Antwoord op vragen van de leden Leijten en Futselaar over het bericht dat een Oekraïense kippenmiljardair het meest profiteert van het associatieverdrag met Oekraïne

Hierbij bieden wij mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Leijten en Futselaar over het bericht dat een Oekraïense kippenmiljardair het meest profiteert van het associatieverdrag met Oekraïne. Deze vragen werden ingezonden op 30 november 2018 met kenmerk 2018Z22680.

De Minister voor Buitenlandse Handel

en Ontwikkelingssamenwerking,

Sigrid A.M. Kaag

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]

Antwoorden van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op vragen van de leden Leijten en Futselaar (beiden SP) over het bericht dat een Oekraïense kippenmiljardair het meest profiteert van het associatieverdrag met Oekraïne.

Vraag 1

Hoe reageert u op het feit dat een Oekraïense kippenmiljardair het meest profiteert van het associatieverdrag met Oekraïne? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 2

Erkent u dat de invoer van voedingsmiddelen vanuit Oekraïne niet voldoet aan de Europese en Nederlandse standaarden? Zo ja, welke stappen worden hiertegen ondernomen?

Vraag 5

Erkent u de gebreken van het associatieverdrag met Oekraïne in het geval van de beperkingen op export vanuit Oekraïne, die erg makkelijk te omzeilen zijn waardoor een race naar de bodem ontstaat? Zo ja, wat gaat u ondernemen dit te stoppen?

Vraag 7

Erkent u dat de kleine pluimveehouder in Nederland niet op kan tegen de concurrentie van een bedrijf dat lagere standaarden hanteert, nauwelijks belasting betaalt, staatssteun ontvangen en enorme leningen krijgt? Zo ja, wat voor gevolgen gaat u daaraan verbinden?

Vraag 8

Wat is uw reactie op de conclusie van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders die de situatie «onhoudbaar» noemt? Welke conclusies gaat u daaraan verbinden en op welke termijn kunnen we verandering verwachten?

Vraag 9

Bent u het met ons eens dat deze situatie ons noodzaakt om het associatie-verdrag Oekraïne grondig te evalueren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Staat u nog steeds achter de claim dat het associatieverdrag Oekraïne de Nederlandse handel heel veel oplevert? Kunt u uw antwoord toelichten?3

Antwoord vragen 1, 2, 5, 7, 8, 9 en 10

Door het EU-associatie akkoord hebben bedrijven in de EU meer toegang gekregen tot een grote Oekraïense markt met 45 miljoen inwoners. De totale uitvoerwaarde vanuit Nederland is sinds 2014 met 11,5% toegenomen [1]. Omgekeerd zijn er ook kansen voor export naar de EU voor Oekraïense spelers. De import van pluimveevlees, eieren en ei-producten uit Oekraïne is de afgelopen twee jaar sterk gestegen. Oekraïne is, mede door de terugval in export door Brazilië, nu de derde exporteur naar de EU voor pluimveevlees en de belangrijkste importeur voor eieren en ei-producten. Periodieke evaluatie van associatieakkoorden is daarom nodig om de vinger aan de pols te houden en in te kunnen grijpen als dit nodig is. De voortgang van de afspraken gemaakt in het Associatieakkoord worden gemonitord door de Europese Commissie. Dit gebeurt in de vorm van een jaarlijkse Associatieraad, voorafgegaan door verschillende Associatiecomités. De meest recente Associatieraad vond op 17 december 2018 plaats. In november van ieder jaar publiceert de Commissie een implementatierapport. De implementatierapporten zijn te raadplegen op de website van EDEO (in antwoord op toezegging gedaan op 22 februari 2017 de jaarlijkse implementatierapporten met de Kamer te delen) [2].

Daarnaast bespreekt de Europese Commissie maandelijks de marktontwikkelingen van landbouwproducten met de lidstaten. Indien zich een marktverstoring voordoet uit hoofde van een handels- of associatieakkoord zoekt de Europese Commissie, mede op aandringen van lidstaten, naar een oplossing. Zoals ook aangegeven in antwoorden op Kamervragen van het lid Van Raan (PvdD)[3], is het belangrijk te benadrukken dat alle naar de EU geëxporteerde producten, dus ook het pluimveevlees uit de Oekraïne, moeten voldoen aan Europese eisen op het gebied van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. In de EU geïmporteerde producten hoeven in het algemeen niet te voldoen aan productie-eisen van de EU, als houderijsystemen en dierenwelzijnsstandaarden, tenzij er met derde landen afspraken over zijn gemaakt.

In het Associatieakkoord tussen de Europese Unie en Oekraïne is afgesproken dat Oekraïne zich zal inspannen om zijn sanitaire en fytosanitaire (SPS) wetgeving in overeenstemming te brengen met die van de EU, waaronder bestaande EU-regelgeving op het terrein van dierenwelzijn. Het kabinet hecht in dit opzicht zeer aan het belang van een gelijk speelveld voor Oekraïense en Europese landbouwproducten, ook op het terrein van dierenwelzijn. Tijdens de Europese Unie-Oekraïne Associatieraad op 17 december 2018 heeft de Europese Commissie Oekraïne opgeroepen om de aanpassingen van SPS- en dierenwelzijnswetgeving te bespoedigen. In de totstandkoming van de gezamenlijke EU-positie voor deze Associatieraad heeft het kabinet hier specifiek op aangedrongen.

