Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) over de marktstabiliteitsreserve en het annuleren van emissierechten bij sluiting van kolencentrales (kenmerk 2019Z03880, ingezonden 27 februari 2019).
Eric Wiebes
Minister van Economische Zaken en Klimaat
1
Herinnert u zich dat u tijdens het debat over het Klimaatakkoord op 5
februari 2019 het volgende zei: “Het enige nadeel van het niet meer bestaan
van dat waterbedeffect, is dat het benutten ervan dan ook tijdelijk niet
gaat. Vroeger konden we CO2 besparen door rechten door de shredder te
duwen. Nu ze al automatisch door de shredder gaan, helpt dat niet meer”?
Antwoord
Ja.
2
Bent u bekend met het artikel “New EU ETS Phase 4 rules temporarily
puncture waterbed” uit Nature waarin staat omschreven hoe invoering van de
'Market Stability Reserve' (MSR) het waterbedeffect wel deels laat
verdwijnen, maar uiteindelijk weer terug laat komen? Deelt u het inzicht
dat het waterbedeffect niet geheel is verdwenen en dat het waterbedeffect
halverwege fase 4 weer volledig terug is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik ben bekend met het artikel uit Nature. Ik deel het inzicht dat het
waterbedeffect niet geheel voor de vierde fase is verdwenen. De mate waarin
het waterbedeffect in de tweede helft van de vierde handelsperiode
(2021-2030) terugkeert, hangt met name af van de ontwikkeling van het
overschot aan emissierechten op de markt. Een overschot van emissierechten
op de markt leidt er toe dat vrijkomende emissieruimte niet direct wordt
gebruikt om elders emissies te doen toenemen en de MSR, zo lang het
overschot boven de drempelwaarde blijft, emissierechten op de markt blijft
opnemen. Daarbij is het goed denkbaar dat bij de herziening van de regels
van de MSR in 2022, tot een lagere drempelwaarde wordt besloten, waardoor
voor een nog langere periode de MSR emissierechten opneemt. Tenslotte kan
de EU besluiten, zoals Nederland voorstaat, haar broeikasgasreductiedoel
voor 2030 te verhogen en dit te koppelen aan verdere verhoging van het
reductiedoel voor het ETS. Hierdoor kan vrijgekomen emissieruimte ten
gevolge van het waterbedeffect alsnog worden verwijderd.
3
Deelt u het inzicht dat het daarom verstandig is om kolencentrales zo snel
mogelijk te sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Bij het bepalen van het tempo voor de uitfasering van het gebruik van kolen
bij de elektriciteitsproductie spelen meerdere overwegingen een rol. In de
memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor een verbod op het
produceren van elektriciteit met behulp van kolen, worden de door het
kabinet gekozen overgangstermijnen waarna er geen kolen meer gebruikt
kunnen worden voor elektriciteitsproductie nader toegelicht. Het
wetsvoorstel en de memorie van toelichting zullen op korte termijn bij uw
Kamer aanhangig worden gemaakt.
4
Deelt u het inzicht dat wanneer een emissierecht wordt geannuleerd dit
uiteindelijk voor minder emissierechten zorgt binnen de MSR, waarbij één
geannuleerd recht in 2019 zorgt voor 0.24 minder 'allowances' in de MSR in
2020? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik deel het inzicht dat het annuleren van emissierechten leidt tot de
opname van minder emissierechten in de MSR.
5
Deelt u de mening dat het annuleren van emissierechten om bovenstaande
reden nog steeds relevant is bij het sluiten van kolencentrales omdat dit
uiteindelijk leidt tot een lager emissieplafond? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De MSR, en het vernietigen van emissierechten in de MSR vanaf 2023,
vermindert het effect van het annuleren van emissierechten, zoals ook het
artikel in Nature laat zien. De mate waarin het annuleren van
emissierechten een effect heeft, is afhankelijk van de marktontwikkelingen,
mogelijke nieuwe regels voor de MSR en eventuele ophoging van het Europese
reductiedoel voor 2030. Weliswaar kan door het annuleren van emissierechten
direct het emissieplafond worden verlaagd, maar aan het kopen of minder
veilen van emissierechten om deze vervolgens te kunnen annuleren, zijn
aanzienlijke kosten verbonden.