Antwoord op vragen van de leden Van den Bosch en Lodders over de stijging van de woonlasten

Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Van den Bosch en Lodders (beiden VVD) over het bericht ‘Kopers en huurders zien de woonlasten stijgen” (ingezonden 22 januari 2019 met kenmerk 2019Z00932). De beantwoording vindt plaats mede namens de staatssecretaris van Financiën.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,




drs. K.H. Ollongren


2019Z00932


Vragen van de leden Van den Bosch en Lodders (beiden VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën over de stijging van de woonlasten. (ingezonden 22 januari 2019)

1

Bent u bekend met het bericht ‘Kopers en huurders zien de woonlasten stijgen’? 1)

Ja. Ik heb kennisgenomen van het artikel.

2

In hoeveel gemeenten is er afgelopen jaar sprake geweest van lokale lastenverzwaring? Kunt u daarvan een overzicht verstrekken met daarin de lokale lastenstijging per gemeente afgezet tegen de indexatie?

De ontwikkeling van de lokale lasten volgen wij met behulp van de jaarlijkse atlas van de lokale lasten van het COELO. Daarin staan de lokale lasten uitgesplitst per categorie. Aangezien het per inwoner of bedrijf verschilt hoeveel en welke lokale lasten moeten worden betaald, is het lastig een uitspraak te doen over het aantal gemeenten waarin afgelopen jaar sprake was van een lastenverzwaring of een dergelijk overzicht te verstrekken.

3

Kunt u toelichten of er, naast de onderzochte 37 grotere gemeenten, ook voor kleinere gemeenten eenzelfde stijgend patroon in de gemeentebelasting te zien is? Zo ja, wat vindt u hiervan? Zo nee, bent u bereid om dit inzicht te geven?

Voor een beeld van de andere gemeenten zal gewacht moeten worden op het verschijnen van de 2019 editie van de COELO atlas van de lokale lasten. Gewoonlijk verschijnt de atlas van de lokale lasten eind maart met daarin de cijfers van alle gemeenten. Het beeld voor de andere gemeenten is dan ook beschikbaar.

4

Hoeveel stijgen de gemeentelijke woonlasten gemiddeld (in euro’s) voor verschillende soorten huishoudens?

Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 2, baseren wij ons op de COELO atlas van de lokale lasten. Daarin wordt geen uitsplitsing gemaakt voor verschillende soorten huishoudens.

5

Kan ingegaan worden op de grootste uitschieters? Waarom stijgen de lasten in deze gemeenten zo fors?

De democratisch gekozen volksvertegenwoordigers hebben het in de gevallen van uitschieters noodzakelijk geacht een dergelijke stijging door te voeren. Ik zal enkele voorbeelden aanhalen en toelichten op basis van de afwegingen die gemeenten hierover zelf hebben bekendgemaakt. Sommige gemeenten achten zich genoodzaakt tot een verhoging doordat geen rekening gehouden is met een korting uit het gemeentefonds en de nieuwe gemeenteraad vanaf 2019 de mogelijkheid geboden is zelf te beslissen wat er met de gecreëerde ruimte dient te gebeuren, hierdoor vindt er een stijging plaats. Andere gemeenten hebben de woonlasten lang laag kunnen houden door de verkoop van eigen bezittingen. Echter, de verkoopopbrengsten zijn niet meer toereikend om aan de wensen van de lokale volksvertegenwoordigers te kunnen voldoen. Als gevolg daarvan achten deze gemeenten zich genoodzaakt tot een verhoging. Tot slot zijn er gemeenten die de lasten verhogen als gevolg van een toename van de kosten van groenvoorzieningen, Jeugdzorg, uitkeringen, Wmo en / of personeel.

6

Kan elke gemeente onbeperkt de lokale lasten verhogen? Zo nee, welke beperkingen zijn er vanuit het Rijk op de financiële beleidsvrijheid van de lokale overheid op de verschillende belastingen en retributies? Kan hierbij ingegaan worden op de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF) en de rol en de effectiviteit van de macronorm?

Het is niet mogelijk dat gemeenten de lokale lasten onbeperkt verhogen. Voor bepaalde belastingen zijn gemeenten bijvoorbeeld gebonden aan het feit dat ze maximaal kostendekkend mogen zijn, hierbij kan gedacht worden aan de baatbelasting, de rioolheffing, de afvalstofheffing en rechten/leges. De democratisch gekozen vertegenwoordigers van de inwoners zorgen ervoor dat de lokale lasten niet meer stijgen dan door de gemeenteraad acceptabel wordt geacht. De lokale democratie stelt immers de belastingtarieven vast.

