Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat sommige gemeenten liever geen geld uitgeven aan verkiezingsborden


Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Raak (SP) over het bericht dat sommige gemeenten liever geen geld uitgeven aan verkiezingsborden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,




drs. K.H. Ollongren


2019Z04489

Antwoord op vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat sommige gemeenten liever geen geld uitgeven aan verkiezingsborden (ingezonden 7 maart 2019)

Vraag 1

Kunt u aangeven hoeveel gemeenten hebben besloten minder verkiezingsborden te plaatsen voor de aankomende verkiezingen? 1)

Antwoord vraag 1

Ik heb geen overzicht van gemeenten die hebben besloten minder verkiezingsborden te plaatsen voor de aankomende verkiezingen.

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat het essentieel is voor de werking van onze democratie dat mensen gaan stemmen voor verkiezingen en dat opkomstbevorderende maatregelen daarom belangrijk zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 2

Ja, in het belang van de democratie zou het goed zijn als zoveel mogelijk kiezers hun stemrecht gebruiken. Opkomstbevorderende maatregelen als het plaatsen van verkiezingsborden hebben dan ook mijn steun.

Vraag 3

Bent u het ermee eens dat in dit licht het bijzonder onwenselijk is dat gemeenten ervoor kiezen minder verkiezingsborden te plaatsen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 3

Ik vind het wenselijk dat gemeenten, door het plaatsen van verkiezingsborden, politieke partijen een mogelijkheid bieden om hun deelname aan de verkiezingen onder de aandacht van kiezers te brengen. Weliswaar is het plaatsen van verkiezingsborden niet wettelijk voorgeschreven, maar in het algemeen deel van het gemeentefonds is een voorziening opgenomen voor de bekostiging van het organiseren van verkiezingen, en die is ook bedoeld voor het plaatsen van verkiezingsborden. Het plaatsen van verkiezingsborden is echter een autonome bevoegdheid van de gemeente. Het is dus in laatste instantie aan de raad om te beslissen of er al dan geen verkiezingsborden worden geplaatst, en zo ja, hoeveel.

Vraag 4

Bent u bereid de gemeenten op de hoogte te stellen dat dit een onwenselijke situatie is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 4

Ik heb bij circulaire van 11 december jl., gericht aan het college van burgemeester en wethouders van alle gemeenten, aandacht gevraagd voor het plaatsen van verkiezingsborden. Ik heb de colleges geschreven dat ik ervan uitga dat zij tijdig verkiezingsborden plaatsen. Ik heb hen erop gewezen dat de voorziening in het gemeentefonds voor het organiseren van verkiezingen ook is bedoeld voor het plaatsen van deze borden, en dat de borden voor veel politieke partijen een belangrijk middel zijn om hun deelname aan de verkiezingen onder de aandacht van de kiezers te brengen. In de aanloop naar de Europees Parlementsverkiezing van 23 mei a.s. zal ik de colleges hier opnieuw op wijzen.

Vraag 5

Bent u bereid het geld te oormerken dat vanuit het gemeentefonds beschikbaar is voor de verkiezingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 5

De uitkering uit het gemeentefonds komt ten gunste van de algemene middelen van de gemeente (art. 6 van de Financiƫle verhoudingswet). De besteding daarvan is aan gemeenten en de middelen kunnen niet geoormerkt worden.

Vraag 6

Kunt u deze vragen voor maandag 11 maart 2019 beantwoorden?

Antwoord vraag 6

Ik heb de vragen zo snel als mogelijk beantwoord.

1) https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/verschillende-gemeenten-laten-verkiezingsborden-liever-in-de-opslag-uit-kostenoverweging-~bf8ac990/

Indiener(s)