Antwoord op vragen van de leden Bruins Slot en Van Toorenburg over de rol van instanties rond het langdurig misbruikschandaal in de atletiekwereld

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u , mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over de rol van instanties rond het langdurig misbruikschandaal in de atletiekwereld (2019Z00203).

Hoogachtend,

de minister voor Medische Zorg

en Sport,

Bruno Bruins


Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over de rol van instanties rond het langdurig misbruikschandaal in de atletiekwereld (2019Z00203).

Vraag 1

Klopt het dat zowel in 2000 als in 2009 meldingen zijn gedaan bij de politie over misbruik van jonge atletes, gepleegd door een Rotterdamse atletiektrainer? [1]

Vraag 2

Waarom is het Openbaar Ministerie (OM) pas na de publicatie over deze zaak een onderzoek gestart? [2]

Antwoord vragen 1 en 2

Om een goed beeld te krijgen van de zaken die spelen en gespeeld hebben, vergaart het onderzoeksteam van politie onder leiding van het OM zoveel mogelijk alle relevante informatie. Over lopende strafrechtelijke onderzoeken doe ik geen uitspraken.

Vraag 3

Is de betreffende atletiektrainer opgenomen in het door NOC*NSF bijgehouden centrale registratiesysteem van plegers van seksuele intimidatie? Zo ja, per wanneer is hij hierin opgenomen? Zo nee, waarom is hij hierin niet opgenomen?`

Antwoord vraag 3

Ja. Nadat de sanctie door het Instituut Sportrechtspraak is opgelegd, is deze na het verstrijken van de beroepstermijn, in september 2018 verwerkt in het register ontuchtplegers.

Vraag 4

Welke mogelijkheden bestaan er onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) voor het opstellen van een register waarin personen met een veroordeling voor zedenmisdrijven worden opgenomen, welke de sportbonden kunnen raadplegen? Bent u bekend met belangstelling van sportverenigingen naar een dergelijk register? Zijn er obstakels ten aanzien van het inrichten van een dergelijk register en kunt u deze wegnemen?

Antwoord vraag 4

Tuchtrechtelijke veroordelingen worden geregistreerd via het register ontuchtplegers. Alle sportverenigingen kunnen via NOC*NSF dit register raadplegen om een tuchtrechtelijk gesanctioneerde ontuchtpleger te identificeren en te weren van de sportclub. Strafrechtelijke veroordelingen worden geregistreerd in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS). Aan de hand van dat JDS vindt de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) screening plaats. Met de VOG-screening worden personen met een relevant justitieel verleden geweerd uit kwetsbare sectoren. Met het aanvragen van een VOG wordt daarnaast de privacy

van veroordeelden beschermd en de re-integratie bevorderd. Ik acht het onwenselijk om een separaat register voor zedenmisdrijven op te richten. De VOG-screening en het register voor ontuchtplegers werken conform de Algemene verordening gegevensbescherming en bieden voldoende mogelijkheden om ontuchtplegers te weren van sportclubs.

Vraag 5

Klopt het dat NOC*NSF samen met de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) aan een voorstel werkt voor een nieuw register voor mensen die in strafrecht veroordeeld zijn of een ordemaatregel opgelegd hebben gekregen? [3]

Vraag 6

Kunt u aangeven of een (tucht)zaak zoals die van de eerdergenoemde atletiektrainer opgenomen zou worden in een dergelijk nieuw register? Bent u van mening dat hiermee voldoende geborgd is dat in een dergelijk geval een tuchtrechtelijk veroordeelde trainer niet zomaar meer aan de slag kan bij een andere sportvereniging (ook buiten de eigen sportbond)? Zo nee, wat is hier dan nog aanvullend voor nodig?

Antwoord op vragen 5 en 6

De betreffende atletiektrainer is opgenomen in het register ontuchtplegers dat in de sport wordt gebruikt om ontuchtplegers te weren. De sportsector en de vrijwilligerssector hebben hun tuchtrecht de afgelopen jaren volledig op elkaar afgestemd en het afgelopen jaar ondergebracht bij één tuchtrechtorgaan: het Instituut Sportrechtspraak. Beide sectoren werken dit jaar, na toestemming van de Autoriteit Persoonsgegevens, aan één gezamenlijk register ontuchtplegers voor de gehele vrijwilligerssector (dus breder dan alleen sport). De betreffende atletiektrainer zal dan ook in dit nieuwe register worden opgenomen. Ik ben van mening dat het register meer geraadpleegd zou moeten worden. Daarom is het goed dat er daarnaast acties worden ondernomen om het gebruik van dit register voor de sport- en vrijwilligerssector te vergroten en te vergemakkelijken.