Het Rijk en de gemeenten hebben een bestuurlijke afspraak gemaakt (de macronorm ozb) die aangeeft hoe hoog de maximale jaarlijkse stijging van de totale ozb-opbrengsten van alle gemeenten tezamen mag zijn. Dit betreft een afspraak omtrent de ontwikkeling van de totale ozb-opbrengsten van alle gemeenten. Voorts vloeien uit de Wet HOF geen beperkingen voort die medeoverheden beperken in het verhogen van lokale lasten. De Wet HOF ziet namelijk op de schuldpositie van medeoverheden.


7

Klopt het dat in gemeenten de lokale lasten het laatste jaar zijn gestegen? Wat ligt volgens u ten grondslag aan deze lasten en wat kunt u doen om de lokale lasten niet verder te laten stijgen?

Dat klopt voor sommige gemeenten. De achterliggende oorzaak ligt bijvoorbeeld in een stijging van de afvalstoffenbelasting die gemeenten doorberekenen aan de inwoners. Het is niet aan het Rijk om de lokale lasten niet verder te laten stijgen als de inwoners van een gemeente hebben bepaald, door hun democratisch gekozen vertegenwoordigers in de gemeenteraad de belastingverordening te laten vaststellen, dat zij de lastenstijging acceptabel dan wel noodzakelijk achten.

8

Deelt u de mening dat in tijden waarin mensen moeten gaan voelen dat het beter gaat, de oplopende lokale lasten het tegenovergestelde doel bereiken? Zo nee, waarom niet? Bent u voornemens de forse stijging van de woonlasten te bespreken met de gemeenten? Zo nee, waarom niet?

Oplopende lokale lasten zouden in potentie afbreuk kunnen doen aan het landelijk gevoerde fiscale koopkrachtbeleid. Vooralsnog staat echter niet vast dat dit het geval is. In het licht hiervan zien wij geen aanleiding tot het voeren van gesprekken hierover met gemeenten.

9

Wat vindt u van het feit dat in Amsterdam de woonlasten met ruim 11% stijgen, terwijl in bijvoorbeeld Assen de woonlasten omlaag gaan? Vindt u dit een wenselijke ontwikkeling? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe ziet u deze ontwikkeling in vergelijking met het kabinetsstreven om iedere Nederlander in de portemonnee te laten voelen dat het echt beter gaat met de economie?

De gemeentelijke woonlasten worden autonoom vastgesteld door gemeenten, mede afhankelijk van de kosten van de voorzieningen die de gemeenten bieden. De COELO Atlas 2018 merkt in het specifiek geval van Amsterdam op “dat het in 2017 de laagste netto gemeentelijke woonlasten had van alle gemeenten. Ook is het zo dat gemeenten met relatief waardevol onroerend goed, zoals Amsterdam, een lagere algemene uitkering ontvangen van het Rijk, waardoor zij geacht worden zelf meer belasting te heffen”. De afweging om de gemeentelijke woonlasten te verhogen hangt dus sterk af van dergelijke, lokale, omstandigheden. In het licht hiervan kan het Rijk geen oordeel vellen over de verschillen in de stijging van gemeentelijke woonlasten per gemeente, noch over de wenselijkheid hiervan.

Met de in het Regeerakkoord afgesproken verlaging van de inkomstenbelasting beoogt het kabinet om de Nederlandse bevolking te laten voelen dat het goed gaat met de economie. De laatste raming voor de koopkrachtontwikkeling in 2019 ziet er in dat opzicht gunstig uit. Maar het kabinet kan nooit voorspellingen of beloften doen over de individuele portemonnee van huishoudens. Want net zoals de ontwikkeling van de lokale lasten verschilt per gemeente, verschilt ook het totale mandje van de inflatie per huishouden. We hebben immers niet allemaal hetzelfde consumptiepatroon. Bovendien verschilt de loonontwikkeling tussen verschillende CAO’s, en maken huishoudens veranderingen in hun persoonlijke omstandigheden door (trouwen, scheiden, kinderen, promotie, baanverlies etc) die in de meeste gevallen een veel grotere invloed hebben op de portemonnee van huishoudens dan het inkomensbeleid van het kabinet. Voor individuele huishoudens kan het saldo van al deze ontwikkelingen daarom minder gunstig, maar in veel gevallen ook gunstiger uitpakken dan de algemene trend laat zien.

10

Bent u naar aanleiding van dit nieuwsbericht voornemens om extra maatregelen te nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?

De keuzes ten aanzien van de ontwikkeling van de lokale heffingen worden genomen door de democratisch gekozen vertegenwoordigers van de inwoners. Deze keuzes komen tot stand met inachtneming van de lokale wensen en opgaven. Deze democratisch gekozen vertegenwoordigers zijn dan ook bij uitstek in staat om een afgewogen keuze hierin te maken en daarover verantwoording af te leggen gedurende het democratische proces. Ik zie geen aanleiding daarin te treden.

11

Wilt u de vragen één voor één beantwoorden?

Ja.

Indiener(s)