Antwoord op vragen van de leden Ziengs, Dik-Faber, Sienot en Von Martels over het bericht dat de metingen in de Groninger bodem niet kloppen

Geachte voorzitter,

Op donderdag 21 februari jl. hebben de minister van EZK en ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de technische afwijkingen die zijn geconstateerd in de versnellingsmeters van het KNMI (brief met kenmerk DGKE/19054154). Naar aanleiding hiervan zijn vragen aan mij gesteld door de leden Ziengs (VVD), Dik-Faber (CU), Sienot (D66) en Von Martels (CDA), ingezonden op 25 februari 2019. Het verzoek is om deze vragen te beantwoorden vóór het algemeen overleg Leefomgeving op 7 maart 2019. Hierbij doe ik u de beantwoording toekomen.

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Fout bij KNMI-meting Groningse aardbevingen, Kamer wil opheldering'[1].

Antwoord 1
Ja, ik ben hierover door het KNMI op 21 februari jl. op de hoogte gebracht.


Vraag 2
Wanneer bent u geïnformeerd over de foutieve meetgegevens?

Antwoord 2
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik graag naar het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Klopt het dat de onjuiste gegevens al in augustus 2018 binnen het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) zijn geconstateerd, maar pas in februari 2019 zijn gemeld? Kunt u aangeven hoe dit mogelijk is?

Antwoord 3
Ja dat klopt. In augustus 2018 zijn afwijkingen in de meetwaarden van verschillende versnellingsmeters door het KNMI ontdekt. De oorzaak was toen nog onduidelijk. In november 2018 is de oorzaak gevonden in afwijkende fabrieksinstellingen. Dit is in december 2018 opgelost door de meetgegevens aan te passen. Naar het inzicht van het KNMI zijn de effecten op de inschatting van de seismische activiteit klein.

In de eerste week van februari hebben onderzoekers die verbonden zijn aan het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) het KNMI gevraagd om een toelichting op de gecorrigeerde meetgegevens. Op dat moment werd duidelijk dat er sprake was van een communicatiefout. Dat is een vervelend gegeven, vooral vanwege de onrust die dit heeft veroorzaakt bij de mensen in Groningen.

De gebruikelijke procedure is dat directe communicatie plaatsvindt over dergelijke ontwikkelingen met de regio (met de Commissaris van de Koning en betrokken burgemeesters), de ministeries van EZK en IenW en SodM. De primaire oorzaak ligt echter bij een menselijke fout.

Vraag 4

Waarom heeft het KNMI deze gegevens in februari 2019 toch nog gemeld aan het ministerie? Wat was hiervoor de aanleiding? Wat was er anders dan in augustus 2018?

Antwoord 4
Voor een kennisinstituut als het KNMI maakt het monitoren van datasets en het vaststellen van inconsistenties of afwijkingen tussen datasets onderdeel uit van het reguliere wetenschappelijk onderzoek. Indien dat leidt tot aanpassing van data of de daarop gebaseerde dienstverlening, wordt hierover normaliter gecommuniceerd op moment dat duidelijk is wat de oorzaak is van de afwijking en hoe en wanneer deze naar verwachting kan worden opgelost. Dat is in dit geval helaas niet gebeurd.

Vraag 5

Kunt u verklaren hoe het kan dat sinds augustus 2018 bekend is dat de metingen foutief werden uitgevoerd, maar pas in februari 2019 zijn gemeld?

Antwoord 5
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar de antwoorden op vraag 3 en 4.

Vraag 6

Deelt u de mening dat de data van versnellingsmeters in Groningen moeten kloppen?

Antwoord 6
Ja, ik deel deze mening.

Vraag 7

Welke controles zijn er op de kwaliteit van het KNMI?

Antwoord 7
De kwaliteit van de dienstverlening door het KNMI wordt geborgd via ISO9001 certificaat (2018), de internationale wetenschappelijke review van 2017, het peer-review mechanisme dat toegepast wordt op publicaties en daarin opgenomen data en via de recent uitgevoerde audit op de seismologische data van het KNMI door SodM. Bij maatwerkopdrachten wordt met de opdrachtgever specifieke prestatieafspraken gemaakt waaraan de kwaliteit van de dienstverlening kan worden gemeten.

Daarnaast legt het KNMI binnen het sturingsmodel van IenW verantwoording af aan mij in mijn rol als eigenaar van het agentschap middels verantwoordings- en voortgangsgesprekken. Tevens zijn er kwaliteitsindicatoren opgenomen in de begroting waarover jaarlijks wordt gerapporteerd in de jaarverantwoording. Deze indicatoren geven inzicht in de voortgang en kwaliteit van de beleidsresultaten van het KNMI. Tot slot wordt het KNMI als agentschap periodiek doorgelicht, waarbij aandacht is voor de kwaliteit van de dienstverlening en de daarvoor benodigde infrastructuur en capaciteit.


Voor maatwerkopdrachten geldt dat daarvoor tussen het KNMI en de desbetreffende opdrachtgever specifieke prestatieafspraken worden gemaakt.

Vraag 8

Deelt u de mening dat een dergelijke fout van het KNMI niet bijdraagt aan het vertrouwen van de Groningers? Wat kunt u doen om het KNMI dit vertrouwen te laten herstellen?

Antwoord 8
Die mening deel ik, zie ook mijn antwoord op vraag 6.

Vraag 9

Wat gaat u doen om te voorkomen dat dergelijke meetfouten nog een keer plaatsvinden binnen het KNMI?

Antwoord 9

Het regelmatig reviewen van metingen is standaard onderdeel van het streven van hoge kwaliteit, in onderzoek en in dienstverlening. Daarbij geldt uiteraard dat wanneer afwijkingen worden geconstateerd, vervolgens de communicatie goed op orde moet zijn. De volgende acties zijn in gang gezet:

  • Evaluatie KNMI
    Het KNMI zal een evaluatie uitvoeren op basis waarvan nadere afspraken worden gemaakt tussen KNMI, EZK en IenW om in de toekomst herhaling van in gebreke gebleven communicatie te voorkomen. Dit zal tevens worden betrokken bij de jaarlijkse verantwoordings- en voortgangsgesprekken die ik met het KNMI op reguliere basis voer.
  • Werkgroep
    Zie het antwoord op vraag 6.
  • Aanvullende audit
    Er wordt door SodM een aanvullende audit uitgevoerd om meer zekerheid te verkrijgen over de kwaliteit van de grondversnellingsmetingen en de daarmee verkregen data. Deze audit heeft betrekking op het gehele meetnetwerk, inclusief de metingen die niet beïnvloed zijn door de afwijkende fabrieksinstellingen.

Vraag 10

Bent u bereid om met KNMI in gesprek te gaan over het belang van tijdig rapporteren van correcties voor het vertrouwen van de Groningers in de overheid?

Antwoord 10
Ja, zie mijn antwoord op vraag 9.


Vraag 11

Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg Leefomgeving op 7 maart 2019?

Antwoord 11

Ja.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

S. van Veldhoven - Van der Meer



[1] NOS, 21 februari 2019, 'Fout bij KNMI-meting Groningse aardbevingen, Kamer wil opheldering' (https://nos.nl/artikel/2272962-fout-bij-knmi-meting-groningse-aardbevingen-kamer-wil-opheldering.html)

Indiener(s)