Antwoord op vragen van het lid Van Aalst over de chaos bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Aalst (PVV) ingezonden op 7 januari 2019 aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat naar aanleiding van het bericht ‘Beroepschauffeurs werkloos door chaos bij CBR’. In aanvulling op deze vragen heeft ook lid Dijkstra (VVD) vragen gesteld, ingezonden op 8 januari 2019.

Vraag 1

Bent u bekend met het nieuwsbericht van 4 januari jl., waarin duidelijk is geworden dat beroepschauffeurs in de problemen komen door chaos bij het CBR?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het met de PVV-fractie eens dat het onaanvaardbaar is dat beroepschauffeurs, die elke dag keihard werken voor Nederland, in grote problemen komen door deze chaos bij het CBR?

Antwoord 2

Sinds het voorjaar van 2018 zijn in meerdere mate problemen met de doorlooptijden van medische beoordelingen. Ik heb u hierover twee keer per brief geïnformeerd. Ook heb ik het CBR afgelopen voorjaar gevraagd maatregelen te treffen. Eén maatregel is dat sinds het voorjaar 2018 voorrang wordt gegeven aan beroepschauffeurs bij binnenkomst van hun aanvraag voor een gezondheidsverklaring. Vervolgens dient een proces doorlopen te worden, waarin de rijbewijshouder, het CBR, keuringsarts en eventueel medisch specialist samen proberen binnen vier maanden de procedure af te ronden. In 1,6% van de gevallen is het om uiteenlopende redenen niet gelukt het streven van vier maanden te halen. Alle beroepschauffeurs die expliciet melden dat ze op hele korte termijn in de knel (dreigen te) komen worden direct (verder) geholpen.


Vraag 3

Kunt u aangeven wanneer de chaos bij het CBR voorbij is?

Antwoord 3

De resultaten van genomen maatregelen en de digitalisering van het proces van medische beoordelingen zullen in toenemende mate merkbaar moeten worden in de loop van 2019. Het CBR verwacht dat de doorlooptijden uiterlijk in het najaar van 2019 weer op orde zijn.

Vraag 4

Bent u, gezien het enorme belang van de transportsector voor de Nederlandse economie, bereid om op korte termijn met een oplossing te komen?

Antwoord 4

In aanvulling op het antwoord van vraag 2 en 3 zijn diverse maatregelen door het CBR genomen, waaronder verdere capaciteitsuitbreiding bij diverse CBR-procesonderdelen door overwerk en inzet van externe mensen. Desondanks kunnen er in individuele gevallen problemen optreden. Door het CBR is met TLN inmiddels een spoedprocedure ingericht voor beroepschauffeurs.

Vraag 5

Kunt u zeggen wie de gedupeerde beroepschauffeurs die nu werkloos thuis zitten gaat compenseren?

Antwoord 5

Ik vind het erg vervelend dat de langere doorlooptijden bij het CBR de beroepschauffeurs raakt. Indien een burger een klacht heeft over het CBR, dan kan hij deze indienen bij het CBR. Het CBR heeft hiervoor een eigen klachtenprocedure die is ingericht volgens de richtlijnen ‘prettig contact met de overheid’. Daarnaast heeft de burger, indien hij er niet uitkomt met het CBR, ook de mogelijkheid om de Nationale Ombudsman te vragen om zijn klacht te behandelen. Mocht een burger (vervolg)schade ondervinden als gevolg van het handelen van het CBR, dan kan de civiele rechter, in aanvulling op een ingebrekestelling, gevraagd worden een uitspraak te doen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga