Antwoord op vragen van de leden De Groot en Van Eijs over het bericht omtrent schadelijke stoffen in lippenbalsem

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden De Groot (D66) en Van Eijs (D66) over het bericht omtrent schadelijke stoffen in lippenbalsem (2019Z01733).

Hoogachtend,

de minister voor Medische Zorg

en Sport,

Bruno Bruins


Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden De Groot (D66) en Van Eijs (D66) over het bericht omtrent schadelijke stoffen in lippenbalsem. (2019Z01733)

1

Bent u bekend met het artikel ‘Minister, kijk welke lippenbalsems voor kinderen schadelijk zijn’ ?1)

1.

Ja

2

Hoe beoordeelt u het onderzoek, opgesteld door de Belgische consumentenorganisatie Test Aankoop, dat erop wijst dat meer dan de helft van de geteste lippenbalsems voor kinderen stoffen bevatten waarvan men vermoedt dat ze kankerverwekkend zijn?

2.

De NVWA laat weten dat dit een inventariserend onderzoek is naar gehaltes van MOSH en MOAH in lippenbalsems voor kinderen.

MOSH is de afkorting van Mineral Oil Saturated Hydrocarbons en MOAH van Mineral Oil Aromatic Hydrocarbon. Het zijn beide namen voor mengsels van stoffen die gemaakt worden uit aardolie. Deze mengsels van stoffen kunnen kankerverwekkende stoffen bevatten. Uit deze mengsels kunnen fracties worden gedestilleerd die geen kankerverwekkende stoffen bevatten. De constatering dat er een gehalte MOSH en MOAH in lippenbalsems voorkomt, geeft nog geen indicatie dat er kankerverwekkende stoffen in voorkomen. De Cosmeticaverordening verbiedt het gebruik van deze stoffen tenzij is aangetoond dat deze geen kankerverwekkende stoffen bevatten. Zie ook het antwoord op vraag 6. Voor cosmeticatoepassingen zijn daarom gezuiverde fracties beschikbaar waar geen kankerverwekkende stoffen inzitten.

De NVWA heeft de onderzoeksgegevens en de exacte gehaltes bij de Belgische consumentenorganisatie opgevraagd. Hieruit blijkt dat Test Aankoop alleen heeft gemeten of in de lippenbalsem MOSH en MOAH aanwezig zijn en niet heeft gecontroleerd welke aardoliefractie gebruikt is.

3

Klopt het dat dezelfde lippenbalsems, met dezelfde stoffen waarvan men vermoedt dat ze kankerverwekkend zijn, ook in Nederland verkocht worden?

3.

In Nederland zijn dezelfde lippenbalsems te koop. Het is echter niet toegestaan dat er kankerverwekkende stoffen in voorkomen.

4

Worden er ook andere lippenbalsems met dezelfde stoffen waarvan men vermoedt dat ze kankerverwekkend zijn, in Nederland verkocht?

4.

Er worden ook andere lippenbalsems in Nederland verkocht met dezelfde stoffen. Ook voor deze lippenbalsems geldt dat er geen kankerverwekkende stoffen in mogen voorkomen.

5

Bent u het ermee eens dat onderzoek nodig is om de veiligheid van de Nederlandse consument van lippenbalsems? Zo ja, ziet u redenen om, naar aanleiding van het Belgische onderzoek, te starten met een onderzoek uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar lippenbalsems? Zo nee, waarom niet?

5.

Recent onderzoek van het Duitse onderzoeksinstituut BfR (Bundesinstitut für Risicobewertung, de organisatie is vergelijkbaar met het RIVM) bevestigt dat mits de juiste fracties van het aardoliedestillaat gebruikt worden deze veilig gebruikt kunnen worden in (kinder)cosmetica [i]. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 heeft de NVWA de gegevens van het onderzoek opgevraagd om na te kunnen gaan of er aanleiding was om aan deze conclusie te twijfelen. Dat blijkt niet het geval. De NVWA ziet dan ook geen aanleiding om aanvullend onderzoek te doen.

6

Kunt u bevestigen dat er geen nationale of Europese regels zijn voor de stoffen die gebruikt worden in lippenbalsems waarmee mogelijk de volksgezondheid in het geding komt? Indien dit het geval is, kunt u toelichten waarom en bent u bereid om hier verandering in aan te brengen?

6.

Nee, er zijn wel degelijk regels voor cosmetische producten, de productgroep waar lippenbalsem onder valt. Deze (Europese) regels zijn vastgelegd in de Europese Cosmeticaverordening (1223/2009). In deze verordening staat expliciet vermeld dat minerale oliën niet gebruikt mogen worden in cosmetische producten, tenzij aangetoond kan worden dat zij geen kankerverwekkende stoffen bevatten.

7

Wat is de reden dat de NVWA tot op heden geen onderzoek heeft gedaan of controles heeft uitgevoerd naar de stoffen die gebruikt worden in lippenbalsems?

7.

De NVWA voert het toezicht risicogericht uit. Tot op heden waren er geen redenen om aan te nemen dat cosmeticaproducenten de verkeerde (kankerverwekkende) MOSH en MOAH bevattende mengsels gebruikten. Deze signalen zijn er nu ook niet. Zie ook het antwoord op vraag 2 en 5.

8

Klopt het dat de stoffen die mogelijk kankerverwekkend zijn vaak niet vermeld staan op de lijst van ingrediënten? Zo ja, is er een reden dat deze stoffen niet vermeld hoeven te worden?

8.

Zoals hierboven al vermeld is het gebruik van kankerverwekkende stoffen in cosmetica verboden. De (niet kankerverwekkende) gebruikte MOSH en MOAH bevattende aardolieproducten worden altijd op het etiket vermeld. De standaard gebruikte vermelding hiervoor is paraffinum liquidum. Soms worden ook de termen (liquid) parrafin, (liquid) petrolatum, (light) mineral oil, paraffin oil, synthetic wax, microcrystaline wax en white (mineral) oil gebruikt.

1) https://nos.nl/artikel/2269745-minister-kijk-welke-lippenbalsems-voor-kinderen-schadelijk-zijn.html



Indiener(s)