Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de beantwoording van vragen inzake het lekken van gif door de NAM en het bericht ‘Metingen NAM-lek ver boven grens’

Geachte Voorzitter,


Op 6 december 2018 heeft lid Beckerman (SP) vragen gesteld over de beantwoording van Kamervragen inzake het lekken van gif door de NAM en over de berichtgeving 'Metingen NAM-lek ver boven grens' (met kenmerk 2018Z23168). Hierbij stuur ik u de antwoorden (bijlage 1), die gebaseerd zijn op informatie die ik van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heb ontvangen.

Ik heb u in mijn brief[1] van 4 december 2018 geïnformeerd over de onderzoeken die op dit moment door SodM en ook door het Openbaar Ministerie worden uitgevoerd. Naar verwachting zal SodM de resultaten van zijn onderzoek op korte termijn bekend maken.

In bijlage 2 treft u een overzicht van de feiten voor zover die op het ogenblik bij mij bekend zijn. Overigens lopen er nog onderzoeken die dit overzicht nog zouden kunnen aanvullen.

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat


Bijlage 1: Kamervragen inzake het lekken van gif door de NAM en over de berichtgeving 'Metingen NAM-lek ver boven grens'

1

Kent u het bericht[2] ‘Metingen NAM-lek ver boven grens gezondheidscheck’? Kent u het bericht [3] ‘Wiebes: NAM had zich pro-actiever kunnen opstellen na lekkage’? Wat is uw reactie op deze berichten? Hoe kan het dat de waarden in uw beantwoording netjes binnen de grenzen vallen, terwijl in het bericht het aantal van 40 ppm genoemd staat?

2

Waar heeft u de gegevens in de beantwoording vandaan? Wat is de bron daarvan?

Antwoord 1 en 2

Ik ken deze berichten. In mijn brieven [4] aan uw Kamer heb ik gebruikgemaakt van de door de veiligheidsregio Groningen aan SodM gerapporteerde meetresultaten. Dat is gebruikelijk in het geval van een incident. Er zijn op diverse plaatsen metingen verricht, nabij omwonenden, nabij het kanaal en ook in en nabij het riool waardoor het aardgascondensaat is weggelekt. In mijn aanvullende brief [5] van 6 december heb ik uw Kamer geïnformeerd dat in mijn eerdergenoemde brieven uit is gegaan van een normering die door de Veiligheidsregio wordt gebruikt en dat ik voor het informeren van uw Kamer wil aansluiten bij de normering die door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wordt gebruikt.

In mijn brief[6] van 18 december 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de Gemeente Delfzijl mij op 14 december 2018 per brief heeft geïnformeerd over metingen die door het bedrijf SGS in opdracht van gemeente Delfzijl zijn uitgevoerd. De gemeente Delfzijl geeft in haar brief aan dat de metingen van het bedrijf SGS, waarbij een verhoogde concentratie benzeen is aangetroffen, niet hebben plaatsgevonden in de publieke ruimte, maar nabij en in putten van het riool op een niet publiekelijk toegankelijke locatie.

SodM heeft op 12 december 2018 de eerste voorlopige conclusies over haar onderzoek gepubliceerd. De NAM voert op dit moment onder toezicht van SodM een onderzoek uit naar de effecten voor de omwonenden van blootstelling aan aardgascondensaat. Het onderzoek zal voor 1 februari 2019 gereed zijn. SodM zal dit onderzoek laten toetsen door het RIVM en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD). Ik verwacht dat aan de hand van dit onderzoek zekerheid kan worden gegeven of de door SGS gemeten verhoogde concentratie hebben geleid tot een grotere blootstelling.


3

Herinnert u zich dat u in antwoord op vraag 1 schrijft dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) adviseert om actief te informeren bij een waarde hoger dan 30,7 ppm? Waarom is er tijdens het verschijnen van het bericht op 1 november 2018 niet actief geïnformeerd?

Antwoord

Het is de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio om ten tijde van een incident metingen uit te voeren en die te toetsen aan advieswaarden van het RIVM en indien nodig acties te ondernemen. Uit de gegevens waarover ik nu beschik blijkt dat de Veiligheidsregio aanvankelijk niet de advieswaarde van het RIVM heeft gehanteerd. Ik heb u hierover in mijn aanvullende brief [7] van 6 december 2018 geïnformeerd.

