2019Z03816
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid over een dreigende uithuiszetting van een gezin met
kinderen vanwege de vondst van 96 gram hennep. (Ingezonden 26 februari
2019)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat een gezin met kinderen en
pleegkinderen uit hun woning dreigt te worden gezet en dakloos wordt, omdat
er in het huis 96 gram hennep is gevonden? [1]
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt dit bericht en zo ja, deelt u de mening dat deze maatregel van
uithuiszetting buitenproportioneel is en dat kinderen hiervan niet de dupe
mogen worden?
Vraag 3
Deelt u tevens de mening dat uithuiszettingen schadelijk, duur en nutteloos
zijn, zeker als er kinderen bij betrokken zijn?
Antwoord 2 en 3
In de Brede Schuldenaanpak [2] zet ik in op het zo veel mogelijk voorkomen van huisuitzettingen door huurachterstanden.
Uit het artikel maak ik op dat het hier gaat om een ontbinding van een huurovereenkomst vanwege een in de woning aangetroffen hoeveelheid drugs. Bij overtreding van de Opiumwet kan de woningcorporatie de huurovereenkomst ontbinden en kan de burgemeester op basis van lokale beleidsregels en na een zorgvuldige belangenafweging besluiten de woning te sluiten. In sommige gevallen blijkt bij fraude en overlast huisuitzetting onontkoombaar.
Ook dan moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat mensen op straat komen te staan, zeker als daar kinderen bij betrokken zijn. Mijn departement heeft informatie ingewonnen bij de gemeente Almelo. De moeder en kinderen hebben elders woonruimte aangeboden gekregen.
Het komt helaas vaker voor dat mensen met een samenloop van problemen te maken hebben, waarbij zowel gemeente, hulpverleners, verhuurder, politie en justitie betrokken zijn. Het artikel laat goed het belang van samenwerking tussen al deze partijen zien.
Vraag 4
Herinnert u zich uw toezegging om met de VNG en woningcoöperaties in
gesprek te gaan om dit soort schadelijke uithuiszettingen zoveel mogelijk
te voorkomen?
Vraag 5
Herinnert u zich tevens de onlangs aangenomen motie Peters [3] tegen uithuiszettingen,
waarin gevraagd is om een actieplan voor nul uithuiszettingen?
Vraag 6
Bent u bereid om dit soort voorbeelden mee te nemen in dit actieplan?
Antwoord 4, 5 en 6
Ik ga ervanuit dat u doelt op de drie moties [4] die in 2018 zijn aangenomen over het voorkomen van huisuitzetting. De focus van de rijksoverheid is woningcorporaties te faciliteren bij het voorkomen van huisuitzetting door schulden. Uw Kamer is eind 2018 door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geïnformeerd over maatregelen om huisuitzetting te voorkomen. [5]
Vraag 7
Bent u tevens bereid om met de betreffende gemeente contact op te nemen en
de gemeente te informeren over de door de Kamer aangenomen motie en de
uitvoering daarvan, zodat wellicht alsnog de dreigende uithuiszetting kan
worden voorkomen?
Antwoord 7
In de uitgave ‘Gemeentenieuws 2019-2’ [6] informeer ik gemeenten over mijn beleidsvoorstellen met betrekking tot vroegsignalering bij schulden, teneinde gemeenten in staat te stellen mensen met huurachterstanden beter en sneller te vinden en te helpen.
Met betrekking tot individuele casuïstiek beschikt de rijksoverheid over het algemeen niet over alle benodigde informatie. Voorkomen moet worden dat op basis van onvolledige gegevens wordt gereageerd. Het is mijn ervaring dat gemeenten en woningcorporaties hun werk goed doen en er alles aan doen om te voorkomen dat mensen op straat komen te staan. In dit specifieke geval heeft dit ook zonder tussenkomst van de rijksoverheid geleid tot andere woonruimte voor de kinderen en hun moeder (zie ook mijn antwoord op vraag 2 en 3).
[1] Tubantia, 18 februari 2019; https://www.tubantia.nl/almelo/rechtbank-almelose-marloes-en-kinderen-moeten-echt-het-huis-uit~a5687376/?fbclid=IwAR36Pdd2Bj45mQXIpUg8KWJSumiuGSf4IwaLs4PUrZpWOOjA4TaQxyEHU68
[2] TK2017-2018 24 515, nr. 431
[3] Kamerstuk 35000-XV, nr. 53.
[4] TK2017-2018 24 515, nr. 443, TK2017-2018 35 000-XVI, nr. 85 en TK2017-2018 35 000-XV, nr. 53
[5] TK2018-2019 31 839, nr. 627
[6] TK2019D1186