Antwoord op vragen van het lid Buitenweg over etnisch profileren door de politie

In antwoord op uw brief van 1 maart 2019, deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) over het bericht ‘Staande gehouden, maar waarom?’, worden beantwoord in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus


Antwoorden Kamervragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de minister van Justitie en Veiligheid over etnisch profileren door de politie (ingezonden 1 maart 2019, nr. 2019Z03985 )

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Staande gehouden, maar waarom?’ over staandehoudingen waarvoor geen duidelijke aanleiding leek te zijn? [1] Zo ja, wat vindt u van dit bericht?

Vraag 2

Kunt u aangeven waaruit de inspanningen van de politie precies bestaan om etnisch profileren door politiefunctionarissen te bestrijden? Welk meetinstrument wordt gebruikt om de omvang van etnisch profileren bij de politie in kaart te brengen? Waar is precies het tegengaan van etnisch profileren als expliciet geformuleerde doelstelling vastgelegd?

Antwoord op vraag 1 en 2

Van de politie wordt verwacht dat zij door proactief optreden probeert om criminaliteit vroegtijdig te voorkomen en te ontmoedigen. Adequaat proactief

optreden vergt vakmanschap. De politie wil voorkomen dat zij onderscheid maakt bij (proactief) politieoptreden zonder dat daarvoor een objectieve rechtvaardiging is. Dat is van cruciaal belang voor de legitimiteit van het optreden van de politie, het maatschappelijk vertrouwen van een ieder in de politie en de effectiviteit van het politieoptreden. [2]

Er bestaat een pakket aan maatregelen om onderscheid bij politieoptreden zonder objectieve rechtvaardiging aan te pakken.

Er is en wordt - met het meerjarige programma ‘De Kracht van

het Verschil - een set aan inspanningen, activiteiten en projecten verricht. [3]

Zo is het Handelingskader pro actief controleren [4] ontwikkeld, dat erop gericht is het vakmanschap van politiemedewerkers te versterken, ook als het gaat om bewustwording met betrekking tot vooroordelen en discriminatie. Elke eenheid heeft een projectleider die voor implementatie zorgdraagt, alsmede voor de daarbij behorende activiteiten zoals bewustwordingstrainingen [5] Er is een landelijke werkgroep waarin ervaringen en expertise gedeeld wordt.

De politie heeft geen meetinstrument om een beeld te krijgen van de omvang van etnisch profileren. Het is moeilijk om betrouwbaar kwantitatief inzicht te krijgen in het fenomeen discriminatie. Ten eerste omdat het fenomeen naar zijn aard vrij ongrijpbaar is; ten tweede omdat de politie geen etniciteit registreert. Het CBS verkent op dit moment of er mogelijkheden zijn om inzicht te krijgen in de achtergrondkenmerken van staande gehouden personen in relatie tot de vraag of staandehoudingen terecht dan wel onterecht zijn geweest. Niettemin zijn er nu wel indicatoren die de ontwikkelingen op dit terrein duiden, bijvoorbeeld het aantal binnengekomen klachten [6] over het optreden van de politie. De politieacademie onderzoekt thans de werking van de MEOS-app Pro actief controleren in samenhang met het eerdergenoemde Handelingskader. Zoals eerder toegezegd zal ik u in de zomer van 2019 informeren over de resultaten. [7]

Vraag 3

Waaraan heeft de politieorganisatie zich precies verbonden om etnisch profileren te voorkomen en welke acties zullen daarvoor worden ondernomen? En hoe wordt de voortgang van die acties gemonitord?

Antwoord op vraag 3

De politie heeft een aantal maatregelen ontwikkeld om discriminatie door de politie te kunnen voorkomen. Het eerdergenoemde Handelingskader is een van de maatregelen. Toepassing van dit handelingskader wordt ondersteund door de MEOS-app Proactief Controleren. De Politieacademie onderzoekt zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven in tien basisteams in hoeverre deze app bijdraagt aan de informatiepositie van de politiemedewerker op straat en of de politiemedewerker dan een betere afweging kan maken om wel of niet te controleren. De MEOS-app geeft inzicht in het aantal geregistreerde controles en bevragingen ten aanzien van personen en voertuigen die via de telefoon zijn gedaan.

Daarnaast heeft elke Regionale eenheid een portefeuillehouder Kracht van het Verschil die verantwoordelijk is voor de implementatie van alle projecten van de Kracht van het Verschil.

De Korpschef en ik blijven in gesprek over de ontwikkelingen op dit terrein. In de zomer van dit jaar zullen de resultaten van het onderzoek van de Politieacademie beschikbaar komen. Dat is ook het moment om te bekijken waar wij staan en of er aanvullende maatregelen nodig en mogelijk zijn. Hierover zal ik u in de zomer van 2019 nader informeren. [8]

Vraag 4

Bent u bereid om deze vragen voorafgaande aan het algemeen overleg Politie van 14 maart 2019 te beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 4

De antwoorden hebben uw Kamer voor het AO Politie van 17 april a.s. bereikt.



[1] Het Parool, 25 februari 2019, ‘Staande gehouden, maar waarom?’

[2] Kamerstukken II, 2018/19, 30950, nr. 160.

[3] Kamerstukken II, 2016/17, 30950, nr. 105.

[4] Kamervragen (Aanhangsel), 2017/18, nr. 1118.

[5] Deze trainingen worden gefinancierd uit de €10 mln. versterkingsgelden voor de gebiedsgebonden politiezorg. Hierover is uw Kamer geïnformeerd in de jaarverantwoording politie 2017, Kamerstukken II 2017/18, 34950-VI, bijlage bij nr.1

Bovenkant formulier

Onderkant formulier

[6] Aard en afdoening klachten zie https://www.politie.nl/nieuws/2019/februari/5/43-klachten-over-etnisch-profileren-in-2018.html

[7] Kamerstukken II, 2018/19, 30950, nr. 160.

[8] Kamerstukken II, 2018/19, 30950, nr. 160.

Indiener(s)