4

Voldeed de NAM aan alle veiligheidseisen die ook aan een Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO)-bedrijf worden gesteld? Bent u bereid er toch een BRZO-bedrijf van te maken? Was het Rapport inzake Grote Gevaren (RiGG) in orde? Waren de risico’s benoemd, evenals de beheersmaatregelen? Was het rapport geactualiseerd?

Antwoord

SodM heeft aangegeven dat in de recente periode tijdens uitgevoerde inspecties op het tankenpark Delfzijl geen overtredingen zijn geconstateerd.

In mijn brief[8] van 4 december 2018 heb ik aangegeven dat het Tankerpark Delfzijl een mijnbouwwerk is. Het valt daarom niet onder de verplichtingen van het BRZO. De enige uitzondering hierop zijn ondergrondse gasopslagen. Dit is vastgelegd in de Europese Seveso III richtlijn, waarop het BRZO is gebaseerd. Door deze richtlijn kan ik van het tankenpark geen BRZO-bedrijf maken.
Ik zie daarnaast hier geen noodzaak voor omdat door de wijziging in de Mijnbouwwet d.d. 1-1-2017 men voor mijnbouwwerken een Rapport inzake Grote Gevaren (RiGG) moet indienen bij SodM. In het RiGG worden de interne en externe risico’s van de installatie en de beheersmaatregelen beschreven.

NAM heeft op 5 juli 2018 bij SodM het RiGG [9] van het Tankenpark Delfzijl ingediend. Op 6 november 2018 is dit document op volledigheid getoetst. Op 4 december 2018 zijn na toetsing door SodM aanvullingen aan de NAM gevraagd. De opgevraagde informatie is nog niet ontvangen.

5

Wanneer verwacht u resultaten van het strafrechtelijk onderzoek?

Antwoord

Het Openbaar Ministerie geeft leiding aan het strafrechtelijk onderzoek. Ik heb geen inzicht in de status of de voortgang van dit onderzoek.

6

Waaruit is gebleken dat de NAM zich aan zijn zorgplicht heeft gehouden voor werknemers en andere mensen die hebben gewerkt rondom het tankenpark ten tijde van de lekkage en omwonenden? Wat gaat u doen om omwonenden alsnog te informeren, gerust te stellen en/of te compenseren?

Antwoord

Uw eerste vraag maakt deel uit van het strafrechtelijk onderzoek.

SodM heeft de NAM gesommeerd om een blootstellingsonderzoek uit te voeren van de vrijgekomen stoffen. SodM zal RIVM en de GGD betrekken bij het beoordelen van dit blootstellingsonderzoek. SodM heeft met de gemeente Delfzijl afgesproken om de omwonenden te informeren over de uitkomsten van het definitieve incidentonderzoek.

7

Waarom heeft de NAM het over vijf eerdere incidenten en noemt u er negen? Welke incidenten noemde de NAM niet en waarom?

Antwoord

NAM heeft negen “ongewone voorvallen” gemeld aan SodM. Deze negen “ongewone voorvallen” heb ik genoemd in mijn brief [10] van 4 december 2018. SodM beschouwt vijf van de negen door de NAM gemelde “ongewone voorvallen” als zijnde een “incident”. De vier resterende door de NAM gemelde “ongewone voorvallen” worden door SodM ook als zodanig beschouwd en zijn hieronder weergegeven.

Melding

Datum melding

Datum voorval

Stroomstoring

24 juli 2015

24 juli 2015

(oude) dieselverontreiniging waargenomen

24 oktober 2016

31 maart 2016

Lekkage bluswatersysteem

16 augustus 2016

16 augustus 2016

Aantreffen asbest pakkingen

30 september 20161

22 september 2016

8

Kent u het bericht ‘5 kuub condensaatdamp ontsnapt tijdens Code Rood actie’? Waarom is dat incident niet opgenomen in uw lijst? Hoe kan er op vertrouwd worden dat de rest van de lijst compleet is?