Vraag 7

Wat is de stand van zaken van het door NOC*NSF in juni 2017 aangekondigde werkdocument waarin samenwerkingsafspraken tussen de sport enerzijds en politie en het OM anderzijds worden vastgelegd? [4]

Vraag 8

Welke samenwerkingsafspraken worden in het werkdocument tussen de sport en het OM en politie vastgelegd met betrekking tot het uitwisselen van informatie? Wordt hierin bijvoorbeeld vastgelegd dat een tuchtzaak met betrekking tot seksuele intimidatie en misbruik te allen tijde ook bij het OM gemeld moet worden, ook al is de zaak inmiddels verjaard?

Antwoord op vragen 7 en 8

In het werkdocument tussen de sport, de politie en het OM is opgenomen dat wanneer er in de sport een melding binnenkomt waarbij vermoedens zijn van een strafbaar feit, altijd contact wordt opgenomen met de front-office van de zedenpolitie in de betreffende regio. Ook als er twijfels of vermoedens zijn, wordt contact opgenomen met de politie. Overleg over een zaak kan op dat moment ook anoniem. Het is daarbij van groot belang dat zo vroeg mogelijk contact wordt gelegd met de politie. De sport werkt momenteel al volgens deze werkwijze. Bovendien is in dit werkdocument opgenomen dat, bij een tuchtrechtelijke procedure, afstemming plaatsvindt over tuchtrechtelijk onderzoek zodat voorkomen kan worden dat tuchtrechtelijk onderzoek eventueel strafrechtelijk onderzoek doorkruist. De verwachting is dat het werkdocument binnen afzienbare tijd wordt afgerond en door de betrokken partijen openbaar wordt gemaakt.

Vraag 9

Heeft u inmiddels - naar aanleiding van uw toezegging tijdens het debat over het rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport - met NOC*NSF gesproken over de wenselijkheid en mogelijkheid van verplichte continue screening voor mensen die bij een sportvereniging werken?[5] Zo ja, wat is er uit dit gesprek gekomen?

Antwoord vraag 9

Ja. Uit dit gesprek is gekomen dat de gezamenlijke prioriteit eerst ligt bij de opvolging van de aanbevelingen van commissie De Vries, zodat bekeken kan worden of met deze maatregelen seksuele intimidatie en misbruik in de sport voldoende wordt aangepakt.

Vraag 10

Worden tuchtrechtelijke uitspraken in de sport inmiddels (geanonimiseerd) openbaar gemaakt, zoals de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport heeft aanbevolen? [6] Zo ja, op welke wijze wordt dit openbaar gemaakt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 10

Ja, alle uitspraken die door het Instituut Sportrechtspraak (ISR) worden gedaan, worden op hun website openbaar gemaakt. Sportbonden die hun eigen tuchtcommissie hebben, doen veelal hetzelfde met hun uitspraken. Het ISR past bij publicatie de anonimiseringsrichtlijnen toe die binnen de rechtspraak gebruikelijk zijn, teneinde slachtoffers te beschermen.



[1] Telegraaf, “Niemand greep in”, 7 januari 2019

[2] NOS, “OM onderzoekt seksueel misbruik atletiektrainer Jerry M.”, 8 januari 2019

[3] NOC*NSF, “Voortgang implementatie Plan van Aanpak SIM (Seksuele intimidatie en Misbruik in de sport)”, 5 november 2018 ( https://www.nocnsf.nl/stream/06a.-voortgang-pva-sim-inclusief-blauwdruk-en-rapportage-gog.pdf )

[4] NOC*NSF, “Intensievere samenwerking tegen ongewenst seksueel gedrag in de sport”, 28 juni 2017 ( https://www.nocnsf.nl/intensievere-samenwerking-tegen-ongewenst-seksueel-gedrag-in-de-sport# )

[5] Debat over het Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, 16 mei 2018

[6] Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport (2017)

Indiener(s)