Antwoord op vragen van het lid Markuszower over het bericht ‘Albanese moordenaar ontloopt uitlevering’

In antwoord op uw brief van 25 februari 2019 deel ik u mee, dat de vragen van het lid Markuszower (PVV) over het bericht ‘Albanese moordenaar ontloopt uitlevering’, worden beantwoord in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus

Antwoorden Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht ‘Albanese moordenaar ontloopt uitlevering’. (ingezonden 25 februari 2019, nr. 2019Z03769)

Vraag 1

Kent u dit bericht ‘Albanese moordenaar ontloopt uitlevering’? 1)

Antwoord vraag 1
Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat er iets goed mis is met ons rechtssysteem als een gevaarlijke Albanese moordenaar straks vrij rondloopt in Nederland, alleen maar omdat een paar knettergekke rechters de rechten van een moordenaar belangrijker vinden dan de veiligheid van de Nederlandse samenleving? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Beseft u dat u de minister van Justitie en Veiligheid van Nederland bent, en niet de minister van Albanese criminelen die dankzij slinkse advocaten de wet proberen te omzeilen? Zo ja, bent u bereid deze crimineel met de grootste spoed uit te zetten naar Albanië?

Antwoord vraag 2 en 3

Op details van individuele zaken ga ik niet in. Wel merk ik op dat ik het eveneens van groot belang acht dat straffeloosheid wordt voorkomen. Daar zal ik mij dan ook voor blijven inzetten. In dat licht kan ik u melden dat betrokkene nog steeds in uitleveringsdetentie zit, aangezien er nog een rechterlijke procedure loopt met betrekking tot het uitleveringsverzoek.

Vraag 4

Bent u bereid het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) op te zeggen, zodat Nederland niet meer vastzit aan gekke regels waardoor ’s werelds meest gevaarlijke moordenaars in Nederland vrij rond kunnen lopen? Bent u bereid, vooruitlopend op het opzeggen van het EVRM, deze gevaarlijke moordenaar direct uit te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 4

Nee, ik beschouw het EVRM als een groot en onmisbaar goed in onze democratische rechtsstaat. Voor een goed functionerende rechtsstaat zijn mensenrechten, evenals de scheiding der machten, rechtszekerheid en onafhankelijke rechtspraak, van essentieel belang. De mensenrechten en fundamentele vrijheden die in het EVRM zijn neergelegd, zijn er voor de bescherming van alle burgers tegen de overheid en tegen medeburgers. Ik ben daarom niet bereid het EVRM op te zeggen.

1) Telegraaf, 22 februari 2019

Indiener(s)