9

Hebben de agenten en beveiligers die bij de Code Rood actie betrokken waren gezondheidsrisico’s gelopen? Is hier onderzoek naar gedaan?

Antwoord 8 en 9

Ik ben bekend met het bericht. Tijdens de actie van Code Rood is op 2 augustus 2018 een sterke geur van aardgascondensaatdamp geroken. Deze waarneming houdt verband met het opengaan van het druk vacuüm ventiel (PVV) van tank 3. Het ventiel beschermt de tank tegen falen ten gevolge van een overdruk. Een verstopping van de dampretourleiding heeft tot een verhoogde in het dampretoursysteem geleid, waarbij uiteindelijk de PVV van de tank -conform ontwerp- open gegaan is. Deze verstopping is door de NAM verholpen.

In het verleden zijn via de brancheorganisatie afspraken gemaakt dat het activeren van een veiligheidssysteem zoals een PVV niet als een ongewoon voorval moet worden gezien en derhalve niet gemeld hoeft te worden. De activering van het veiligheidssysteem moet wel door het bedrijf geregistreerd worden. SodM zal nagaan of deze afspraken herzien moeten worden. Er zijn bij SodM geen gegevens bekend waaruit blijkt dat het activeren van het ventiel heeft geleid tot een risico voor de gezondheid.

Ik heb op dit moment, gelet op het bovenstaande, geen aanwijzingen dat de lijst met ongewone voorvallen niet compleet is.

10

Hoe is de huidige situatie nu precies, gelet op het feit dat er niet gedurende 24 uur iemand op het park aanwezig is, dat het SodM als een van de drie extra maatregelen heeft voorgeschreven dat er een medewerker op het park aanwezig moet zijn en dat u hierop in uw beantwoording niet ingaat?

Antwoord

SodM heeft het Tankenpark Delfzijl op 26 oktober 2019 onder verscherpt toezicht gesteld. Een van de opgelegde maatregelen betreft het buiten kantooruren stationeren van een medewerker op het Tankenpark. SodM heeft aangegeven dat de NAM hieraan voldoet.

11

Hoe vaak worden de tanks op het park gereinigd van binnen? Pas na reiniging van een lege tank kan er toch pas geïnspecteerd worden op de staat van zo’n tank? Hoe vaak moet dit volgens de regels? Wanneer is dat voor het laatst gebeurd?

Antwoord

Volgens de milieuvergunning van het Tankenpark Delfzijl moet de bovengrondse opslag en verlading van vloeistoffen aan de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) 29 richtlijn (versie 2005) voldoen. De tanks worden overeenkomstig deze richtlijn volgens een risico gebaseerde inspectiemethode geïnspecteerd. Ten behoeve van een inspectie zal de tank eerst leeg en schoon gemaakt worden.

Daarna wordt deze visueel geïnspecteerd en worden er ook metingen uitgevoerd om de dikte van de bodem, wand en het dak te bepalen. De tank mag pas weer in gebruik worden genomen als deze als zodanig geschikt wordt bevonden. De inspectiefrequentie wordt bepaald op basis van historische inspectiedata, corrosiesnelheden en het soort product dat wordt opgeslagen. In praktijk houdt dit in dat om de tien tot vijftien jaar een tank inwendig wordt geïnspecteerd. Hieronder is een overzicht opgenomen van de geïnspecteerde tanken

Naam

Functie

Jaartal van inspectie

T1

Scheidingstank

2018

T2

Scheidingstank

2007

T3

aardgascondensaattank

2008

T4

aardgascondensaattank

2008

T5

aardgascondensaattank

2017

T6

Scheidingstank

2015

T7

aardgascondensaattank

2018

12

Is er na de lekkage in oktober 2018 vervuiling op de bodem van de kanalen rond het park opgetreden? Hoe was dat met de lekkage bij het laden van het schip vorig jaar?

Antwoord

SodM heeft aangegeven dat op dit moment onderzocht wordt of de bodem van het kanaal verontreinigd is. In opdracht van de NAM heeft een gespecialiseerd onafhankelijk deskundige monsters genomen van de bodem van het kanaal. De bodem zou verontreinigd kunnen zijn omdat bestandsdelen uit het aardgascondensaat via het slip uit het riool terecht zijn gekomen op de bodem van het kanaal.

