Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Lodders over uitstaande belastingschuld

2019Z02943

Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD) aan de staatssecretaris van Financiën over uitstaande belastingschuld (ingezonden 14 februari 2019)

1
Kunt u aangeven hoe hoog de nog openstaande schuld was van belastingplichtigen bij de Belastingdienst op 1 januari en op 1 juli van de jaren 2016 en later?

2
Kunt u de cijfers uitsplitsen naar Landelijk Incasso Centrum (particulier en klein MKB), MKB en grote ondernemingen? (ook weer per half jaar)?

Antwoord

In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de openstaande belasting­schuld met een achterstand. Van een achterstand is sprake vanaf het moment dat de Belastingdienst een aanmaning naar de belasting­schuldige heeft gestuurd. In deze cijfers gaat het om onbetwiste belastingvorderingen en zonder invorderings­kosten en rente voor de belastingmiddelen. Hierbij is de definitie van achterstand in de Rijksbegroting gehanteerd. In de tabel is de schuld uitgesplitst waarop dynamisch monitoren (DM) van toepassing is.

Tabel 1: Achterstand belastingvorderingen (in € miljoen)

Particulieren en kleinbedrijf

MKB midden

GO

Buiten-land

Overig

Totaal

Waarvan DM

Waarvan niet-DM

1-1-2016

1629

2293

829

165

12

4927

467

4461

1-7-2016

1565

3058

985

171

12

5792

707

5085

1-1-2017

1925

3048

968

188

11

6139

942

5196

1-7-2017

2232

2949

879

170

9

6240

1100

5140

1-1-2018

2517

2886

981

180

7

6570

1197

5373

1-7-2018

2763

2881

892

189

4

6729

1144

5586

1-1-2019

2982

2779

903

189

1

6855

1098

5757

Het bedrag aan openstaande belastingvorderingen met een achterstand is de afgelopen jaren opgelopen. Dat valt voor een deel te verklaren vanuit het dynamisch monitoren van niet direct inbare vorderingen. Voorheen werden deze vorderingen eerder afgeboekt als oninbaar. Bij dynamisch monitoren controleert de Belastingdienst aan de hand van digitaal beschikbare gegevens of de situatie van de debiteur is veranderd en er toch kan worden geïncasseerd. Dynamisch monitoren leidt enerzijds tot een structureel hoger achterstandspercentage omdat schulden langere tijd worden gevolgd en dus niet worden afgeboekt. Anderzijds leidt dynamisch monitoren per saldo tot hogere opbrengsten omdat de Belastingdienst minder vorderingen afboekt. Dynamisch monitoren wordt toegepast bij particulieren, mkb en buitenland.

Dat ook de overige achterstanden oplopen ligt aan een groot aantal factoren. Het is lastig de ontwikkeling eenduidig te verklaren. Deels speelt de groei van de totale door de Belastingdienst geïnde belasting- en premieopbrengsten een rol. Deze zijn tussen de jaren 2015 en 2018 gestegen van € 230 miljard naar € 270 miljard. Bij hogere belastingopbrengsten ligt het voor de hand dat gelijktijdig het bedrag stijgt van de aanslagen dat niet tijdig betaald wordt.

Ook kan de toename van het aantal kleine ondernemers invloed hebben op de omvang van de vorderingen met achterstanden. Anderzijds leidt economische groei tot betere vermogensposities van ondernemingen, waardoor het invorderen van belastingschulden gemakkelijker wordt. Daarnaast wordt sneller betaald, omdat de marktrente relatief laag is in verhouding tot de invorderingsrente. Ook kan de schuldenproblematiek en de belasting- en betalingsmoraal van burgers een rol spelen.

Daarnaast kunnen de ontwikkelingen bij de Belastingdienst op het gebied van de invordering een rol spelen. Enerzijds wordt met dynamisch monitoren beoogd om een groter deel van de vorderingen te innen. Anderzijds heeft het vertrek van ervaren medewerkers ook binnen de invordering zijn weerslag in de organisatie en is in de 20e halfjaars­rapportage gerapporteerd over de problemen door de veranderingen in de invordering en de sterke groei van het werkaanbod. [1] De Belastingdienst werkt onder meer door de wervingsinspanningen aan deze uitdagingen.

De stand van de vorderingen is geen goede indicatie van het deel van de belastingvorderingen dat de Belastingdienst niet binnenkrijgt. Daarvoor moet de ontwikkeling van de afgeboekte vorderingen worden bezien. Deze is opgenomen in de onderstaande tabel.

Tabel 2: Afgeboekte vorderingen (in € miljoen)

Jaar

Afgeboekte vorderingen

2012

1364

2013

1411

2014

1291

2015

1431

2016

783

2017

691

2018

777

Deze tabel laat zien dat het bedrag van de afgeboekte vorderingen sterk is gedaald sinds 2016. De oorzaak daarvan is dat de Belastingdienst sinds dat jaar vorderingen minder snel afschrijft. Deze daling is niet volledig structureel, omdat ook onder dynamisch monitoren vorderingen op enig moment zullen worden afgeschreven. Over enkele jaren wordt duidelijk welk effect dynamisch monitoren structureel heeft op de afgeboekte vorderingen.

De hierboven genoemde totale achterstandsbedragen wijken af van eerder in de halfjaarsrapportages en in mijn brief van 20 februari 2019 gemelde bedragen.[2] Dit is het gevolg van de introductie van een nieuwe bestuurlijke informatie­voorziening op basis van datafundamenten. Deze voorziening is het resultaat van de inspanningen van de Belastingdienst om de managementinformatie te verbeteren. In de nieuwe voorziening worden meer gegevensbronnen ontsloten, waardoor de gebruikte gegevens nauwkeuriger en actueler zijn dan in de oude voorziening. Dat leidt in dit geval tot andere (hogere) gerapporteerde bedragen.


3
Kunt u deze vragen voor woensdag 20 februari 18.00 uur beantwoorden, zodat de antwoorden betrokken kunnen worden bij het debat over het bericht dat de Belastingdienst duizenden risicovolle aangiften niet controleert?

Antwoord

Ik heb deze vragen voor zover mogelijk beantwoord in mijn brief van 20 februari jongstleden.[3] Daarbij heb ik toegezegd u de antwoorden te doen toekomen, met een volledige en gevalideerde analyse. Deze ontvangt u hierbij.



[1] Kamerstukken II 2017/18, 31066, nr. 389.

[2] Kamerstukken II 2018/19, 31066, nr. 457.

[3] Kamerstukken II 2018/19, 31066, nr. 457.

Indiener(s)