en behandeling van gevangenen. Er is nog cassatie mogelijk. Het is nog te vroeg om een definitief oordeel te geven over de gehele procesgang.

Vraag 3
Bent u nu wel bereid contact op te nemen met uw collega’s in Marokko om deze gang van zaken te veroordelen en op te roepen tot vrijlating van politieke gevangenen? Zo nee, waartoe bent u dan wel bereid?

Antwoord

Tijdens mijn bezoek aan Marokko in april 2018 heb ik reeds gesproken met zowel minister van Buitenlandse Zaken Bourita als regeringsleider Othmani over de situatie in de Rif. Ook hoogambtelijk wordt deze kwestie aangekaart. De Marokkaanse autoriteiten zijn voldoende op de hoogte van de eerdere Nederlandse reactie op de vonnissen van afgelopen juni 2018 (referte ook ons kamerdebat, Kamerstuk 34 775 V, nr. 87).

Vraag 4
Bent u bereid de Marokkaanse ambassadeur te ontbieden om te pleiten voor vrijlating van de politieke gevangenen?


Antwoord

Ik vind het niet opportuun om de Marokkaanse ambassadeur over deze kwestie te ontbieden aangezien de Marokkaanse autoriteiten zeer goed bekend zijn met de eerdere Nederlandse reactie van juni jl. (Kamerstuk 34 775 V, nr 87) en september (kamerstuk 32 735 nr 208).

Indiener(s)

Stef  Blok