Vorig jaar heeft tijdens de verlading van aardgascondensaat naar het desbetreffende schip een lekkage plaatsgevonden. Hierdoor is puur en ongemengd aardgascondensaat op het oppervlaktewater terecht gekomen. Aardgascondensaat drijft op water en verdampt snel. Een verontreiniging van de waterbodem door het gelekte aardgascondensaat wordt daarom niet waarschijnlijk geacht en wordt daarom ook niet onderzocht.


Bijlage 2: Tijdlijn lekkage aardgascondensaat NAM tankenpark Farmsum

2 oktober 2018

Lekkage van aardgascondensaat in de nacht van 2 op 3 oktober 2018.

3 oktober 2018

Circa 29 m3 aardgascondensaat lekt via het riool In het kanaal Duurswold.

4 oktober 2018

Verontreiniging wordt in kanaal Duurswold geconstateerd.

5 oktober 2018

Gemeente en Waterschap vragen aan NAM of de verontreiniging bij NAM vandaan komt. NAM neemt in aanwezigheid van het Waterschap monsters uit vier putten op het NAM terrein. De monsters zijn schoon wat betreft kleur en geur op basis waarvan NAM en het Waterschap samen concluderen dat de vervuiling kennelijk niet van het NAM terrein afkomstig was.

6 oktober 2018

Regionale uitvoeringsdienst Groningen meldt aardgascondensaat lekkage bij SodM. SodM belt naar NAM. NAM meldt start van onderzoek.

7 oktober 2018

Brandweer verricht metingen naar benzeen (openbare ruimte, bij omwonenden en kanaal). Monstername in laatste put riool nabij het kanaal van Duurswold t.b.v. analyses door NAM en Waterschap.

8 oktober 2018

NAM rapporteert: analyse monsters genomen op 7 oktober (laatste put riool nabij kanaal van Duurswold) heeft aangetoond dat het aardgascondensaat betreft.

9 oktober 2018

SodM verzoekt NAM lekkage te stoppen, en onderzoek te starten. NAM bevestigt dat oorzaak bij tankenpark ligt. SodM meldt start onderzoek en ook start strafrechtelijk onderzoek.

11 oktober 2018

NAM stuurt brief naar bewoners, gesprek gevoerd met deel van de direct omwonenden. Brief van minister van Economische Zaken en Klimaat aan Tweede Kamer over de lekkage.

12 oktober 2018

NAM verzoekt SodM om meer regenwater te mogen opslaan i.v.m. met afgesloten riool en de verwachte regen. SodM inspectie on-site in het kader van het bestuursrechtelijk onderzoek.

15 tot 29 oktober

Riool is afgesloten: inspectie met camera en schoonmaken riool.

26 oktober 2018

SodM plaatst tankenpark onder verscherpt toezicht. SodM legt NAM drie aanvullende maatregelen op: afsluiter tussen installatie en riool, permanente aanwezigheid, alarmsignalen lekkage hoogste prioriteit.

29 oktober 2018

Actievoerders blokkeren toegang tankenpark voor tankwagens met aardgascondensaat.

31 oktober 2018

Schoongemaakt riool wordt weer in gebruik genomen.

7 november 2018

Actievoerder beëindigen blokkade tankenpark.



[1] Kamerstuk 32 849, nr. 154

[2] www.rtvnoord.nl/nieuws/200853/Metingen-NAM-lek-ver-boven-de-grens-gezondheidscheck-voor-gemeentewerkers

[3] www.rtvnoord.nl/nieuws/202164/Wiebes-NAM-had-zich-pro-actiever-kunnen-opstellen-na-lekkage

[4] Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nrs. 847, 848, 849 en 850

[5] Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, Aanhangsel nr. 888

[6] Kamerstuk 33 529, nr. 548

[7] Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, Aanhangsel no. 888

[8] Tweede Kamer, Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 847

[9] www.sodm.nl/documenten/publicaties/2018/11/16/rigg-opslag-en-scheidingsfaciliteiten-delfzijl-juni-2018

[10] Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, Aanhangsel nr. 847

Indiener(s)