Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Van den Hul over het bericht dat de IND nauwelijks asielaanvragen van oorlogsvluchtelingen behandelt

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Kuiken en Van den Hul (beiden PvdA) over het bericht 'Advocaten: oorlogsvluchtelingen komen bij de IND nauwelijks aan de beurt’.

Deze vragen werden ingezonden op 8 februari 2019 met kenmerk 2019Z02474.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Mark Harbers


Antwoorden vragen van de leden Kuiken en Van den Hul (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht 'Advocaten: oorlogsvluchtelingen komen bij IND nauwelijks aan de beurt' (ingezonden 8 februari 2019 , nr. 2019Z02474 )

Vraag 1

Kent u het bericht 'Advocaten: oorlogsvluchtelingen komen bij IND nauwelijks aan de beurt'?

Antwoord vraag 1

Ja

Vraag 2

Is het waar dat vluchtelingen uit oorlogsgebieden amper aan de beurt komen teneinde een asielprocedure te starten? Zo ja, waarom? Zo nee, wat is er dan niet waar aan het gestelde?

Antwoord vraag 2

In de systemen van de IND worden aanvragen van vreemdelingen (ook asielzoekers) ingeschreven op land van herkomst en op basis van het doel dat men aanvraagt. De specificatie ‘oorlogsvluchteling’ wordt niet geregistreerd. Men dient een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel in en deze wordt als zodanig geregistreerd. Pas ná beoordeling kan worden vastgesteld of aanvrager ook daadwerkelijk in aanmerking komt voor een dergelijke verblijfsvergunning.

De eerste prioriteit van de IND ligt bij het afhandelen van Dublinzaken en asielaanvragen van vreemdelingen uit veilige landen. Dat betekent niet dat de IND de overige asielaanvragen laat liggen. Ook deze zaken worden door de IND opgepakt en afgehandeld. Door onder meer de hoger dan verwachte instroom en een andere samenstelling daarvan in met name de Algemene,- en Verlengde Asielprocedure zijn de voorraden van deze zaken in 2018 opgelopen.

Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd, [1] werft de IND momenteel extra personeel. Met de inzet van dit extra personeel verwacht de IND de voorraden terug te brengen.

Vraag 3

Hoeveel oorlogsvluchtelingen hebben zich vanaf 1 maart 2018 in Nederland gemeld en hoeveel daarvan wachten nog op het starten van de asielprocedure of is die procedure inmiddels afgehandeld?

Antwoord vraag 3

Zoals bij vraag 2 is aangegeven worden asielzoekers bij indiening van de aanvraag niet geregistreerd met het kenmerk ‘oorlogsvluchteling’. Dit is binnen het Nederlandse vreemdelingenbeleid geen bestaande kwalificatie. Bij de aanvraag wordt bezien of deze wordt afgedaan in spoor 1 (Dublinzaken), spoor 2 (veilige landen) of spoor 4 (Algemene en Verlengde Asielprocedure).

Van het totale aantal asielaanvragen die vanaf 1 maart 2018 zijn ingediend was op 31 december 2018 52% afgehandeld.

Onderstaande tabel[2] geeft inzicht per spoor in het aantal aanvragen en aantal afdoeningen tussen 1 maart 2018 en 31 december 2018.

Vraag 4

Wat is de gemiddelde wachttijd voor oorlogsvluchtelingen voordat hun asielprocedure start?

Antwoord vraag 4

In het datawarehouse van de IND worden doorlooptijden geregistreerd (de tijd die een procedure inneemt van datum aanvraag tot datum beslissing). Er worden geen wachttijden geregistreerd.

Zoals hiervoor aangegeven bij vraag 2 en 3 worden aanvragen van vreemdelingen in de systemen van de IND ingeschreven op land van herkomst. De specificatie oorlogsvluchteling bestaat als gezegd niet.

De geregistreerde doorlooptijden voor het totaal aantal eerste asielaanvragen op de verschillende sporen in 2018 zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Vraag 5

Is er sprake van een bewust beleid deze asielprocedures niet te starten om zodoende oorlogsvluchtelingen te ontmoedigen naar Nederland te komen? Zo ja, waarom? Zo nee, waar blijkt het tegendeel uit?

Antwoord vraag 5

Het kabinet streeft naar kortere doorlooptijden en snelle duidelijkheid voor alle asielzoekers. Dat is ook waarom de IND de besliscapaciteit hiervoor recent heeft uitgebreid en in het komende jaar verder zal uitbreiden. Dat prioriteit wordt gegeven aan kansarme asielaanvragen in de zogeheten sporen 1 en 2, is om te voorkomen dat deze aanvragen de Nederlandse asielprocedure nog meer dan thans belasten en verstoppen. Uiteindelijk is die inzet daarom ook van belang voor personen met een meer kansrijke aanvraag. Er is dus geen sprake van een bewust laten oplopen van de doorlooptijden om vreemdelingen te ontmoedigen naar Nederland te komen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat wachttijden voor dergelijke vluchtelingen van een jaar of meer onaanvaardbaar zijn? Zo ja, op welke termijn gaat het aantal extra IND-ers daadwerkelijk zorgen voor verkorting van de termijnen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 6

Zoals ik heb aangegeven in de beantwoording van eerder gestelde vragen [3] ben ik van mening dat de doorlooptijden bij de afhandeling van aanvragen in de verlengde asielprocedure (spoor 4) te lang zijn. De IND heeft, om de doorlooptijden te verkorten, in 2018 200 fte extra personeel geworven. Werving zag niet alleen op inzet voor het proces asiel, maar ook voor ondersteunende processen als dienstverlening en juridische zaken. Onlangs is besloten om de capaciteit bij de IND in 2019 verder uit te breiden met 150 fte voor het behandelen van asielaanvragen. Het aannemen en vervolgens inwerken van nieuwe medewerkers kost tijd. Afhankelijk van het soort werk duurt het een half jaar tot meer dan een jaar voordat medewerkers volledig en zelfstandig werkzaam zijn. In de regel worden zij opgeleid door meer ervaren medewerkers wat in eerste instantie leidt tot productieverlies alvorens sprake is van productiestijging. De achterstanden bij onderdelen in het asielproces kunnen niet op heel korte termijn worden opgelost maar de verwachting is wel dat daar dit jaar stappen in gezet kunnen worden.

1) https://nos.nl/artikel/2270829-advocaten-oorlogsvluchtelingen-komen-bij-ind-nauwelijks-aan-de-beurt.html



[1] AH-TK-20182019-724/2018D55394, AH-TK-20182019-1181/2019D00646

[2] Het aantal afgedane zaken in deze tabel ziet alleen op zaken die vanaf 1 maart 2018 zijn ingediend. Zaken die in deze periode zijn afgehandeld maar voor 1 maart 2018 zijn ingediend zijn in deze tabel niet meegenomen.

[3] AH-TK-2012019-724

Indiener(s)