Antwoord op vragen van het lid Ziengs over het bericht ‘Kringloopeconomie komt nog niet van de grond’

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Ziengs (VVD) van 14 januari 2019 (Tweede Kamer 2018-2019, nr. 2019Z00324) over de kringloopeconomie.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht « Kringloopeconomie komt nog niet van de grond’»?[1]

Antwoord 1

Ja, ik ben van dit bericht op de hoogte.

Vraag 2

Heeft u opdracht gegeven voor het onderzoek naar de kringloopeconomie of is dit gedaan op eigen initiatief van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)?

Antwoord 2

Het onderzoek is op eigen initiatief van PBL opgezet.

Vraag 3

Kunt u het PBL verzoeken de top 25 van meest beperkende wet- en regelgeving voor de kringloopeconomie, waar zij in dit onderzoek tegenaan zijn gelopen, zo snel mogelijk met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

PBL heeft - op basis van literatuuronderzoek, een beperkte enquête, interviews en de inventarisatie van initiatieven - hindernissen voor circulaire initiatieven in kaart gebracht. Deze betreffen niet alleen wet- en regelgeving, maar ook in de maatschappij heersende normen, gewoontegedrag en onvolledige beprijzing van milieugebruik. In het rapport ‘Circulaire Economie in kaart’ (PBL, 2019) wordt aangegeven dat slechts enkele hindernissen zijn gevonden en worden deze kort beschreven. Een systematisch overzicht van alle hindernissen biedt dit rapport niet; dat zou nader onderzoek vergen. Een top 25 van de meest beperkende wet- en regelgeving kan PBL op basis van deze inventarisatie daarom niet delen.

Het is belangrijk dat we alert zijn op overbodige of knellende regels waar innovatieve ondernemers tegenaan kunnen lopen. Wijzigingen in wet- en regelgeving moeten echter niet leiden tot onaanvaardbare risico’s voor mens en milieu. In het Rijksbrede programma “Nederland Circulair in 2050” [2] en de kabinetsreactie op de transitie-agenda heeft het kabinet een overzicht gegeven van haar aanpak voor beperkende wet- en regelgeving. In het Uitvoeringsprogramma circulaire economie dat uiterlijk in februari naar de Tweede Kamer wordt gestuurd is verder uitgewerkt welke stappen er concreet gezet worden.

Daarnaast kunnen sinds 2014 bij het programma ‘Ruimte in Regels’ [3] belemmeringen in regelgeving worden gemeld; deze worden vervolgens opgepakt en zo mogelijk weggenomen. Tot nu toe zijn ca. 150 belemmeringen opgelost.

Verder is in de zomer van 2018 de Taskforce Herijking Afvalstoffen gestart onder voorzitterschap van mevrouw Winnie Sorgdrager. De Taskforce zal knelpunten in de afvalregelgeving en de uitvoering en handhaving daarvan in kaart brengen en voorstellen doen voor oplossingen. Het gaat hierbij om knelpunten die de transitie naar een circulaire economie in de weg staan. De Taskforce zal na de zomer van 2019 haar rapport uitbrengen aan mij en de voorzitter van Unie van Waterschappen. Ik zal uw Kamer voor het eind van het jaar mijn reactie op het rapport sturen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

S. van Veldhoven - Van der Meer



[1] Telegraaf, 11 januari 2019, Kringloopeconomie komt nog niet van de grond ( https://www.telegraaf.nl/financieel/3010545/kringloopeconomie-komt-nog-niet-van-de-grond )

[2] Kamerstukken 2015 – 2016, 32852 nr. 33

Indiener(s)