Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over minimumleeftijd voor taxichauffeurs

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u mijn antwoorden op de vragen van lid Van Dijk (PvdA) over de minimumleeftijd voor taxichauffeurs.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘23 jaar en 2 jaar rijervaring: PvdA wil minimumleeftijd voor taxichauffeurs’?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2

Is het waar dat taxichauffeurs onder de 23 jaar en met weinig rijervaring meer schade en ongelukken veroorzaken dan oudere taxichauffeurs?

Antwoord 2
Er zijn mij geen onderzoeken bekend waaruit nu al blijkt dat specifiek taxichauffeurs onder de 23 jaar met weinig rijervaring meer schade en ongelukken veroorzaken dan oudere taxichauffeurs. Maar naar aanleiding van de ongevallen die recent hebben plaats gevonden, heb ik de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) gevraagd om het aantal ongevallen met taxi’s nader te analyseren. Het onderzoek richt zich in de eerste plaats op de toe- of afname van het aantal ongelukken. Vervolgens zal op basis van de beschikbare bronnen worden gekeken naar onderscheid op locaties, leeftijd van chauffeur en aanbieder.

Over het algemeen geldt wel dat jonge automobilisten (18-24 jaar) naar verhouding vaker bij een ongeval betrokken zijn dan oudere automobilisten. Het hogere risico van jonge automobilisten komt zowel door gebrek aan ervaring als door factoren die samenhangen met de leeftijd. Dit geldt voor automobilisten in het algemeen.


Vraag 3

Deelt u de mening dat een taxichauffeur een grote verantwoordelijkheid heeft en dat rijervaring daarbij van groot belang is?

Antwoord 3
Ja, ik deel die mening. Elke bestuurder van een (gemotoriseerd) voertuig heeft een grote verantwoordelijkheid.

Vraag 4

Wat vindt u van het voorstel, afkomstig van de Amsterdamse PvdA-fractie, om een minimumleeftijd van 23 jaar in te stellen voor alle taxichauffeurs? Bent u bereid om zo een regeling te overwegen en zo snel mogelijk in te voeren om verdere ongelukken te voorkomen?

Antwoord 4
Taxichauffeurs moeten met goed gevolg een vakbekwaamheidsexamen (theorie en praktijk) bij het CBR afleggen alvorens zij bevoegd zijn om een taxi te mogen besturen. Om toegelaten te worden tot dit examen dient men over een rijbewijs B, verklaring omtrent gedrag (VOG) en geneeskundige verklaring te beschikken. Veel taxiondernemers stellen zelf aanvullende voorwaarden aan de rijervaring van hun chauffeurs, passend bij de taximarkt ter plaatse waar ze opereren. Ik wil niet vooruitlopen op het onderzoek van de SWOV. Op dit moment zie ik geen aanleiding om de minimumleeftijd om toegelaten te worden tot het examen aan te passen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

S. van Veldhoven - Van der Meer

Indiener(s)