Om gevoelige sectoren te beschermen hanteert de Europese Unie een stelsel van tariefcontingenten en heffingen voor producten op basis van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN-code). Dit betreft onder andere de import van traditioneel kippenborstfilet onder GN-code 0207 13 50 en 0207 14 50. In het Associatieakkoord met Oekraïne zijn voor deze tariefcontingenten quota opgenomen. Voor de GN-codes (0207 13 70 en 0207 14 70) voor overige deelstukken en afvalvlees met been, bevroren, gekoeld of vers was in het associatieakkoord afgesproken om het tarief naar nul te verlagen.

Het kabinet vindt de ontstane praktijk van heffingsvrije export onder de noemer van ‘overige deelstukken’ en ‘afvalvlees met been’ onwenselijk. Nederland ondersteunt dan ook nadrukkelijk de inspanningen van de Europese Commissie om deze ongewenste, onvoorziene en heffingsvrije export van het nieuwe type borstkappen met een stuk vleugel met GN-codes 0207 13 70 en 0207 14 70 naar de Europese Unie aan banden te leggen. De Commissie opent binnenkort de onderhandelingen met Oekraïne hierover. De Commissie wil bovengenoemde tarieflijnen aan het bestaande quotum toevoegen en de grootte van het quotum herzien[4].

Vraag 3

Als dit het geval is voor kippenvlees, hoe zit het dan met de standaard van andere producten die via Oekraïne de Europese Unie binnenkomen, bijvoorbeeld asbesthoudende materialen? Hoe wordt gegarandeerd dat aan onze standaarden voldaan wordt? Kunt u dit toelichten?

Antwoord

Alle producten die de EU vanuit Oekraïne importeert moeten voldoen aan de Europese producteisen. De Europese stoffenverordening REACH legt vast dat het verhandelen van asbesthoudende producten niet is toegestaan. Deze verordening geldt dus ook Oekraïense producten.

Vraag 4

Deelt u de verbazing over de staatssteun die het Oekraïense bedrijf Myro-nivsky Hliboproduct (MHP) ontvangt, gemiddeld 77 miljoen dollar per jaar, in totaal al een miljard dollar? Zo nee, waarom niet? Zo ja, erkent u dan ook dat dit oneerlijke concurrentie veroorzaakt? Wat is het effect op de Nederlandse pluimvee-industrie?

Antwoord

Op basis van de beschikbare gegevens kan niet worden geconcludeerd of deze subsidie beschouwd moet worden als verenigbare staatssteun. Bedrijven die met oneerlijke concurrentie te maken hebben, kunnen dit melden bij het Meldpunt Handelsbelemmeringen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken [5].

Vraag 6

Hoe zijn de enorme leningen vanuit de Europese Unie (65 en 85 miljoen euro van respectievelijk de Europese Ontwikkelingsbank en de Europese Investeringsbank) naar het bedrijf MHP te verantwoorden?

Antwoord

Het kabinet informeerde uw Kamer op 21 oktober 2015 over de lening van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) aan het bedrijf MHP [6]. Op verzoek van uw Kamer heeft Nederland niet ingestemd met de betreffende leningen en zal ook niet instemmen met toekomstige leningen. De EBRD beschrijft in een projectdocument de hoge meerwaarde die de investering zal hebben. De EBRD verantwoordt de investering met een verwachte verhoging in efficiëntie van de Oekraïense landbouw, onder andere door het delen van kennis en verspreiden van landbouwmethodes door MHP met nieuwe boerderijen en lokale medewerkers. Daarnaast verwijs ik u naar de antwoorden op vragen van het lid Van Raan (PvdD)[7] met betrekking tot de beoordeling van Atradius BSD, waarbij wordt aangegeven dat de vijf locaties voldoen aan bijvoorbeeld deIFC Performance Standards en EHS Guidelines for Poultry Production op bijvoorbeeld het gebied van watergebruik.



[1] http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81266ned&D1=a&D2=0&D3=180&D4=77,90-112,116,l&HDR=G2,T&STB=G1,G3&VW=T

[2] https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage/53485/association-implementation-report-ukraine_en

[3] Kamerstukken II (2017-29018) Aanhangsel 2757 d.d. 13 juli 2018

[4] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1544697196963&uri=CELEX:52018PC0765

[5] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationaal-ondernemen/vraag-en-antwoord/waar-kan-ik-oneerlijke-concurrentie-in-het-buitenland-melden

[6] Kamerstukken II (2015-2016) 28 286, nr. 845.

[7] Kamerstukken II (2017-29018) Aanhangsel 2757 d.d. 13 juli 2018

Indiener(s)


Stef  Blok