Antwoord op vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Sjoerdsma over een oppositieleider die vastzit in een Tadzjiekse gevangenis

Hierbij bied ik, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Groothuizen, Den Boer en Sjoerdsma (allen D66) over een oppositieleider in Tadzjikistan. Deze vragen werden ingezonden op 21 februari 2019 met kenmerk 2019Z03546.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

[Ondertekenaar 2]

Stef Blok

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Sjoerdsma (D66) over een oppositieleider in Tadzjikistan

Vraag 1

Kent u de uitzending van Nieuwsuur over een oppositieleider die vastzit in een Tadzjiekse gevangenis? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Kunt u (nogmaals) bevestigen dat de heer G. is opgepakt door de Russische autoriteiten en nu in een Tadzjiekse gevangenis zit?

Vraag 3
Heeft Nederland naar aanleiding van dit incident contact gezocht met de Russische en/of de Tadzjiekse autoriteiten? Zo ja, wat is daar uitgekomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4
Welke stappen kan Nederland ondernemen om te achterhalen waarom de heer G. is opgepakt en om hem te helpen?

Vraag 5
Welke verantwoordelijkheid heeft Nederland om de heer G. te helpen en te beschermen gelet op zijn vluchtelingenstatus in Nederland?

Vraag 6
Hoe onderzoekt het ministerie van Buitenlandse Zaken of en hoe bijstand verleend kan worden aan de heer G.? Bent u bereid de Kamer te informeren over de uitkomsten?

Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6

Betrokkene heeft Tadzjikistan verlaten en is teruggekeerd naar Nederland. Aan betrokkene is consulaire bijstand verleend, waar hij als houder van een Nederlands vluchtelingenpaspoort voor in aanmerking komt. Omdat Nederland geen vertegenwoordiging heeft in Tadzjikistan, is deze bijstand op Nederlands verzoek verleend door de Duitse ambassade in Doesjanbe.

Vraag 7
Wat vindt u ervan dat de Tadzjiekse regering de heer Gadojev in zijn hoedanigheid als oppositieleider op de lijst van gezochte misdadigers van Interpol heeft gezet?

Vraag 8
Deelt u de mening dat Interpol niet bedoeld is om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen?

Vraag 9
In hoeverre kunt u landen, zoals Tadzjikistan, erop aanspreken dat zij oppositieleiders of andere critici van de autoriteiten op deze lijst plaatsten?

Vraag 10
Zijn er meer namen bekend die op de gezochte misdadigerslijst van Interpol staan die daar enkel staan omdat ze oppositieleider zijn of op een andere manier kritisch zijn op de autoriteiten?

Vraag 11
Bent u bereid dit met uw Europese collega’s te bespreken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7, 8, 9, 10 en 11

De constitutie van Interpol stelt duidelijk dat interventies van politieke, militaire, religieuze of racistische aard strikt verboden zijn. De Nederlandse regering onderschrijft deze bepalingen vanzelfsprekend volledig en stelt zich op het standpunt dat de regels waar alle deelnemende landen aan Interpol zich aan hebben verbonden, strikt moeten worden nageleefd. Ik kan echter niet speculeren over de toedracht in individuele casussen die op de Interpol-lijst staan. Het Interpol-secretariaat (IPSG) heeft de mogelijkheid om bij verzoeken tot signalering niet tot publicatie over te gaan, of gepubliceerde signaleringen in te trekken, als wordt vermoed dat deze om politieke redenen via de Interpol-kanalen worden verspreid. In de afgelopen jaren zijn aanvullende maatregelen genomen om de toets op naleving van de regels voor gegevensverwerking te versterken. Een volledige garantie kan echter niet worden gegeven. Daarom moeten zowel het IPSG als de Interpollanden daar alert op blijven. De Nederlandse politie neemt actief deel aan de bestuursorganen (Executive Committee en het Interpol European Committee) van Interpol. Tevens neemt het korps deel aan de in 2018 door de algemene jaarvergadering geactiveerde werkgroep voor de revisie van de Interpolregels voor gegevensverwerking. In al deze gremia wordt het vraagstuk t.a.v. het integer gebruik van Interpolsystemen, producten en diensten aan de orde gesteld. Ik verwijs voor de maatregelen om misbruik tegen te gaan verder naar de antwoorden van 4 maart 2019 van de minister van Justitie en Veiligheid op de Kamervragen van het lid Den Boer 2). Mensenrechten zijn een prioriteit voor de Nederlandse regering. Zowel in bilaterale gesprekken, als bijeenkomsten in multilateraal verband, komen mensenrechten regelmatig aan de orde.

1) Nieuwsuur, 20 februari 2019, https://www.npostart.nl/nieuwsuur/20-02-2019/VPWON_1297022

2) Kamerstuk 2019D08561

Indiener(s)

Stef  Blok